BLB Elena en de winkeldief

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Elana en de winkeldief

Winkeldief

Winkeldief

Les 1: blz. 5 t/m 15

Kletsen

Een leuke jongen?

Omer

Leesboekje: Elena en de winkeldief

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Doel?     technisch lezen

Wat?      samen lezen

Hoe?      1x voorlezen, 1x in tweetallen

Tijd?       nvt

Klaar?    wachten

Leesboekje: Elena en de winkeldief

1. Voorlezen
2. Moeilijkwoorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Elena en de winkeldief

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Elena en de winkeldief

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Vragen:

1. Waar werkt Elena?
2. Wat is Elena van Emma?
3. Over wat praten Emma en Elena?
4. Waarom helpt Elena de nieuwe jongen?
5. Wat doet mama?
6. Wat gaat Elena morgen vragen?
7. Wie is Omer?
8. Wat doen Omer en Elena?
9. Wat gaat Omer vragen?
10. Waarom zegt meneer Sterk 'aan het werk graag.'?

Technisch lezen

Vragen:

1. Waar werkt Elena?
2. Wat is Elena van Emma?
   
3. Over wat praten Emma en Elena?
   
4. Waarom helpt Elena de nieuwe jongen?
   
5. Wat doet mama?
   
6. Wat gaat Elena morgen vragen?
   
7. Wie is Omer?
   
8. Wat doen Omer en Elena?
   
9. Wat gaat Omer vragen?
   
10. Waarom zegt meneer Sterk 'aan het werk graag.'?

Les 2: blz. 19 t/m 29

Feest

Daar gaan we!

Sterk

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Doel?     technisch lezen

Wat?      samen lezen

Hoe?      1x voorlezen, 1x in tweetallen

Tijd?       nvt

Klaar?    wachten

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijkwoorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijkwoorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Vragen:

1. Hoe gaat het gesprek bij de chef?
2. Wanneer mag Rik beginnen met werken?
3. Welk cadeau krijgt Rik voor zijn verjaardag?
4. Hoe laat komt Rik uit school?
5. Hoe laat staat Daan voor de deur?
6. Wat moet Rik doen op zijn eerste dag?
7. Waarom laat Rik de eieren vallen?
8. Wat doen de klanten in de winkel?

Technisch lezen

Vragen:

1. Hoe gaat het gesprek bij de chef?
2. Wanneer mag Rik beginnen met werken?
3. Welk cadeau krijgt Rik voor zijn verjaardag?
4. Hoe laat komt Rik uit school?
5. Hoe laat staat Daan voor de deur?
6. Wat moet Rik doen op zijn eerste dag?
7. Waarom laat Rik de eieren vallen?
8. Wat doen de klanten in de winkel?

Les 3: blz. 30 t/m 37

Het was een ongeluk

Stil

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Doel?     technisch lezen

Wat?      samen lezen

Hoe?      1x voorlezen, 1x in tweetallen

Tijd?       nvt

Klaar?    wachten

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijkwoorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijkwoorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijkwoorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Leesboekje: Rik op zijn eerste werkdag

1. Voorlezen
2. Moeilijke woorden
3. Lezen in tweetallen
4. Vragen bespreken in tweetallen

Technisch lezen

Vragen:

1. Wat ziet meneer Sterk?
2. Wat zegt meneer Sterk tegen Rik?
3. Wie helpt Rik met opruimen?
4. Hoe laat gaan Daan en Rik naar huis?
5. Hoe gaan Daan en Rik naar huis?
6. Wie vindt Elena leuk? Rik of Daan?
7. Wat gaat Rik eten als hij thuis komt?

Technisch lezen

Vragen:

1. Wat ziet meneer Sterk?
2. Wat zegt meneer Sterk tegen Rik?
3. Wie helpt Rik met opruimen?
4. Hoe laat gaan Daan en Rik naar huis?
5. Hoe gaan Daan en Rik naar huis?
6. Wie vindt Elena leuk? Rik of Daan?
7. Wat gaat Rik eten als hij thuis komt?