4 Het Romeinse rijk

Het Romeinse Rijk

Praktische opdracht: Romulus en Remus
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het Romeinse Rijk

Praktische opdracht: Romulus en Remus

Slide 1 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk

Praktische opdracht: Romulus en Remus

Slide 2 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk

Praktische opdracht: Romulus en Remus

Slide 3 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk

Praktische opdracht: Romulus en Remus

Slide 4 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk
lesdoel = Hoe lukte het de Romeinen een groot rijk te veroveren en te besturen?
Bekijk de introplaat op blz 38

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

De senaat

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het Romeinse leger

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Generaal en senator

 Julius Caesar

Machthebber en dictator tijdens de Republiek




Wordt in 44 v Chr vermoord
door leden van zijn eigen senaat

Slide 12 - Tekstslide

Keizer(=caesar)Augustus

Heeft als eerste keizer alle macht en brengt weer rust en vrede in het Romeinse Rijk:
De Pax Romana

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Lees par 4
  • Maak par 4
  • werk aan de po
  • stripje.....
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk
lesdoel = Hoe lukte het de Romeinen een groot rijk te veroveren en te besturen?
neem voor je par 2.4

Slide 15 - Tekstslide

Een krant is beter dan een tijdschrift. Op het strand is een betere plek dan op straat. In het begin is het beter om te rennen dan om te lopen. Misschien moet je het verschillende keren proberen. Je moet even oefenen, maar het is makkelijk om te leren. Zelfs jonge kinderen kunnen het. Als het eenmaal lukt, kan niets je meer tegenhouden. Vogels komen bijna nooit te dichtbij. Maar regen kan de pret snel bederven. Als teveel mensen het tegelijk doen, kan dit een probleem zijn. Want je hebt veel ruimte nodig. Als er geen problemen zijn, is het heel rustgevend. Je kunt het vastbinden aan een steen. Maar als het ervan losraakt, kun je het niet nog een keer opnieuw proberen. 

Slide 16 - Tekstslide

Het maken van een vlieger
Een krant is beter dan een tijdschrift. Op het strand is een betere plek dan op straat. In het begin is het beter om te rennen dan om te lopen. Misschien moet je het verschillende keren proberen. Je moet even oefenen, maar het is makkelijk om te leren. Zelfs jonge kinderen kunnen het. Als het eenmaal lukt, kan niets je meer tegenhouden. Vogels komen bijna nooit te dichtbij. Maar regen kan de pret snel bederven. Als teveel mensen het tegelijk doen, kan dit een probleem zijn. Want je hebt veel ruimte nodig. Als er geen problemen zijn, is het heel rustgevend. Je kunt het vastbinden aan een steen. Maar als het ervan losraakt, kun je het niet nog een keer opnieuw proberen. 

Slide 17 - Tekstslide

Leesstrategieen: hoe pak je de tekst aan?

Slide 18 - Tekstslide

Rome is rond 750 vC ontstaan. Vanaf de 4de Eeuw  vC begonnede Romeinen andere gebieden te veroveren. De grootste tegenstander:Carhago, werd in 146 vC verslagen. Onder Julius Caesar werden er veel gebieden veroverd. Het Romeinse rijk was in de 2de nC op zijn grootst.  Zij waren toen de baas over ........

Slide 19 - Tekstslide

                                                                                        Het Romeinse Rijk 

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • pas de leesstrategie toe op de rest van de paragraaf
  • Lees en maak par 4
  • Leer par 4
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Romeinse soldaten:
A
Zaten vrijwillig in het leger
B
Vonden het een eer om voor Rome te vechten
C
Waren goed getraind, maar kregen geen geld
D
Werden doorveroverde gebieden betaald

Slide 22 - Quizvraag

Wie was de grootste vijand van Rome?
A
Spanje
B
Carthago
C
Gallië
D
Nederland

Slide 23 - Quizvraag

De veroveringen van Julius Caesar kwamen tot...
A
het Midden-Oosten
B
en met Carthago
C
aan de Rijn
D
In Engeland

Slide 24 - Quizvraag

Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Door de handel
B
Door een sterk leger
C
Door de macht van de rijke families
D
Omdat een keizer aan de macht stond

Slide 25 - Quizvraag

Wie was voor christelijke jaartelling de baas in het Romeinse Rijk?
A
De Senaat. Het Romeinse rijk was een republiek
B
Het hele volk
C
De keizer. Het Romeinse rijk was een keizerrijk
D
Het leger

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de Romeinse limes?
A
Een natuurlijke grens, zoals de zee
B
Een grens, die versterkt is met een fort
C
Een Romeinse soldaat
D
Een Romeins leger

Slide 27 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Het Romeinse leger is het eerste goedgeorganiseerde beroepsleger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat was geen reden voor het succes van het Romeinse leger?
A
Het leger was goed bewapend en goed getraind
B
Eer om te mogen vechten
C
Het leger was goed georganiseerd
D
Sterkste mensen

Slide 29 - Quizvraag

Laatste vraag.....
Wie was Caesar?
A
Hij was een legeraanvoerder van het Romeinse leger en de eerste keizer van het Romeinse Rijk.
B
Hij was een legeraanvoerder van het Romeinse leger en is bekend om veroveringen in Gallië.
C
De eerste keizer van het Romeinse Rijk.
D
Hij werd vermoord door oa zijn zoon

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide