T1. bs 6 Dissimilatie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Welke organismen doen aan dissimilatie?

1. dieren, de meeste bacteriën, schimmels
2. planten en dieren en schimmels
3. autotrofen en heterotrofen
4. planten, dieren, bacteriën en schimmels

Wat is het substraat bij de dissimilatie?

1. Chloroplast
2. CO2
3. Glucose
4. planten, dieren, bacteriën en schimmels

Is glucose een organische of een anorganische stof?

1. Organisch
2. Anorganisch

Hoe vaak wordt de citroenzuurcyclus gebruikt voor de afbraak van 1 molecuul glucose?

1. 1/2 x
2. 1x
3. 2x
4. 4x

In welk deel van de aerobe dissimilatie van glucose is (indirect of direct) zuurstof nodig?

1. in de glycolyse
2. in het pyruvaat dehydrogenase complex
3. in de citroenzuurcyclus
4. in oxidatieve fosforylering

In BiNaS 68D is een membraan getekend (hier vindt de oxidatieve fosforylering plaats). Hoe heet deze membraan?

1. buitenmembraan
2. binnenmembraan
3. cristae
4. matrix

Hoe is de dubbele membraan van een mitochondrium (waarschijnlijk) door ontstaan?

1. Door evolutie
2. Endosymbiose theorie
3. Door de oxidatieve fosforylering
4. Door het Bohr-effect

(BiNaS 68D) Waarnaartoe worden de waterstofionen verplaatst met behulp van de energie van het elektron tijdens de oxidatieve fosforylering?

1. van matrix naar tussenmembraanruimte
2. van tussenmembraanruimte naar matrix
3. van cytoplasma naar tussenmembraanruimte
4. van tussenmembraanruimte naar cytoplasma

Waar in de menselijke cel vindt melkzuurgisting plaats?

1. cytoplasma
2. celkern
3. mitochondriën
4. ribosomen