Inleiden multiculturele samenleving

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Uitkomst foutenanalyse
2. Toetsdatum bepalen
3. Quizje
4. Lesdoelen
5. In stilte vragen beantwoorden en opdrachten maken
6. Hoe beantwoord je een leg-uit-vraag?
7. Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Uitkomst foutenanalyse

1. Onvoldoende kennis (9)
1. Mijn antwoord was niet uitgebreid genoeg (9)
2. Vraag niet voldoende begrepen (8)
2. Niets ingevuld (8)

18 ingevulde lijsten

3. Ik raakte in de stress (6)
4. Vraag verkeerd gelezen (5)
5. Slordigheid (4)
6. eerder beginnen met leren (1
6. tijdgebrek (1)

Slide 3 - Tekstslide

Toetsdatum 
16 maart 2023
SE 2 MA
Pluriforme Samenleving
Hoofdstuk 6, les 1 - 5

Samenvatting en begrippen uitdelen

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk in stilte
Cultuur
Vooroordelen
Migratie
Asiel
Integratie
Xenofobie / Polarisatie

Slide 5 - Tekstslide

Maak in stilte
Quizje zonder dat er veel op het spel staat.
Niet beoordelen, maar leren
Leraar deelt quizje uit
Maatschappijleer H. 6. 1 - 5

Slide 6 - Tekstslide

Klaar met het quizje
Geef bij iedere vraag een zekerheidsscore van 1 - 10
Ook in stilte

Slide 7 - Tekstslide

In stilte antwoorden bekijken
  1. B
  2. B
  3. ... uit andere landen die in Nederland zijn komen wonen
  4. ... toestemming vragen om hier te mogen verblijven
  5. A
  6. A - 2; B - 1; C - 3
  7. ... vreemdelingenhaat

Slide 8 - Tekstslide

Zekerheid in stilte
Bekijk zekerheidsscore 
Plaats een * bij de vraag die je een hogere zekerheidsscore had gegeven
Plaats een ! bij de vraag die je verkeerd had beantwoord

Slide 9 - Tekstslide

Vragen
Die niet zijn begrepen!?
Direct beantwoorden
Of 
Voor de volgende les?

Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
Je vingers en je hersenen

Lesboek en handboek Thema's Maatschappijleer
Pen

Stilte

Slide 11 - Tekstslide

Wat we willen bereiken?
1. Je kan verwoorden dat wij in Nederland wonen in samenleving van mensen met verschillende culturen, geloven en leefstijlen.
2. Je kan uitleggen waardoor discriminatie ontstaat.
3. Je kan verklaren hoe en waarom mensen uit andere landen naar Nederland zijn gekomen.
4. Je kan vertellen hoe ingewikkeld het is om je aan te passen aan een dominante cultuur.
5. Je kan de gevolgen beschrijven doordat Nederland in de afgelopen tientallen jaren is veranderd.

Slide 12 - Tekstslide

Cultuur
  • Je krijgt een vraag te zien en bedenktijd
  • Voorwaarde: Je bent stil
  • Je hoort 3,2,1, STEM!
  • Stem met je vingers
  • Licht je antwoord toe
  • Opnieuw stemmen


Slide 13 - Tekstslide

Welke hoort er niet bij?
Cultuur bestaat uit:
A
Normen
B
Waarden
C
Pluriformiteit
D
Gewoonten

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk in stilte
Cultuur bestaat uit de normen, waarden en gewoonten van de groep.

Met dominante cultuur bedoelen we de normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land.

Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

Slide 15 - Tekstslide

Cultuur



Dominant of sub?

Slide 16 - Tekstslide

Sub-Cultuur


Hoort bij welke subcultuur?

Slide 17 - Tekstslide

Bekijk in stilte
Cultuur bestaat uit de normen, waarden en gewoonten van de groep.

Met dominante cultuur bedoelen we de normen, waarden en gewoonten van de meeste mensen in een land.

Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.

Slide 18 - Tekstslide

Stilteopdracht


Maak van les 6.1, blz. 106
Vraag 1a, 1b en 2.

Slide 19 - Tekstslide

Vragen 6.1 blz. 106
1a. Deze paragraaf gaat over cultuur. Een cultuur is:

1b. Geef van alle drie de onderdelen uit de definitie van cultuur een voorbeeld dat met jou te maken heeft.

2. Wat is het belangrijkste verschil tussen de dominante cultuur en een subcultuur. 

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord 1a + 1b
1. a. Een cultuur is: de normen, waarden en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen.

 
b. Voorbeeldantwoorden:
Normen: rekening houden met anderen, niet vloeken, op tijd voor het avondeten thuis zijn.
Waarden: eerlijkheid, gezondheid, sportiviteit.
Gewoonten: groot feest tijdens de jaarlijkse kermis, op zaterdagavond naar een festival, alle jongeren hebben een vakantiebaantje bij een boer.


Slide 21 - Tekstslide

Antwoord 2
2. De dominante cultuur is de cultuur van de grootste groep mensen in een land.
 Een subcultuur is die van een kleinere groep mensen.

Slide 22 - Tekstslide

Discriminatie
  • Je krijgt een vraag te zien en bedenktijd
  • Voorwaarde: Je bent stil
  • Je hoort 3,2,1, STEM!
  • Stem met je vingers
  • Licht je antwoord toe
  • Opnieuw stemmen


Slide 23 - Tekstslide

Een homoseksuele man met een beugel en een bril, is christen en draagt een kruisje.
Hij wordt tijdens zijn sollicitatie als tramconducteur in Amsterdam gediscrimineerd en niet aangenomen.
Waarop werd hij gediscrimineerd, denk je?
A
Zijn uiterlijk
B
Zijn seksuele geaardheid
C
Zijn geloof
D
Zijn sekse (man-vrouw)

Slide 24 - Quizvraag

Bekijk in stilte!
Voorbeelden van discriminatie:
- Etnische achtergrond, ook wel           racisme genoemd
- Uiterlijk
- Seksisme
- Seksuele geaardheid
- Leeftijd
- Geloof

Slide 25 - Tekstslide

Beantwoord in stilte!
Welke voorbeelden van discriminatie zie je?

Slide 26 - Tekstslide

Bekijk in stilte

We spreken van discriminatie als er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen.

Slide 27 - Tekstslide

Stilteopdracht


Maak van les 6.2 , blz. 110
Vraag 9


Slide 28 - Tekstslide

Vragen 6.2 blz. 110
9a. De tabel is niet helemaal ingevuld. 
Bedenk welke reden van discriminatie op de puntjes moet staan.

9b. Bedenk een voorbeeld van discriminatie op grond van seksuele voorkeur.

9c. Wat kun je doen als je gediscrimineerd wordt?
Noem twee dingen.

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord 9a, b, c.
A handicap.

B Een voorbeeld van discriminatie op grond van seksuele voorkeur is discriminatie van homoseksuelen.

C Je kunt aangifte doen bij de politie. 
Je kunt een klacht indienen bij een antidiscriminatiebureau.

Slide 30 - Tekstslide

Migratie
  • Je krijgt een vraag te zien en bedenktijd
  • Voorwaarde: Je bent stil
  • Je hoort 3,2,1, STEM!
  • Stem met je vingers
  • Licht je antwoord toe
  • Opnieuw stemmen


Slide 31 - Tekstslide


Veel migrant ontvluchten hun land.
Wanneer worden migranten vluchtelingen genoemd?
A
als ze op zoek zijn naar werk en een woonplaats in een ander land
B
als ze willen verhuizen naar een ander land
C
als ze in hun land leven in armoede
D
als ze hun woonplaats onder druk van oorlog en geweld verlaten

Slide 32 - Quizvraag

Bekijk in stilte!
(Boot)vluchtelingen

Op de vlucht voor omdat ze onder druk van oorlog en geweld hun land moesten verlaten.
Andere redenen:
Politieke voorkeur
Seksuele geaardheid.

Slide 33 - Tekstslide

Bekijk in stilte
Een migrant wordt een vluchteling genoemd als mensen hun woonplaats onder druk van oorlog en geweld verlaten.

Slide 34 - Tekstslide

Stilteopdracht


Maak van les 6.3 , blz. 112
Vraag 8


Slide 35 - Tekstslide

Antwoord 8
d Vluchteling.

c Asielzoeker.

a Illegaal.

e Immigrant.

f Emigrant.

b Arbeidsmigrant.


Slide 36 - Tekstslide

Opdracht in stilte
Leg-uitvraag.

Leg uit waarnaar polarisatie en xenofobie toe kan leiden over het maatschappelijk vraagstuk integratie?

Slide 37 - Tekstslide

Stappenplan
Denken: hoeveel begrippen heeft de vraag?
Aanpak: begrippen onder elkaar of naast elkaar
Doen: begrippennetten maken
Terugkijken: Alle stappen gedaan? Antwoord op mijn vraag?




Slide 38 - Tekstslide

Integratie: 
- uitwisseling tussen
- subculturen van nieuwkomers
- Nederlandse dominante cultuur
Polarisatie: 
- bevolkingsgroepen
- tegenover elkaar staan
- tegenstellingen worden benadrukt

Xenofobie:
- irreële angst voor alles wat vreemd, onbekend en ongewoon is. 
- angst voor vreemdelingen
- kan tot vreemdelingenhaat leiden

Slide 39 - Tekstslide

Antwoord in stilte
Leg uit waarnaar polarisatie en xenofobie toe kan leiden over het maatschappelijk vraagstuk integratie?

De tegenstellingen over en angsten voor de onbekende vreemdeling brengen bevolkingsgroepen tegenover elkaar waardoor het mogelijk is dat dit kan leiden tot vreemdelingenhaat. 

Slide 40 - Tekstslide

Stappenplan in stilte.

Leg uit waarom politieke partijen als de PVV en Forum van Democratie kiezen voor assimilatie in plaats van integratie?

Slide 41 - Tekstslide

Antwoord uitwerken
Leg uit waarom politieke partijen als de PVV en Forum van Democratie kiezen voor assimilatie in plaats van integratie?

Slide 42 - Tekstslide

Afsluiting
van de les

Slide 43 - Tekstslide

Huiswerk (in SOM)
Je hebt in je schrift een begrippenlijst gemaakt met een omschrijving van de volgende begrippen:
Cultuur
Vooroordelen
Migratie
Asiel
Integratie
Xenofobie / Polarisatie

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Les afsluiten
Beantwoord de volgende vragen op een A4
1. Wat hoort niet bij cultuur?
A. Normen; B. Waarden; C. Gewoonten; D. Pluriformiteit
2. Als een meisje met een hoofddoekje wordt nageroepen wordt zij gediscrimineerd om haar:
A. Uiterlijk; B. Sekse; C. etnische achtergrond; D. Geloof
3. Vul de zin aan. Een vluchteling is een mens die zijn woonplaats ...
4. Vul de zin aan. Polarisatie en xenofobie leidt tot ...

Slide 46 - Tekstslide

Einde

Slide 47 - Tekstslide

Les afsluiten

Slide 48 - Tekstslide