Quiz werkwoordspelling 1A

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

(werkwoord)Spellingquiz

Gisteren .... (lopen) wij in de regen.

1. lopten
2. loopten
3. liepen

Ik heb koekjes ... (bakken)

1. bakken
2. bakte
3. gebakken

Ik heb bij een restaurant ... (werken)

1. werk
2. werken
3. gewerkt

Hij ... (vinden) sporten leuk.

1. vind
2. vindt

Gisteren ..... (hopen) ik op lasagne.

1. hoop
2. hoopte
3. hoopde

Wij ..... (werken) hard.

..... (worden) jij morgen dertien?

De toets wordt door ons ..... (halen).

Mijn ouders hebben ..... (werken)

Het nieuwtje ..... (verspreiden, v.t.) zich door de hele school.

Oma (meervoud)

Oma (verkleinwoord)

Plateau (meervoud)

Plateau (verkleinwoord)

Meisje + jurk

meisje + speelgoed

Zon + schijn

Auto + ongeluk

christendom of Christendom?

mevrouw van der sluis