H22 Product en prijs

H22 Product en prijs 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H22 Product en prijs 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op vorige les
  • Je kunt de 3 hoofddoelen van marketing benoemen 
  • Je kunt de 3 onderdelen  van de waardepropositie onderscheiden
  • Je kunt een klantwaardepropositie van een merk/ organisatie uitleggen
  • Je kunt 4 marketingvormen benoemen  en hier voorbeelden bij geven en het verschil in klantbehoefte benoemen tussen consumenten en bedrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat onder marktonderzoek wordt verstaan en de 2 hoofdvormen onderscheiden. 
  • Je kunt de 3 onderdelen  van de waardepropositie onderscheiden
  • Je kunt een klantwaardepropositie van een merk/ organisatie uitleggen
  • Je kunt 4 marketingvormen benoemen  en hier voorbeelden bij geven en het verschil in klantbehoefte benoemen tussen consumenten en bedrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het marketing plan
Marktonderzoek (21.3)
  • Trends en ontwikkelingen 
  • Doelgroep
  • Marktgrootte 
  • Concurrentieanalyse
Positioneren
  • Top of mind worden bij doelgroep
  • Positioneren ten opzichte van concurrentie 
  • Klantwaardepropositie is de korte krachtige boodschap die daarbij hoort
Marketingmix (21.2)
  • Combinatie van marketinginstrumenten voor de marketingstrategie
  • 4 P's:
    Product, plaats, prijs en promotie
  • Dienen op elkaar afgestemd te worden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Product; twee onderdelen 
Het fysieke product 




Materiële eigenschappen
  • Afmetingen, kleur, grondstoffen
  • Functie
  • Verpakking
  • Merknaam (woord en beeld) 
  • Service en garantie 

Waarde voor de consument 




Immateriële eigenschappen
  • Alle waarde of voordelen voor de consument (emotioneel, functioneel, economisch) 
  • De waarde voor de consument komt tot uitdrukking in de klantwaardepropositie

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen paragraaf 22.1 en maken opgave 22.1 B t/m F 
Eerder klaar? Maak opgave 22.2
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 22.1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit  
Goed of slecht? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit  
Subjectief: afhankelijk van eisen en oordeel klant
Objectief: vergelijkende warenonderzoeken door bijv. consumentenorganisaties 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgeving 




Functioneel of belangrijk voor succes? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpakking 




Functionele en commerciële aspecten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Garantie en service  
Service: voor, tijdens en na aankoop
Garantie: na aankoop - Wet Productaansprakelijkheid 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

gebruik van lettertype
Merk
Merkuiterlijk is combinatie van logo

typografie 

en kleur    
woord- en  beeldmerk 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten merken
A-merk                           B-merk                               



Huismerk                      = private label voor de fabrikant 
 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten merken
Paraplumerk: nieuwe producten liften mee op bestaande reputatie van het merk.... of niet

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 22.2

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 22.4

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opgave 22.5
Eerder klaar? maak opgave 22.3 en 22.4

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productlevenscyclus 
  1. Leg uit waarom sommige producenten in de introductiefase kiezen voor een hoge prijs, terwijl andere producenten juist kiezen voor een lage prijs.
  2. Noem twee redenen waarom in de groeifase het aantal producenten stijgt. Verklaar je antwoord.
  3. Leg uit waarom in de volwassenheidsfase het aantal productvarianten stijgt.
  4. Leg uit waarom na de volwassenheidsfase het aantal afnemers gaat dalen.



+ opgave 22.6 A en C

Slide 21 - Tekstslide

Benoem 3 factoren waarvan de levenscyclus van een product afhankelijk van is. (22.6 A) 
Hoe ontwikkelt de winst zich tijdens de levenscyclus van een product (22.6 C) 
Productlevenscyclus 
  1. Leg uit waarom sommige producenten in de introductiefase kiezen voor een hoge prijs, terwijl andere producenten juist kiezen voor een lage prijs.
  2. Noem twee redenen waarom in de groeifase het aantal producenten stijgt. Verklaar je antwoord.
  3. Leg uit waarom in de volwassenheidsfase het aantal productvarianten stijgt.
  4. Leg uit waarom na de volwassenheidsfase het aantal afnemers gaat dalen.



antwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Streamingdiensten          E-bikes              Wachtwoordkluis         Dieselauto

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prijsbepaling - thuis bekijken 
12:30 min

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prijsbepaling 
  • Kostengeoriënteerd: kostprijs + winstopslag 
  • Concurrentiegeoriënteerd: wat rekent de concurrent?
  • Vraaggeoriënteerd: hoeveel wil de consument betalen?     
  • Penetratiepolitiek of afroompolitiek 
  • Psychologische prijzen 
  • Prijskortingen 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prijsbepaling 
  • Kostengeoriënteerd: kostprijs + winstopslag 
  • Concurrentiegeoriënteerd: wat rekent de concurrent?
  • Vraaggeoriënteerd: hoeveel wil de consument betalen?     
  • Penetratiepolitiek of afroompolitiek 
  • Psychologische prijzen 
  • Prijskortingen 
Penetratie- en afroompolitiek zijn de belangrijkste begrippen; wanneer kun je welke politiek het beste inzetten? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld penetratiepolitiek
Voor een nieuw product een hele lage prijs vragen zodat meteen een groot marktaandeel wordt verworven. 
Concurrentie wordt uit de markt gedrukt of blijft weg

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld afroompolitiek
Voor een nieuw product eerst een hoge prijs vragen en die vervolgens stapsgewijs verlagen. 

Twee belangrijke voorwaarden: 
- weinig of geen concurrentie 
- bij elke prijs moet er voldoende vraag zijn

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opgave 22.10
Eerder klaar? Lees van hoofdstuk 22 pagina 21 t/m 24 en start daarna aan de Zelftoets over Hoofdstuk 22. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies