Oefentoets OA Kleuter

• OA
• MBO
• Studiejaar 1

Oefentoets OA Kleuter

Periode 3

2022-2023

Kleuters kunnen veel angsten hebben.
Wat is meestal de oorzaak van deze angsten?

1. Fantasie
2. Geweten
3. Zelfbeeld
4. Trauma

Welke uitspraak over genderspecifiek gedrag is juist?

1. Genderspecifiek gedrag is aangeleerd.
2. Genderspecifiek gedrag is aangeboren.
3. Genderspecifiek gedrag is deels aangeboren, deels aangeleerd.

Welke aandachtspunten zijn juist als je te maken hebt met een kind dat jokt? Kies de juiste antwoorden.

1. Zeg nooit dat een kind zich vergist
2. Geef de kleuter straf
3. Ga de strijd met de kleuter niet aan

Waarom wil een kleuter lief en aardig gevonden worden?

1. Een kleuter krijgt steeds meer zelfbesef en beseft daarmee ook dat hij nog klein is.
2. Een kleuter probeert greep op de wereld te krijgen.
3. Een kleuter is een stuk minder egocentrisch aan het worden.
4. Een kleuter vergelijkt zich nog niet met anderen.

Een kleuter vergelijkt zichzelf met anderen en denkt na over de vraag wie hij is.

1. Juist
2. Onjuist

Welke uitspraken over de emotionele ontwikkeling van de kleuter zijn juist?

1. Een kleuter die iets meemaakt denkt daar lang over na en wil daar meestal over praten.
2. Kleine gebeurtenissen kunnen diepe indruk maken op een kleuter.
3. Een kleuter is zelden of nooit bang. Hij gebruikt zijn fantasie. Hij fantaseert bijvoorbeeld dat hij een tijger is.

Het is belangrijk kleuters te leren kritisch te kijken naar het gedrag van andere mensen. Welk onderzoek toont dat aan?

1. Bandura-experiment
2. Marshmallowtest
3. Zelfvertrouwen test
4. Geen van deze onderzoeken

Genderidentiteit is:

1. Het besef dat je broertjes of zusjes hebt.
2. Het feit dat kinderen nieuwsgierig zijn naar hun geslachtsdelen.
3. Dat een jongen liever een meisje wil zijn of een meisje liever een jongen.
4. Het voortdurend aanwezige besef of je een man of een vrouw, jongen of een meisje bent.

Bij een kleuter ontwikkelt zich het innerlijke geweten.
Welke uitspraken zijn juist? Kies de juiste antwoorden

1. Een kleuter heeft goed door dat hij het is die iets stouts heeft gedaan.
2. Kleuters beseffen nog nauwelijks wat mag en wat niet mag.
3. Bij een kleuter ontwikkelen zich schaamtegevoelens en schuldgevoelens.

Een kleuter heeft jouw begeleiding nodig om zijn geweten te vormen.

Welke manier van begeleiden is niet juist?

1. Wees duidelijk in wat mag en niet mag.
2. Negeer het als een kleuter de regels overtreedt.
3. Geef het goede voorbeeld.
4. Een kleuter mag zich best een beetje schuldig voelen (dat is geen signaal dat je hem te streng aanpakt).

Hoe oud is de kleuter?

1. 0-2 jaar
2. 2-4 jaar
3. 4-6 jaar
4. 6-12 jaar

Er is een verband tussen de keuze die een kind als kleuter maakt en de mate van succes op latere leeftijd. Welk onderzoek toont dit aan?

1. Bandura-experiment
2. Marshmallowtest
3. Zelfvertrouwenstest
4. Geen van deze onderzoeken

Waar liggen volgens de kleuter de meeste dopjes?

1. Links
2. Rechts
3. Allebei evenveel

Een kleuter is minder egocentrisch dan een peuter

1. Juist
2. Onjuist

Wat kan leiden tot narcisme?

1. Een laag positief zelfbeeld
2. Het niet beschikken over een zelfbeeld
3. Een te (hoog) positief zelfbeeld
4. Een negatief zelfbeeld

Hoe ga je om met een kleuter die jokt?

1. Het kind bestraffen
2. Ga met hem hier het conflict (gesprek)over aan
3. Boos worden op het kind
4. Er geen probleem van maken

Welk 'soort' denken zorgt ervoor dat een kleuter snel angstig is?

1. Fantasie denken
2. Abstract denken
3. Logisch denken
4. Realiteitsdenken

Over welke soort motivatie beschikt een kleuter?

1. Extrinsieke motivatie
2. Intrinsieke motivatie
3. A-motivatie
4. Externe motivatie

De meeste kinderen ontwikkelen in de kleutertijd ook een voetvoorkeur

1. Juist
2. Onjuist

Wat verbeterd zich om motorisch gebied?

1. Fijne motoriek
2. Grove motoriek
3. Zowel de fijne motoriek, als de grove motoriek
4. Geen van beide