April 2024 examentraining

Examentraining
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Examentraining

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Start examen: Wat kun je verwachten?
  • Je krijgt 3 boekjes op je tafel:
    - tekstboekje
    - vragenboekje
    - uitwerkbijlage
  • Je hebt een DN woordenboek bij je, een Nederlands verklaringswoordenboek (ND woordenboek mag, niet noodzakelijk)    
  • Je hebt genoeg blauwschrijvende en zwartschrijvende pennen bij je.

Slide 3 - Tekstslide

Eindexamen doen
  • Alle exameninfo vind je op examenblad.nl
  • Duits = leesvaardigheid
  • Oefenen kun je goed via de site. 
      En natuurlijk in de
  • Belangrijk is om zogenaamde "kilometers te
     maken" dit gaan we dus ook doen!

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ziet het CE Duits eruit?
Woensdag 15 mei 2023 09:00-11:00           1e tijdvak
Dinsdag 18 juni 2023 13:30-15:30                2e tijdvak

- ca. 13 teksten en ca. 45 punten te behalen
--> ca. 3 minuten per vraag (+ ca. 15 minuten controletijd)
- woordenboek als hulpmiddel


Slide 5 - Tekstslide

Examen Duits
  •  +/- 15 teksten, +/- 40 vragen, +/- 45 punten
  • Er zijn korte en lange teksten
  • Er zijn open vragen (ook goed/fout vragen) en meerkeuze vragen, 
  • Open vragen staan in het Nederlands en de meerkeuzevragen in het Duits
  • De antwoordmogelijkheden van meerkeuze vragen staan in alfabetische volgorde.

Slide 6 - Tekstslide

Soorten leesstrategiën
  • voorspellen
  • voorkennis gebruiken
  • structuur van de tekst ontdekken / gebruiken
  • scannen / selectief lezen
  • intensief / gedetailleerd lezen 
  • woordbetekenissen afleiden of raden

Slide 8 - Tekstslide

Voorkennis gebruiken
Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken.

Slide 9 - Tekstslide

Structuur ontdekken en gebruiken
Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc. Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk!

Slide 10 - Tekstslide

Voorspellen
Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden.

Slide 11 - Tekstslide

Scannen
Je scant de tekst om een bepaald stukje 
informatie te vinden. Je leest dus selectief. 
Als je opzoek bent naar maar één bepaald 
gegeven, maak je gebruik van scannen.

Slide 12 - Tekstslide

Intensief (gedetailleerd lezen)
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. 
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen.

Slide 13 - Tekstslide

Woordbetekenissen raden / afleiden
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd. 
  • Lijkt het woord op het Nederlands of Engels (andere MVT)?
  • Spreek het woord in gedachten uit. 
  • Hak het woord in stukjes.
  • Kijk naar de context waarin de zin staat. 

Slide 14 - Tekstslide

eerste kennismaking met tekst + vragen
  1. bekijk het plaatje bij de tekst
  2. lees de titel en de inleiding
  3. Probeer voor jezelf nu te verplaatsen in het onderwerp

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Tekst 1
1. Welke 2 dingen kosten veel geld bij de dierenarts?
2. Wat biedt Jeanette, naast medische dierenhulp, nog meer aan?
3. Wie betaalt Jeanette's loon?

Slide 17 - Tekstslide

1. Welke 2 dingen kosten veel geld bij de dierenarts?

Slide 18 - Open vraag

Tekst 1
1. Welke 2 dingen kosten veel geld bij de dierenarts?
2. Wat biedt Jeanette, naast medische dierenhulp, nog meer aan?
3. Wie betaalt Jeanette's loon?

Slide 19 - Tekstslide

2. Wat biedt Jeanette, naast medische dierenhulp, nog meer aan?

Slide 20 - Open vraag

Tekst 1
1. Welke 2 dingen kosten veel geld bij de dierenarts?
2. Wat biedt Jeanette, naast medische dierenhulp, nog meer aan?
3. Wie betaalt Jeanette's loon?

Slide 21 - Tekstslide

3. Wie betaalt Jeanette's loon?

Slide 22 - Open vraag

2: Mehr Robben robben

Zijn de beweringen wel / niet waar?

1. Door Corona zijn er meer zeehondenbaby's.
2. Een vel van wol beschermt de jonge zeehonden tegen water.
3. Kegelzeehonden waren bijna uitgestorven.
4. De bezoekers lopen over een houten pad om de zeehonden te zien.
5. De mensen kunnen vlakbij de zeehonden komen.

Slide 23 - Tekstslide

1. Door Corona zijn er meer zeehondenbaby's.
A
wel waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

2: Mehr Robben robben

Zijn de beweringen wel / niet waar?

1. Door Corona zijn er meer zeehondenbaby's.
2. Een vel van wol beschermt de jonge zeehonden tegen water.
3. Kegelzeehonden waren bijna uitgestorven.
4. De bezoekers lopen over een houten pad om de zeehonden te zien.
5. De mensen kunnen vlakbij de zeehonden komen.

Slide 25 - Tekstslide

2. Een vel van wol beschermt de jonge zeehonden tegen water.
A
wel waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

2: Mehr Robben robben

Zijn de beweringen wel / niet waar?

1. Door Corona zijn er meer zeehondenbaby's.
2. Een vel van wol beschermt de jonge zeehonden tegen water.
3. Kegelzeehonden waren bijna uitgestorven.
4. De bezoekers lopen over een houten pad om de zeehonden te zien.
5. De mensen kunnen vlakbij de zeehonden komen.

Slide 27 - Tekstslide

3. Kegelzeehonden waren bijna uitgestorven.
A
wel waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

2: Mehr Robben robben

Zijn de beweringen wel / niet waar?

1. Door Corona zijn er meer zeehondenbaby's.
2. Een vel van wol beschermt de jonge zeehonden tegen water.
3. Kegelzeehonden waren bijna uitgestorven.
4. De bezoekers lopen over een houten pad om de zeehonden te zien.
5. De mensen kunnen vlakbij de zeehonden komen.

Slide 29 - Tekstslide

4. De bezoekers lopen over een houten pad om de zeehonden te zien.
A
wel waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

2: Mehr Robben robben

Zijn de beweringen wel / niet waar?

1. Door Corona zijn er meer zeehondenbaby's.
2. Een vel van wol beschermt de jonge zeehonden tegen water.
3. Kegelzeehonden waren bijna uitgestorven.
4. De bezoekers lopen over een houten pad om de zeehonden te zien.
5. De mensen kunnen vlakbij de zeehonden komen.

Slide 31 - Tekstslide

5. De mensen kunnen vlakbij de zeehonden komen.
A
wel waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

1. Hoe komt mineraalwater aan de smaak?

Slide 34 - Open vraag

2. Hoe weet men dat uit een bron water gehaald kan worden?

Slide 35 - Open vraag

Na Klar! online
Op Na Klar online kun je:
- de hele examens van 2018 I en 2018 II oefenen
- leesstrategieën oefenen 
- examenidioom oefenen
- verschillende vraagsoorten oefenen

--> We kijken nu waar je dit allemaal kunt vinden. 

Slide 36 - Tekstslide

Sites om mee te oefenen:
- lerenvoorhetexamen.nl
- digistudies.nl
- Mevrouw Ebbers (Youtube) 
- WRTS of Quizlet (examenidioom)
- duits.de/vaklokaal
- examenblad.nl 

Slide 37 - Tekstslide