introductieles Ilias epos en taaleigen

Het epos
-> teksttype
-> taaleigen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het epos
-> teksttype
-> taaleigen

Slide 1 - Tekstslide

In deze lessonup leer je
wat een epos is
hoe het epos 'Ilias' ontstaan is
wat er bijzonder is aan het taalgebruik in het epos

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over het ontstaan van de Ilias of het taalgebruik van de Ilias?

Slide 3 - Woordweb

volgende video: over orale traditie, helemaal interessant maar kijk vooral even vanaf 3.45 en vanaf 10.34 (met muziek!) om mee te maken hoe het is als een echte verteller een epos vertelt! 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Epos
Een epos of heldendicht is een lang, verhalend gedicht over een belangrijke mythologische of historische persoon en/of gebeurtenis.

NB: meervoud epen of, minder gebruikelijk, epossen

Een Grieks epos is een gedicht!

Slide 6 - Tekstslide

De Ilias
  • vernoemd naar Ilion, de Griekse naam voor Troje
  • beschrijft 51 dagen van het laatste jaar van de oorlog
  • mythologische personen onder andere: Achilles en Hektor
  • 24 boeken (Α -Ω) van ongeveer 800 regels elk

Slide 7 - Tekstslide

Hoe ontstond de Ilias?
orale traditie (= mondelinge overlevering)
zangers gaven verhalen mondeling door
ἀοιδός: bard/troubadour
professionals: ze kenden (hun versie van) de hele Ilias (o.i.d) uit hun hoofd
geïnspireerd door de muze (Kalliope)


Slide 8 - Tekstslide

Avondvullend entertainment

  • spannende verhalen
  • begeleid door een snaarinstrument
  • eigen repertoire
  • geen geschreven standaard

Slide 9 - Tekstslide

werk in uitvoering
  • start bij Mykeense beschaving
  • vanaf 11e eeuw vC verspreid naar Klein-Azië
  • eerst via het Aeolische dialect (de eilanden)
  • dan via het Ionische dialect (het vasteland)
  • tekst die goed werkte (formule) bleef

dit in de loop van enkele eeuwen!

Slide 10 - Tekstslide

kortom:
  • de epische taal was een kunsttaal
  • samengesteld uit verschillende tijden en verschillende dialecten
  • daardoor soms ook anachronismen
  • maakte gebruik van herhalingen en vaste formuleringen (formules)


Slide 11 - Tekstslide

Wat hoort bij elkaar?
ἀοιδός
Ilion
Klein-Azië
orale traditie
epos
Troje
monde-linge overleve-ring
professionele zanger
Ionisch dialect
helden-dicht

Slide 12 - Sleepvraag

Wat betekent dit concreet
  • Zie ook hoofdstuk 'taaleigen' in het boek!
  • In de tekst bijvoorbeeld: 
  • verschillende dialectvormen naast elkaar
  • namen hadden vaak een vast bijvoeglijk naamwoord (per naamval een andere): het epitheton ornans
  • vanwege het ritme (metri causa) worden sommige vormen aangepast

Slide 13 - Tekstslide

verschillende dialectvormen naast elkaar
Voorbeelden:
gen. ev. van woorden op ος:  οιο i.p.v. ου
gen. ev. van woorden op ης: αο of εω i.p.v. ου
gen. mv. van woorden op ης, α, η: αων of εων  i.p.v. ων
dat. mv. van woorden op ης, α, η: ῃσι(ν) i.p.v. αις
dat. mv. van woorden op ος, ον: οισι(ν) i.p.v. οις
dat. mv. van gem. declinatie: εσσι(ν) i.p.v. σι(ν)

Slide 14 - Tekstslide

epitheton ornans
lett: versierend bijv. nw.  (mv. epitheta ornantia)
vaste combinatie die niet altijd relevant is in de context
formule: bouwsteen voor de dichter
voorbeelden: 
de snelvoetige Achilles
de uilogige Athene
de stralende Odysseus

Slide 15 - Tekstslide

metri causa
  • om een goed ritme in stand te houden:
  • metrische verlenging: ε wordt ει,  ο wordt ου
  • diectasis: uitrekken van een lange klinker: ἕηκε ἧκε
  • vormen met enkele of dubbele medeklinkers: 
  • Ἀχιλῆος naast Ἀχιλλεύς
  • meestal geen augment

Slide 16 - Tekstslide

Een vast bijvoeglijk naamwoord heet:
A
diectasis
B
epitheton ornans
C
metri causa
D
verlenging

Slide 17 - Quizvraag

Het meervoud van epitheton ornans is
A
epitheta ornans
B
epitheton ornantia
C
epitheta ornanta
D
epitheta ornantia

Slide 18 - Quizvraag

Wat hielp de ἀοιδός bij het vertellen/zingen van zijn verhaal?
A
formules
B
berekeningen
C
het encheiridion
D
experimenten

Slide 19 - Quizvraag

En hoe ziet die epische kunsttaal eruit:



Voorbeelden uit het prooimion (de inleiding)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

En nu: 
zelf aan de slag!
Oefenen, oefenen,
oefenen. 
En dan herhalen, herhalen, herhalen!

Slide 31 - Tekstslide

volgende video: over orale traditie, helemaal interessant maar kijk vooral even vanaf 3.45 en vanaf 10.34 (met muziek!) om mee te maken hoe het is als een echte verteller een epos vertelt! 

Slide 32 - Tekstslide