H6 Lezen_ tekstdoelen & publiek_ 2BK

Hallo WB2A
Wat gaan we doen?

herhaling leerjaar 1 Tekstdoelen
H6 Lezen
Publiek

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hallo WB2A
Wat gaan we doen?

herhaling leerjaar 1 Tekstdoelen
H6 Lezen
Publiek

Slide 1 - Tekstslide

doel:

  • Ik kan het doel van een tekst herkennen
  • Ik kan aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is

Slide 2 - Tekstslide

Ik ken de 5 tekstdoelen
A
ja
B
nee
C
misschien
D
niet alle 5

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Doel van de tekst De schrijver wil Voorbeeld tekstsoort
amuseren
 je vermaken, je amuseren Verhaal, strip
informeren informatie geven Krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd
instrueren je iets leren of uitleggen Studietekst, recept, gebruiksaanwijzing
activeren je iets laten doen Reclametekst,uitnodiging, advertentie
overtuigen zijn mening geven bespreking van een boek, app of film

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Je krijgt straks verschillende slides te zien met afbeeldingen. 

Na de afbeelding krijg je de slide waarop je het antwoord kunt aanklikken.

Benoem steeds het tekstdoel van de schrijver.

Slide 11 - Tekstslide

tekstdoel?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 13 - Quizvraag

Uitleg

Dit is een krantenartikel, de schrijver wil met zijn tekst uitleggen waarom sommige medische apps gevaarlijk kunnen zijn.
Het doel van de schrijver is dus informeren.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 16 - Quizvraag

Uitleg

Jochem Meijer is een cabaretier en hij wil mensen graag aan het lachen maken. Zijn doel is dus mensen amuseren.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 19 - Quizvraag

Uitleg

Dit is een advertentie. Met een advertentie wil de schrijver dat de lezer iets gaat doen: hij moet naar de Mac gaan het familiepakket kopen. De schrijver wil dus activeren.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 22 - Quizvraag

Uitleg

Dit is een recept. Bij een recept krijg je stap voor stap uitgelegd hoe je iets moet doen. De schrijver geeft jou dus een instructie.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 25 - Quizvraag

Uitleg

Dit is een flyer van een politieke partij. De schrijver wil graag dat jij op die partij stemt, je moet dus iets doen. De schrijver wil jou dus activeren.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 28 - Quizvraag

Uitleg

Dit is best een lastige. Aan de titel kun je zien dat de schrijver een mening heeft. Je kunt namelijk schrijven: "Ik vind een Ipad niet slechter dan stoepkrijt of een blokkendoos". 
De schrijver wil jou dus overtuigen van zijn mening.

Slide 29 - Tekstslide

Dus...
Je weet dat er vijf verschillende tekstdoelen zijn en je kunt deze opnoemen.

Slide 30 - Tekstslide

Lezen H6
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek

Slide 31 - Tekstslide

Publiek
Een tekst is bedoeld voor lezers. Die lezers noemen we publiek.
Breed publiek (bijv. algemeen onderwerp voor alle volwassenen en jongeren)
Gerichte doelgroep (bijv. toeristen, studenten)
Een kleine groep mensen of één persoon (leden van een sportvereniging of een kaart naar je oma).

Slide 32 - Tekstslide

Om erachter te komen voor welk publiek een tekst bedoeld is, moet je letten op:
  • onderwerp
  • inhoud
  • taalgebruik
  • bron
  • lay-out

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht voor deze week:




H6 Lezen
Maak de startopdracht
Lees de theorie of kijk het instructiefilmpje
Maak daarna alle opdrachten in de digitale methode

Slide 34 - Tekstslide