Periode 2 - les 2 - wat is bijzonder aan de mens

Welkom
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 85 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Herhaling
Opdracht scheppingsverhaal
Dominante en subcultuur
Opdracht


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evolutietheorie bestaat uit 3 delen
A
Variatie, selectie, transformatie
B
Diversiteit, selectie, transformatie
C
Diversiteit, overerven, transmissie
D
Variatie, selectie, transmissie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Variatie is
A
De beste variant overleeft
B
Overerven van goeie genen
C
Alle planten/dieren van dezelfde soort zijn een beetje anders

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Transmissie is
A
De beste variant overleeft
B
Overerven van goeie genen
C
Alle planten/dieren van dezelfde soort zijn een beetje anders

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Selectie is
A
De beste variant overleeft
B
Overerven van goeie genen
C
Alle planten/dieren van dezelfde soort zijn een beetje anders

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoelt met 'survival of the fittest'?
A
De beste versie heeft de grootste kans op overleven
B
Als je gespierd bent, zal je overleven
C
Als je sterk bent, kun je de rest verslaan

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Niet ingeleverd? --> -1 op volgende opdracht

Wel ingeleverd? --> 0 tot +1 op volgende opdracht

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scheppingsverhaal
Waarom? --> mensen hadden geen antwoord op veel vragen, om orde in de chaos te scheppen bedachten ze verhalen die dingen konden verklaren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Hoe is de aarde ontstaan?

Waar komen mensen vandaan?

Waar komt liefde vandaan?





Waarom sterven we?

Waarom is er verschil tussen dag en nacht?
Waarom is er goed en kwaad?
Voorbeelden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Wat is er bijzonder aan de mens? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?
Alles wat geen natuur is - gemaakt door de mens

Natuur verandert erg langzaam, mensen (cultuur) niet. Kijk maar naar woningen nu vs 100 jaar geleden

Slide 12 - Tekstslide

Wat cultuur in ieder geval niet is, is duidelijk: cultuur is geen natuur. De natuur verandert bijvoorbeeld veel langzamer dan de cultuur: de woningen van mieren en bijen en konijnen zien er nog hetzelfde uit als duizenden jaren geleden. Mensenwoningen niet.
Maar de mens is ook onderdeel van de natuur. De mens is eigenlijk gewoon een dier, op dezelfde manier geëvolueerd als termieten en bevers en eenden. Het ingrijpen in de natuur dat wij doen, verschilt dat wel van het ingrijpen door de dieren die net genoemd zijn?

1900 woning
Moderne woning

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Helmut Plessner: "Mens is van nature kunstmatig"


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dier

Heeft vacht
Klauwen

Scherpe tanden


Mens

Niet, kleding nodig
Niet, wapens voor bescherming
Niet, bestek om te eten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als belangrijkste verschil: mens heeft geschiedenis (en schrijft dit op)

--> mens bouwt dus verder op al bestaande cultuur

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieren zijn centrisch. Een mens kan zich losmaken uit het hier en nu. Dat maakt ze excentrisch (= uit het midden)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karl Marx: "Cultuur is arbeid"
--> we bewerken onze omgeving en maken zo cultuur



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur gebruiken we om onszelf te verwerkelijken
--> meer onszelf worden
Als arbeid dit niet ten goede komt vervreemden we ons --> worden we minder onszelf

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Immanuel Kant "Sapere aude" (durf te denken)

Verlichting (18e eeuw)
Mondigheid --> cultuuroptimisme

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hegel --> Wereldgeest (geschiedenis + cultuur) kan enkel vooruit

These + antithese --> synthese 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur
De dominante cultuur is 
de overheersende cultuur van een land

Slide 23 - Tekstslide

https://schooltv.nl/video/dominante-cultuur-en-subculturen-iedereen-heeft-zijn-eigen-gewoontes/
De Nederlandse cultuur

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er bij de
Nederlandse cultuur?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Subcultuur

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subcultuur
Een kleinere groep (binnen de dominante cultuur) met een gemeenschappelijke cultuur

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carnaval - Limburg, Brabant ...
Fierljeppen - Friesland

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



- Geloof (vb Moslim)
- Muziek (vb rockers)
- Werk (vb docenten)
- Politiek (vb socialisten)
...



- Woonplaats (vb Groningers)
- Land van herkomst (vb Turken)
- Sport (vb voetballers)
...
Subculturen
Je bent onderdeel van meerdere subculturen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Inleverdatum: 24 november voor 23:59

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1
Omschrijf een subcultuur waar jij onderdeel van bent
Noem belangrijke kenmerken
Kies vervolgens één belangrijk gebruik (wat redelijk uniek is voor de subcultuur), of een belangrijke normen en waarden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Norm = gedragsregel obv waarden in een samenleving -> vind je normaal

Waarde = idee wat belangrijk gevonden wordt --> iets wat jij waardeert 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1
Omschrijf een subcultuur waar jij onderdeel van bent
Noem belangrijke kenmerken
Kies vervolgens één belangrijk gebruik (wat redelijk uniek is voor de subcultuur), of een belangrijke normen en waarden

Vervolgens vergelijking obv tijd en plaats

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijking op plaats

Het gebruik, de normen en waarden zijn ergens anders misschien heel gek. Je gaat dit dus vergelijken met een vergelijkbaar gebruik ergens anders
Vergelijking op tijd

Dit gebruik, of normen en waarden was vroeger misschien anders. Je gaat dus vergelijken met vroeger. Hoe ging het toen, en waarom?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Afsluitend schrijf je een conclusie. Hierin ga je (deels) antwoord geven op de vraag "wat maakt de mens bijzonder". Dit antwoord bestaat uit het door jouw genoemde voorbeeld en vergelijkingen, en combineer je met de vandaag genoemde theorieën. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies