oefen voor so periode 3 brugklas
1 / 16
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
le pantalon est vert
A
de korte broek is groen
B
de rok is groen
C
de lange broek is groen
D
de jurk is groen
Slide 2 - Quizvraag
les chaussures sont blanches
A
de schoenen zijn wit
B
de schoenen zijn grijs
C
de gympen zijn wit
D
de schoenen zijn grijs
Slide 3 - Quizvraag
de rok is roze
A
la jupe est violette
B
la jupe est rose
C
la jupe est blanche
D
la jupe est rosee
Slide 4 - Quizvraag
het dak is wit
A
le toit est blanche
B
le toit est blanc
C
la fenêtre est blanche
D
les fenêtres sont blanches
Slide 5 - Quizvraag
De eerste dag van de week is maandag. Jij gaat naar de boerderij
A
Le premier jour de la semaine est lundi. Tu vas à la ferme.
B
Le premier jour de la semaine est lundi. Il va au supermaché
C
Le premier jour de la semaine est lundi. Il va à la ferme.
D
Le premier jour de la semaine est lundi. Elle va à la ferme.
Slide 6 - Quizvraag
De tweede dag van de week is dinsdag.
Slide 7 - Open vraag
De vierde maand van het jaar is april
Slide 8 - Open vraag
Het meisje draagt een blauwe hoed
Slide 9 - Open vraag
le pantalon est
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues
Slide 10 - Quizvraag
les pantalons sont
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues
Slide 11 - Quizvraag
La basket est
A
blanc
B
blancs
C
blanches
D
blanche
Slide 12 - Quizvraag
Les baskets sont
A
blancs
B
blanches
C
blanc
D
blanche
Slide 13 - Quizvraag
le jameau est
A
brun
B
bruns
C
brune
D
brunes
Slide 14 - Quizvraag
la fenêtre
A
grise
B
gris
C
grises
D
blanc
Slide 15 - Quizvraag
les fenêtres
A
grise
B
blancs
C
gris
D
grises
