Tijd van pruiken en revoluties

Tijd van pruiken en revoluties
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tijd van pruiken en revoluties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting 

'Periode (18e eeuw) waarin een kritische houding ontstond tegenover geloof en traditie en een groot vertrouwen in de mogelijkheid de wereld rationeel te doorgronden.'

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa 18e eeuw
verschillende bestuursvormen:
- absoluut vorst(Frankrijk)
- regenten en stadhouder (Republiek)
- koning en parlement (Engeland)

traditie en geloof (nog) erg belangrijk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke Revolutie
systematisch kennis verwerven:
- rationalisme (verstand)
- empirisme (waarneming)

gevolgen:
- ontdekking van natuurwetten
- vooruitgangsgedachte

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichting
Rationalisme leidt tot een ideale samenleving:
- sociale verhoudingen
- rechtspraak
- politiek
- godsdienst
- economie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale verhoudingen
Uitgangssituatie:
- veel ongelijkheid
- standensamenleving

Verlichte denkers:
- alle mensen hebben natuurrechten
- gelijkheid voor alle achtergestelde groepen
- vrijheid voor individuele burger

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek
Uitgangssituatie:
- absolutisme (ancien régime)
- koning en parlement
- regenten

Verlichte denkers:
- sociaal contract (John Locke
- volkswil (Jean-Jacques Rousseau)
- Trias Politica (Charles de Montesquieu)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal contract
Uitgangssituatie:
vorst heeft absolute macht door droit divin

Locke
contract tussen burgers en vorst:
* burgers dragen taken over aan vorst
* vorst beschermt burgers door wetgeving
* als een vorst dit niet goed doet, mag hij afgezet worden
John Locke (1632-1704)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

volkswil
Uitgangssituatie:
vorst heeft absolute macht door droit divin

Rousseau
* alle mensen zijn gelijk
* soevereiniteit ligt bij het volk

Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica
Charles de Montesquieu

Kenmerken:

- uitvoerende macht (regering)
- wetgevende macht (parlement)
- rechterlijke macht (rechtspraak)

DEMOCRATIE

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlicht absolutisme
Sommigen absoluut vorsten
werden beïnvloed door de Verlichting:

Verlichte vorsten
(geloofsvrijheid,
beter onderwijs)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding van de ideeën
- brieven
- publicaties (tijdschriften, boeken)
- discussies in koffiehuizen en salons

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavernij in de koloniën
https://schooltv.nl/video/dossier-geschiedenis-nederland-en-de-slavernij-afl-1-handel-in-tot-slaaf-gemaakten/#q=slavernij


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavernij in de koloniën
Plantagekoloniën

Marrons

John Stedman en Boni

Abolitionisme

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van revoluties
In de 2e helft van de 18e eeuw 
belangrijke revoluties:

-Amerikaanse Revolutie (1775-1783)
-Patriotse revolutie (1780-1787)
-Franse Revolutie (1789-1799)
-Bataafse Revolutie (1794-1799)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van revoluties
Patriotse Revolutie (1780-1787)

Republiek leek steeds meer op monarchie

Economisch slechte tijden

Burgers te weinig invloed

Patriotten komen in actie

Revolutie onderdrukt in 1787 


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Revolutie der revoluties
Waarom? 
-Radicaler dan de andere revoluties
-Half Europa raakt erbij betrokken

Slide 17 - Tekstslide

Radicaler dan in de Republiek en Amerika want Frankrijk nog feodale samenleving met oneerlijke standenmaatschappij
Oorzaken Franse Revolutie
Oorzaken: 
-Schulden 
-Ontevredenheid
-Verspreiding verlichte ideeën 



Slide 18 - Tekstslide

In 1789 was de schatkist leeg vanwege dure oorlogen en misoogsten. Er kwam te weinig belasting binnen.
 
Rijke burgers wilden meer macht
arme burgers/boeren wilden een beter bestaan
Oneerlijke lastenverdeling. Best meer belasting betaling als de rijken ook meer zeggenschap in het bestuur krijgen. (vb VS: no taxation without representation)

Publiek debat door komst boeken verlichte denkers


Aanleiding Franse Revolutie
-Bijeenroepen Staten-Generaal vanwege lege schatkist

-Ruzie over stemprocedure

Slide 19 - Tekstslide

3e stand wilde niet dat er per stand gestemd werd maar per hoofd. Werd niet gehonoreerd. Woedend vergadering verlaten.
Eed op de kaatsbaan. 20 juni 1789
De koning stuurt leger. Gevolg: bestorming van de Bastille.
Gevolgen (eerste fase, gematigd)
1789-1792

3 belangrijke documenten komen tot stand:
-Verklaring van de rechten van de mens en de
 burger
-Nieuwe grondwet (constitutionele monarchie)
-De verklaring van de rechten van de vrouw.

Slide 20 - Tekstslide

Verklaring rechten van de mens rekende af met standensamenleving en absolutisme. 
Gevolgen (tweede fase, radicaal)
-1792-1794
-Radicale revolutionairen (Jacobijnen) grijpen de macht
-Robespierre
-Terreur
-Executie o.a. koning 
-Einde ancien regime




Slide 21 - Tekstslide

De grondwet leidde niet tot stabiel bestuur. Spanningen namen toe. Slechte economie, oorlog met Oostenrijk en verschillen van inzicht over positie koning. 
Jacobijnen vonden de revolutie niet ver genoeg gaan, want velen hadden het nog net zo slecht als daarvoor. Ze wilden algemeen kiesrecht en wilden een maximum broodprijs.
Gevolgen (derde fase, gematigd)
-1794-1799
-Gematigde revolutionairen (Girondijnen) grijpen de macht
-Directoire




Slide 22 - Tekstslide

Onstabiel. Steeds afhankelijker van leger om orde te handhaven
Gevolgen (vierde fase, keizerrijk)
-1799-1815
-Machtsovername Napoleon
-Code Napoleon
-Slag bij Waterloo (1815)




Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bataafse Revolutie 1795


Ook wel 2e Patriotse Revolutie genoemd. Slaagt nu wel.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bataafse Republiek


Discussie over:
1. Wie kiesrecht?
2. Welke staatsvorm

Frankrijk bepaalde dat NL eenheidsstaat werd

1798: eerste grondwet van NL

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bataafse Republiek


Uitgangspunten eerste grondwet:

1. Alle burgers gelijk
2. Scheiding der machten
3. onafhankelijkheid rechterlijke macht (rechtsstaat)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde Bataafse Republiek


1799: staatsgreep Napoleon

1804: Napoleon keizer

1806: Lodewijk Napoleon koning over NL

1810: NL wordt bij FR gevoegd

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1814: NL wordt een constitutionele monarchie

Parlementsleden krijgen:
-recht van initiatief
-recht van begroting

Willem I regeerde per koninklijk besluit

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen
balance of power
1814-1815
 belangrijkste aanwezigen: 
- Pruisen
- Oostenrijk
- Rusland
- Verenigd Koninkrijk

staatkundige herordening van Europa

Restauratie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies