H10 Morele ontwikkeling MWWE

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vinden jullie dat stelen kan?
Ja
Neutraal
Nee

Slide 2 - Poll

Stel je voor: een kindje van 6j steelt een snoepje in de Kruidvat? Is dit fout?
Ja
Neutraal
Nee

Slide 3 - Poll

Stel je voor: een mama van een zwaar ziek kindje steelt medicatie omdat ze in armoede leeft en haar kindje toch wil helpen? Is dit fout?
Ja
Neutraal
Nee

Slide 4 - Poll

Inleiding
Kijk naar het volgende filmfragment (2'35") over doxing en beantwoord daarna de vragen.



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Inleiding
Beantwoord de volgende vragen rond het filmfragment over doxing:
  • Vind je dat doxing kan in bepaalde situaties? Waarom wel/niet?
  • Wat doe je als je een (pikante) foto ontvangt/doorgestuurd krijgt? Denk aan sexting (H8)?
  • Is het oké om zulke beelden te bewaren/door te sturen?
  • Kun je persoonlijke gegevens van daders doorgeven via sociale media (denk aan Acid)?
  • ...



Slide 7 - Tekstslide

Inleiding
Wat bepaalt ook alweer vaak hoe wij ons gedragen in de samenleving?
  • normen en waarden
Deze verschillen voor ieder individu.

Morele ontwikkeling =
  • rijping van iemands rechtvaardigheidsgevoel
  • rijping van het besef van goed en kwaad
  • het gedrag dat iemand daarbij stelt

Slide 8 - Tekstslide

1. Jean Piaget p.153
  •  Naast een cognitieve ontwikkelingstheorie heeft Piaget ook een theorie over de morele ontwikkeling uitgewerkt. 
  • Wat is een moreel dilemma?



Slide 9 - Tekstslide

1. Jean Piaget p. 153
Een moreel dilemma is 
  • een situatie waarin 
  • een persoon geconfronteerd wordt met twee of meer keuzes, 
  • waarbij elke keuze voordelen en nadelen met zich meebrengt, 
  • en waarbij de persoon zich bewust is van de morele gevolgen van elke keuze. 
  • Meestal: moeilijk om te beslissen wat het juiste is om te doen (omdat elke optie ethisch beladen is en tegenstrijdig kan zijn met de persoonlijke waarden, sociale normen of verantwoordelijkheden)

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden morele dilemma's. 
Wat zou jij doen?
In de volgende slides komt er een moreel dilemma tevoorschijn.
Geef kort aan wat jij persoonlijk zou doen in deze situatie.
Denk zeker ook na waarom je dit kiest.

Slide 11 - Tekstslide

Stel je voor dat een groep vrienden een klasgenoot pest. Jij bent bevriend met de pesters, maar je voelt dat het verkeerd is om mee te doen. Het dilemma is tussen het behouden van vriendschap en opkomen voor wat juist is.

Slide 12 - Open vraag

Je zit in een groepswerk en een van je groepsleden stelt voor om een deel van een artikel van het internet te kopiëren zonder bronvermelding. Het dilemma is tussen het behalen van goede cijfers en het naleven van academische integriteit.

Slide 13 - Open vraag

1.1 Stadia van morele ontwikkeling volgens Piaget p. 153
  1. Fase van het moreel realisme
  2. Fase van de beginnende samenwerking
  3. Fase van het moreel relativisme 

Piaget - even opfrissen cognitieve ontwikkeling (parallel lopend)
  • (Baby/peuter: sensomotorische fase)
  • Kleuter: preoperationele fase - symbolen begrijpen
  • Schoolkind: concreet operationele fase - logische denkhandelingen
  • Adolescent: formeel operationele fase - hypothetisch denken

Slide 14 - Tekstslide

1.1 Stadia van morele ontwikkeling volgens Piaget p. 153
Fase van het moreel realisme
  • Gebaseerd op relatie volwassen autoriteit
  • Regels staan vast -> spel verloopt op vaste manier
  • Cognitief echter nog niet (altijd) voldoende begrip
  • Samenspelen met elk eigen regels

Slide 15 - Tekstslide

1.1 Stadia van morele ontwikkeling volgens Piaget p. 153
Fase van de beginnende samenwerking
  • Spel krijgt socialer karakter
  • Formele regels begrijpen/leren -> gemeenschappelijke kennis om te spelen
  • Regels blijven grotendeels onveranderlijk

Slide 16 - Tekstslide

1.1 Stadia van morele ontwikkeling volgens Piaget p. 153
Fase van het moreel relativisme
  • Nuttige/functionele regels onderscheiden
  • Regel veranderen kan mits gemeenschappelijk akkoord
  • Gebaseerd op relatie gelijkwaardige leeftijdsgenoten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

1.2 Morele ontwikkeling en rechtvaardigheid p. 154
Oef. 1 p. 154: Lees de situatie
  • Welke jongen is het stoutst?
  • Waarom vind je dat?

Rechtvaardigheid is van groot belang in morele ontwikkeling -> volgens Piaget afhankelijk van het morele stadium van kinderen hoe ze daarover denken
-> kind in moreel realisme of moreel relativisme (boek)
1.2 Morele ontwikkeling en rechtvaardigheid p. 154
Oef. 1 p. 154: Welke jongen is het stoutst? Waarom?

Rechtvaardigheid is van groot belang in morele ontwikkeling -> hoe kinderen daarover denken -> (volgens Piaget) afhankelijk van het morele stadium waarin ze zitten
-> kind in moreel realisme of moreel relativisme -> gevolgen vs intentie 

1.3 Reacties op de morele ontwikkelingstheorie p. 154
Wetenschappelijk gezien moeten we altijd kritisch zijn: lees de reacties op Piaget (samen lezen in boek).

Slide 19 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg p. 155
Piaget zat op het juiste spoor...
Maar is de morele ontwikkeling afgerond op 12jarige leeftijd?

  • Lawrence Kohlberg bouwde verder
  • Ook adolescentie en volwassenheid
  • Spoiler-alert: niet iedereen raakt op zelfde niveau!

Slide 20 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg p. 155

Slide 21 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg p. 155
Oef. 2 p. 155: Wat zou jij doen als je mevr. Brouwers was? Motiveer je keuze.

2.1 Stadia van morele ontwikkeling (zie boek)
  • kind van < 10 jaar: uit de gevangenis ontsnappen mag niet
  • tieners denken abstracter en hebben een eigen mening = stap vooruit in morele ontwikkeling
  • 14 jaar: genuanceerder: kijken niet enkel naar overtreding, maar ook wat daarna gebeurt

Slide 22 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg
2.1 Stadia van morele ontwikkeling p. 156
Kohlberg: aantal stappen in morele ontwikkeling gebaseerd niet op of iemand ja/nee zegt, maar de reden erachter waarom DUS niet het antwoord is belangrijk, wel de verantwoording erachter.

3 niveaus met elk 2 fasen, alle niveaus/fasen volgen elkaar op

Belangrijke info in boek (p. 156), volgend schema en filmpje(s)!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg p. 155

Slide 25 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg: een voorbeeld

Slide 26 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg
Oef. 3 p. 157 voorbereiden + verbeteren (mondeling)

Kohlberg:
  • tieners -> fase 3 -> morele keuzes vooral obv goedkeuring anderen
  • morele ontwikkeling heeft invloed op  ons gedrag -> delinquente jongeren blijven in fase 1 of 2 -> lager niveau van redeneren obv kans op straf en beloning
  • volwassenen in praktijk vaak niet verder dan fase 4

2.2 Reacties op de morele ontwikkelingstheorie p. 157-158
Wetenschappelijk gezien moeten we altijd kritisch zijn: lees de reacties op Kohlberg (samen lezen in boek).

Slide 27 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg: Oef. 4 p. 158 (correctie)
Fragmenten moreel juist/fout gedrag:
  • Fase 2 - schoolkind: Ze steelt geld ut een portemonnee uit eigenbelang. Ze kan er leuke dingen mee kopen.
  • Fase 1 - adolescent: Ze steelt make-up omdat ze weet dat ze toch niet echt gestraft wordt.
  • Fase 2 - adolescent: Ze verdient veel geld met de productie van drugs.
  • Fase 1 - volwassene: Ze kan vreemdgaan omdat ze ermee wegkomt. Ze wordt er  niet voor gestraft.
  • Fase 2 - volwassene: Ze liegt bij een sollicitatie omdat ze er een fantastische baan mee kan krijgen.
  • Fase 3 - volwassene: Ze gaat niet vreemd omdat ze dat  haar man niet wil aandoen. Hij verdient dat niet.

Slide 28 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg: Oef. 4 p. 158 (correctie)
Twee oorzaken van onveilige hechting:
  • Haar ouders hadden weinig tot geen aandacht voor Linda. Ze werd emotioneel verwaarloosd.
  • Haar emoties werden nooit gespiegeld.

Slide 29 - Tekstslide