H10 Morele ontwikkeling

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Inleiding
Kijk naar het volgende filmfragment over doxing en beantwoord daarna de volgende vragen:
  • Vind je dat doxing kan in bepaalde gevallen? Waarom wel/niet?
  • Wat doe je als je een (pikante) foto ontvangt/doorgestuurd krijgt? Denk aan sexting (H8)?
  • Is het oké om zulke beelden te bewaren/door te sturen?
  • Kun je persoonlijke gegevens van daders doorgeven via sociale media (denk aan Acid)?
  • ...



Slide 3 - Tekstslide

Inleiding
Wat bepaalt ook alweer vaak hoe wij ons gedragen in de samenleving?
  • normen en waarden
Deze verschillen voor ieder individu.

Morele ontwikkeling =
  • rijping van iemands rechtvaardigheidsgevoel
  • rijping van het besef van goed en kwaad
  • het gedrag dat iemand daarbij stelt

Slide 4 - Tekstslide

1. Jean Piaget p. 153
  •  Naast een cognitieve ontwikkelingstheorie heeft Piaget ook een theorie over de morele ontwikkeling uitgewerkt. 
  • Wat is een moreel dilemma?



Slide 5 - Tekstslide

1. Jean Piaget p. 153
Een moreel dilemma is 
  • een situatie waarin 
  • een persoon geconfronteerd wordt met twee of meer keuzes, 
  • waarbij elke keuze voordelen en nadelen met zich meebrengt, 
  • en waarbij de persoon zich bewust is van de morele gevolgen van elke keuze. 
  • Het kan moeilijk zijn om te beslissen wat het juiste is om te doen omdat elke optie ethisch beladen is en tegenstrijdig kan zijn met de persoonlijke waarden, sociale normen of verantwoordelijkheden.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden morele dilemma's. Wat zou jij doen?
  • Stel je voor dat een groep vrienden een klasgenoot pest. Jij bent bevriend met de pesters, maar je voelt dat het verkeerd is om mee te doen. Het dilemma is tussen het behouden van vriendschap en opkomen voor wat juist is.
  • Je zit in een groepswerk en een van je groepsleden stelt voor om een deel van een artikel van het internet te kopiëren zonder bronvermelding. Het dilemma is tussen het behalen van goede cijfers en het naleven van academische integriteit.



Slide 7 - Tekstslide

1.1 Stadia van morele ontwikkeling volgens Piaget p. 153
  1. Fase van het moreel realisme
  2. Fase van de beginnende samenwerking
  3. Fase van het moreel relativisme 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

1.2 Morele ontwikkeling en rechtvaardigheid p. 154
Oef. 1 p. 154: Lees de situatie
  • Welke jongen is het stoutst?
  • Waarom vind je dat?

Rechtvaardigheid is van groot belang in morele ontwikkeling -> volgens Piaget afhankelijk van het morele stadium van kinderen hoe ze daarover denken
-> kind in moreel realisme of moreel relativisme (boek)
1.2 Morele ontwikkeling en rechtvaardigheid p. 154
Oef. 1 p. 154: Welke jongen is het stoutst? Waarom?

Rechtvaardigheid is van groot belang in morele ontwikkeling -> hoe kinderen daarover denken -> (volgens Piaget) afhankelijk van het morele stadium waarin ze zitten
-> kind in moreel realisme of moreel relativisme -> gevolgen vs intentie (samen lezen in boek)

1.3 Reacties op de morele ontwikkelingstheorie p. 154
Wetenschappelijk gezien moeten we altijd kritisch zijn: lees de reacties op Piaget (samen lezen in boek).

Slide 10 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg p. 155

Slide 11 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg p. 155
Wat zou jij doen als je mevrouw Brouwers was? Motiveer je keuze.

Kohlberg werkte verder op het werk van Piaget. Hij gebruikte ook de methodiek van morele dilemma's én onderzocht ook de adolescentie en de volwassenheid.

2.1 Stadia van morele ontwikkeling (zie boek)
  • kind van < 10 jaar: uit de gevangenis ontsnappen mag niet
  • tieners denken abstracter en hebben een eigen mening = stap vooruit in morele ontwikkeling
  • 14 jaar: genuanceerder: kijken niet enkel naar overtreding, maar ook wat daarna gebeurt

Slide 12 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg
2.1 Stadia van morele ontwikkeling p. 156
Kohlberg: aantal stappen in morele ontwikkeling gebaseerd niet op of iemand ja/nee zegt, maar de reden erachter waarom DUS niet het antwoord is belangrijk, wel de verantwoording erachter.

3 niveaus met elk 2 fasen, alle niveaus/fasen volgen elkaar op

Belangrijke info in boek (p. 156), volgend schema en filmpje(s)!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg p. 155

Slide 15 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg: een voorbeeld

Slide 16 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg
Oef. 3 p. 157 voorbereiden + verbeteren (mondeling)

Kohlberg:
  • tieners -> fase 3 -> morele keuzes vooral obv goedkeuring anderen
  • morele ontwikkeling heeft invloed op  ons gedrag -> delinquente jongeren blijven in fase 1 of 2 -> lager niveau van redeneren obv kans op straf en beloning
  • volwassenen in praktijk vaak niet verder dan fase 4

2.2 Reacties op de morele ontwikkelingstheorie p. 157-158
Wetenschappelijk gezien moeten we altijd kritisch zijn: lees de reacties op Kohlberg (samen lezen in boek).

Slide 17 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg: Oef. 4 p. 158 (correctie)
Fragmenten moreel juist/fout gedrag:
  • Fase 2 - schoolkind: Ze steelt geld ut een portemonnee uit eigenbelang. Ze kan er leuke dingen mee kopen.
  • Fase 1 - adolescent: Ze steelt make-up omdat ze weet dat ze toch niet echt gestraft wordt.
  • Fase 2 - adolescent: Ze verdient veel geld met de productie van drugs.
  • Fase 1 - volwassene: Ze kan vreemdgaan omdat ze ermee wegkomt. Ze wordt er  niet voor gestraft.
  • Fase 2 - volwassene: Ze liegt bij een sollicitatie omdat ze er een fantastische baan mee kan krijgen.
  • Fase 3 - volwassene: Ze gaat niet vreemd omdat ze dat  haar man niet wil aandoen. Hij verdient dat niet.

Slide 18 - Tekstslide

2. Lawrence Kohlberg: Oef. 4 p. 158 (correctie)
Twee oorzaken van onveilige hechting:
  • Haar ouders hadden weinig tot geen aandacht voor Linda. Ze werd emotioneel verwaarloosd.
  • Haar emoties werden nooit gespiegeld.

Slide 19 - Tekstslide