Klas 3 - week 5a

Je me présente :)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Je me présente :)

Slide 1 - Tekstslide

SEMAINE #5 
Aujourd'hui:
- even bijpraten :) 
- les objectifs
- planning
- vocabulaire LE VISAGE
- bijwoord 
- les devoirs = het huiswerk
- les objectifs


Slide 2 - Tekstslide

SEMAINE #5
Les objectifs:

- Ik weet wat ik de komende weken moet leren.
- Ik kan een gezicht beschrijven in 3 korte zinnen.
- Ik herken een bijwoord in een Franse zin.




Slide 3 - Tekstslide

SEMAINE #5 
Aujourd'hui:
- even bijpraten :) 
- les objectifs
- planning
- vocabulaire LE VISAGE
- bijwoord
- les devoirs
- les objectifs?


Slide 4 - Tekstslide

vocabulaire LE VISAGE

Slide 5 - Tekstslide

timer
10:00
10 minutes --> voca LE VISAGE

Slide 6 - Tekstslide

vocabulaire LE VISAGE
  • Il & elle 
  • est & a
  • c'est 

Slide 7 - Tekstslide

vocabulaire LE VISAGE
Elle a les cheveux bruns.
Il a les cheveux bruns.

Slide 8 - Sleepvraag

vocabulaire LE VISAGE
Il a une moustache.
Il a une barbe.

Slide 9 - Sleepvraag

vocabulaire LE VISAGE
Il n'est pas chauve.
Il est chauve.

Slide 10 - Sleepvraag

IMPORTANT :)
1       Il & elle  --> man & vrouw 
2      est / a    -->  is /  heeft

3      C'est un homme, il est ...
        C'est une femme, elle est .. 




Il est chauve.
Il a une moustache.
vocabulaire LE VISAGE

Slide 11 - Tekstslide

vocabulaire LE VISAGE
C'est un homme
1
Il a les cheveux.
2
Il a deux yeux.
3

Slide 12 - Tekstslide

1
2
3
vocabulaire LE VISAGE

Slide 13 - Tekstslide

1
2
3
vocabulaire LE VISAGE

Slide 14 - Tekstslide

C'est un homme.
1
Il est chauve.
2
Il a une barbe.
3
vocabulaire LE VISAGE

Slide 15 - Tekstslide

vocabulaire LE VISAGE
Zelf oefenen :)

Slide 16 - Tekstslide

SEMAINE #5 
Aujourd'hui:
- even bijpraten :) 
- les objectifs
- plan
- vocabulaire uiterlijk
- bijwoord
- les devoirs
- les objectifs?


Slide 17 - Tekstslide

BIJWOORD = ADVERBE
  • Wat is een bijwoord ook al weer?
  • Hoe herken je een bijwoord?
  • even oefenen :)
Wanneer gebruik je een bijwoord in het Frans?
--> een bijwoord zegt iets over een handeling --> over een werkwoord

- Le train roule rapidement = de trein rijdt snel.
- Il parle lentement = hij praat langzaam

Verschil bijwoord & bijvoeglijk naamwoord
--> bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

BIJVOEGLIJK : Le chien est méchant = de hond is gevaarlijk 
BIJWOORD: Le chien regarde méchamment = de hond kijkt gevaarlijk
Je herkent een bijwoord aan de MENT op het einde van het woord.

Er zijn 4 uitzonderingen:
- bien = goed
- mieux = beter
- mal = slecht
- longtemps =lang

Slide 18 - Tekstslide

Bijwoord in de zin?
La rue du Marché? C'est facile.
A
OUI
B
NON

Slide 19 - Quizvraag

Bijwoord in de zin?

Heureusement, l'avion n'avait pas de retard.
A
OUI
B
NON

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het bijwoord? vertaling?

Heureusement, l'avion n'avait pas de retard.

Slide 21 - Open vraag

Bijwoord in de zin?

Ta chambre est joliment décorée.
A
OUI
B
NON

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het bijwoord? vertaling?

Ta chambre est joliment décorée.

Slide 23 - Open vraag

Bijwoord in de zin?

C'est un travail dangereux.
A
OUI
B
NON

Slide 24 - Quizvraag

Bijwoord in de zin?

Ils ont attendu longtemps chez le médecin.
A
OUI
B
NON

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het bijwoord? vertaling?

Ils ont attendu longtemps chez le médecin.

Slide 26 - Open vraag

SEMAINE #5 
Aujourd'hui:
- even bijpraten :) 
- les objectifs
- plan
- vocabulaire uiterlijk
- bijwoord
- les devoirs
- les objectifs?


Slide 27 - Tekstslide

LES ANIMAUX
Les devoirs - VRIJDAG 8 JANUARI - voor 8:00 uur








maken 
leren
- exercice 1 Docs Une déscription physique


- Vocabulaire LE VISAGE F-NL/NL-F


Slide 28 - Tekstslide

SEMAINE #5 
Aujourd'hui:
- even bijpraten :) 
- les objectifs
- plan
- vocabulaire uiterlijk
- bijwoord
- les devoirs
- les objectifs?


Slide 29 - Tekstslide

SEMAINE #5
Les objectifs:

- Ik weet wat ik de komende weken moet leren.
- Ik kan een gezicht beschrijven in 3 korte zinnen.
- Ik herken een bijwoord in een Franse zin.




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

SEMAINE #5 
Aujourd'hui:
- even bijpraten :) 
- les objectifs
- plan
- vocabulaire uiterlijk
- bijwoord
- les devoirs
- les objectifs?


Slide 32 - Tekstslide