Lezen met Begrip

Lezen met Begrip
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen met Begrip

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie de begrippen onderwerp, hoofdgedachte, argumenten, feiten, mening, tekstdoel, tekstvorm, publiek, tekstsoort, signaalwoorden en verbanden toepassen op teksten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over begrippen die te maken hebben met lezen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Onderwerp
Het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is de belangrijkste boodschap of idee in een tekst. Het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd. 

Kan letterlijk in de tekst staan, maar dat hoeft niet. 

Vaak een kernzin, meerdere woorden. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Argumenten, Feiten, Mening
Feiten zijn objectieve informatie.  (kun je controleren, op waarheid gebaseerd) 

Een mening is een persoonlijke overtuiging.

Argumenten zijn redenen die worden gegeven om een standpunt/mening te ondersteunen. Argumenten kunnen objectief of subjectief zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Tekstdoel
Het tekstdoel is het doel dat de schrijver wil bereiken met de tekst, zoals informeren, overtuigen, overhalen of amuseren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Tekstvorm
De tekstvorm is de manier waarop de tekst is opgebouwd, zoals een betoog, een nieuwsbericht of een recensie.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Publiek
Het publiek is de groep mensen voor wie de tekst bedoeld is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Tekstsoort
De tekstsoort is het genre van de tekst, zoals een roman, een gedicht of een biografie.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip: Signaalwoorden en Verbanden
Signaalwoorden zijn woorden die aangeven hoe zinnen of alinea's met elkaar verbonden zijn. Verbanden laten zien hoe informatie in een tekst met elkaar samenhangt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.