Geld lenen kost geld

Geld lenen kost geld
  1. je maakt je eigen LessonUp opdrachten digitaal
  2. je mag per groep werken, maar zie punt 
  3. de test staat op 20/20

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geld lenen kost geld
  1. je maakt je eigen LessonUp opdrachten digitaal
  2. je mag per groep werken, maar zie punt 
  3. de test staat op 20/20

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een geldezel?

Slide 2 - Open vraag

Geld lenen kost geld

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
… kun je vier verschillende vormen van lenen noemen.
….kun je uit leggen dat geld lenen niet gratis is
….weet je hoe je de krediet rente moet uitrekenen
….kun je uitleggen wat een maandtermijn is
… kun je uitleggen waar een maandtermijn uit bestaat.



Slide 4 - Tekstslide

Waarom lenen mensen?

Slide 5 - Woordweb

Ik zou geld lenen voor het maken van een reis.
Ja
Misschien
Nee

Slide 6 - Poll

Bedenk 1 voordeel van geld lenen.

Slide 7 - Open vraag

Bedenk 1 nadeel van geld lenen.

Slide 8 - Open vraag

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een auto.
Ja
Misschien
Nee

Slide 9 - Poll

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een nieuwe koelkast.
Ja
Misschien
Nee

Slide 10 - Poll

Voor welke aankoop lenen de meeste mensen geld? (antwoord m.b.v. recente data online)
A
Het maken van een reis.
B
De aankoop van een auto.
C
De aankoop van een nieuwe televisie.
D
De aankoop van een huis.

Slide 11 - Quizvraag

Ik zou geld lenen voor de aankoop van een huis.
Ja
Misschien
Nee

Slide 12 - Poll

Waarom is het niet verstandig om te lenen voor een reis?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Lenen kost geld
Leenmotieven
Leenmotieven zijn redenen om te lenen:
  • tijdelijk geldtekort
  • betalen van een onvoorziene uitgave.
  • niet eerst willen sparen.
  • aankoop onroerend goed (woning)
  • aanschaf van duurzame consumptiegoederen

Slide 15 - Tekstslide

Je leent geld van je moeder omdat je een nieuw paar schoenen wil kopen.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 16 - Quizvraag

Je koopt de nieuwe Playstation 5 op afbetaling.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 17 - Quizvraag

Je leent geld van oma omdat je jouw kapotte telefoonscherm wil laten vervangen.
A
Onvoorziene uitgave
B
Direct iets willen kopen
C
Tijdelijk geldtekort

Slide 18 - Quizvraag

Lenen kost geld
Soorten leningen
Persoonlijke lening (bv. koop op afbetaling of huurkoop)
  • Je leent geld voor één bepaald doel.
  • Duur van de lening staat vast.
Doorlopend krediet
  • Je kan kopen totdat maximumbedrag bereikt is.
  • Je kan reeds terugbetaald geld opnieuw lenen.
Hypotheek
  • Lening voor de aankoop van een woning

Slide 19 - Tekstslide

Leg de onderstaande zin uit:
"Let op! Geld lenen kost geld."

Slide 20 - Open vraag

Geleend bedrag
Duur van lening
Maandtermijn
Bestaat uit:
  • Aflossing
  • Rente
Rente
Altijd per jaar!
Kredietkosten
Totaal terug te betalen:
€ 196,97 per maand x 60 maanden = € 11.818

Kredietkosten bedragen:
€ 11.818 - € 10.000 = € 1.818

Slide 21 - Tekstslide

Lenen kost geld
Begrippen
De looptijd is de duur van een lening.

Elke maand betaal je een maandtermijn, deze bestaat uit:
  • deel aflossing: het geleende geld terugbetalen
  • deel rente: de kost om geld te lenen

 (maandtermijnen x looptijd in maanden) - geleend bedrag = kredietkosten

Slide 22 - Tekstslide

Aflossen is het terugbetalen van geleend geld.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Als je geld leent, krijgt je rente van de bank
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Door het betalen van rente wordt je schuld aan de bank lager.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Lenen kost geld
Rente
De rente is afhankelijk van:
  • looptijd
  • hoogte bedrag

het rentepercentage is altijd per jaar!
  • 6% per jaar 
  • 6% : 12 maanden = 0,5% per maand

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Bereken de kredietkosten van deze lening.

Slide 28 - Open vraag

Ik ga 25 000 lenen in 24 maanden. Wat zijn de kredietkosten?

Slide 29 - Open vraag

Hoe langer ik leen, hoe lager het bedrag van de rente wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Je wilt iets kopen voor € 1.597,- het termijn bedrag is € 50,- en de looptijd is 3 jaar.
Leerdoel 18
Uitleg
Looptijd:
3 jaar x 12 maanden = 36 maanden

Totaal terug te betalen:

€ 50 x 36 maanden = € 1800

Kredietkosten bedragen:
€ 1.800 - €1.597 = € 203
A
De kredietkosten zijn € 1.800,-
B
De kredietkosten zijn € 203,-
C
De kredietkosten zijn € 1.447,-
D
De kredietkosten zijn € 150,-

Slide 31 - Quizvraag

Geld lenen kost geld
Je kan uitleggen dat geld lenen niet gratis is.

Slide 32 - Tekstslide

Zijn de lesdoelen bereikt?
Wat waren de les doelen?
Ga in 2-tallen uiteen en geef antwoord  op de lesdoelen van vandaag!

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoelen
… kun je drie verschillende vormen van lenen nomen.
….kun je uit leggen dat geld lenen niet gratis is
….weet je hoe je de krediet rente moet uitrekenen
….kun je uitleggen wat een maandtermijn is
… kun je uitleggen waar een maandtermijn uit bestaat.

Slide 34 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 35 - Open vraag

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 36 - Tekstslide