Inkopen

Inkopen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Inkopen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Even herhalen
Wat is:
  • Een grossier
  • Inkooporganisatie
  • Het verschil tussen de economische voorraad en technische  voorraad
  • Een Seizoensvoorraad
  • Een strategische voorraad

Slide 3 - Tekstslide

Uit de praktijk
Lees de tekst op pagina 53 uit het boek inkopen.

Van welke inkoopsituatie is dit een voorbeeld?
In welke fase bevindt het inkoopproces zich?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is volgens jou het verschil tussen inkopen en bestellen?

Slide 5 - Open vraag

Waarop let jij als je een artikel koopt?

Slide 6 - Woordweb

Ik ben best wel prijsbewust
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Video

Welke factoren beïnvloeden de inkoop

  1. Verschil in leveranciers
  2. Hoeveelheid
  3. Duurzaam en niet duurzaam
  4. Prijsstabiliteit

Slide 9 - Tekstslide

Inkoopbeleid
In het ondernemingsbeleid, bepaald het bedrijf welke doelen er zijn. Wat willen ze bereiken?
In het ondernemingsbeleid, wordt ook het inkoopbeleid bepaald. 
Wat wil je door de inkoop bereiken?, Dat is de inkoopstrategie
Hierdoor ontstaat het inkoopbeleidsplan

Slide 10 - Tekstslide

Inkoopactieplan
Plannen en activiteiten
Voornemens tov leveranciers
kosten, kwaliteit
interne en externe relaties
Inkoopplanning

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Inkoopbudget
Gaat over een bepaalde periode:
Per jaar
Per periode
Per afdeling

Slide 13 - Tekstslide

opdracht
Voor jouw webshop in hondenaccessoires ga je een inkoopplan maken.
Maak hiervoor gebruik van de bronnen die genoemd zijn op blz 57 van het boek.
Presenteer jouw plan aan de klasgenoten in een PowerPoint.

Slide 14 - Tekstslide

Inkoopproces

Slide 15 - Tekstslide

Welke stappen zet je in het inkoopproces (denk je)

Slide 16 - Open vraag

3 fases
Technische fase
Commerciële fase
Administratieve fase

Slide 17 - Tekstslide

Technische fase
  1. Probleem herkennen (behoefte van het bedrijf)
  2. Behoefte bepalen (van de klant, welke eisen, hoeveelheid)
  3. Leveranciers selecteren (zijn er daarvan veel of maar enkele, kunnen ze tijdig en betrouwbaar leveren)
  4. Offertes aanvragen 
  5. Offertes evalueren

Slide 18 - Tekstslide

Wat staat er allemaal in een offerte?

Slide 19 - Woordweb

Waar kijk je allemaal naar, als je een offerte gaat vergelijken?

Slide 20 - Open vraag

opdracht
Het stagebedrijf vraagt jou om op zoek te gaan naar een goed en niet te duur koffiezetapparaat.

Ga via internet op zoek 
Maak hiervoor een voorstel.
Hou rekening met betrouwbaarheid, prijs (per kopje), bedieningsgemak, garantie etc. etc.

Slide 21 - Tekstslide

Commerciële fase
  1. Met leveranciers onderhandelen
  2. Definitieve keuze maken
  3. Koopcontract opstellen

Slide 22 - Tekstslide

Wat staat er in een koopcontract?

Slide 23 - Woordweb

Administratieve fase
Orderbewaking (is deze al binnen, compleet, klopt de inkoopfactuur....)
Evaluatie

Dit in overleg met alle betrokken afdelingen

Slide 24 - Tekstslide

Quizzzzzz

Slide 25 - Tekstslide

Afschrijvingskosten zijn
A
geen echte kosten
B
een fiscaal trucje
C
Echte kosten
D
reserveringen

Slide 26 - Quizvraag

het brutoloon is
A
gelijk aan het nettoloon
B
meer dan het nettoloon
C
minder dan het nettoloon
D
altijd te laag

Slide 27 - Quizvraag

De omzet is
A
hoger dan de winst
B
gelijk aan de winst
C
lager dan de winst
D
alle inkomsten van het bedrijf

Slide 28 - Quizvraag

De bruto winst =
A
omzet - variabele kosten
B
variabele kosten - vaste kosten
C
omzet - alle kosten
D
geen idee

Slide 29 - Quizvraag

de nettowinst is
A
omzet - vaste kosten
B
vaste ksote gedeeld door de variabele kosten
C
de bruto winst - vaste kosten
D
geen idee

Slide 30 - Quizvraag

offertes

Slide 31 - Tekstslide

1

Slide 32 - Video

Welke 5 tips zijn besproken?

Slide 33 - Open vraag

Een offerte
Is een verkoopinstrument
Geeft een kans voor een goede indruk
Bevat een duidelijke prijsopgave
Zet de klant aan tot actie

Slide 34 - Tekstslide

Vaste en vrijblijvende offerte
Een vaste offerte bindt de verkoper aan een bepaalde termijn waarbinnen hij moet leveren volgens de voorwaarden die in de offerte staan vermeld.​

Een vrijblijvende offerte bevat geen bindende voorwaarden; als de klant meteen reageert, kunnen de voorwaarden nog veranderen.​

Slide 35 - Tekstslide

Vaste offerte
  • Geldigheidstermijn staat in de offerte
  • Voorstel tegen vaste prijs en voorwaarden
  • Leverancier verplicht tot leveren

Slide 36 - Tekstslide

Vrijblijvende offerte
  • Verkoper geen verplichting tot leveren
  • Geen geldigheidstermijn in de offerte
  • Prijzen en voorwaarden kunnen aangepast worden

Slide 37 - Tekstslide

Inhoud van een offerte
  • Je bedrijfsgegevens
  • De gegevens van de klant
  • De datum/ offertenummer
  • Een samenvatting van de werkzaamheden / foto's
  • Jouw uurloon of totaalprijs
  • De geldigheidsduur van de offerte
  • Een verwijzing naar jouw algemene voorwaarden

Slide 38 - Tekstslide

Nazorg
  • Bellen of de offerte aangekomen is
  • Vragen of de offerte na tevredenheid is
  • Vragen of de klant tot aankoop over gaat

  • Wat nog meer?

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht
Maak een offerte voor een grote particuliere klant:

Deze wil graag iedere maand 100 kg hondenvoer ontvangen
Dit kost €5,-- per kg
Hij wil graag weten, wat hij per maand moet betalen, of er nog verdere kosten zijn, of hij korting krijgt, welke soort voer dan het beste is.        maak de offerte aan de hand van de criteria van 3.3

Slide 40 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
Maak opdracht 1 t/m 4 uit het boek

Slide 41 - Tekstslide

Vendor Rating
Vendor Rating
Om leveranciers beter te kunnen controleren op de afspraken die in een contract zijn gemaakt, maken inkoopafdelingen gebruik van vendor rating. Vendor rating is het proces waarin organisaties hun leveranciers beoordelen op hun prestaties zoals leverbetrouwbaarheid, prijsbetrouwbaarheid & communicatie

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide