Negatieve getallen

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Negatieve getallen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke getallen zijn negatief?
A
-12
B
9
C
O
D
-5

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Je weet wat negatieve getallen zijn.

  • Je snapt de waarde van negatieve getallen.

  • Je kunt negatieve getallen op een getallenlijn plaatsen.

  • Je kunt optel- en aftreksommen met negatieve getallen oplossen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze negatieve getallen is het grootst?
-4, -15, -99, -1
A
-4
B
-15
C
-99
D
-1

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze negatieve getallen is het kleinst?
-4, -15, -99, -1
A
-4
B
-15
C
-99
D
-1

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

                    Wat zijn negatieve getallen?

Negatieve getallen zijn getallen die kleiner zijn dan nul.

Je ziet ze altijd met een minteken (–) ervoor.

Voorbeelden: –1, –2, –3, –10, –100

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kom je negatieve getallen tegen?
Temperatuur 🌡️
+5 °C → boven nul, warm
–5 °C → onder nul, koud
Geld 💸
+20 euro → Je hebt 20 euro op je bankrekening.
–20 euro → je hebt 20 euro schuld
Hoogte 🏔️
+50 meter → boven zeespiegel
–50 meter → onder zeespiegel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

👉 Naar rechts worden de getallen groter.
👉 Naar links worden de getallen kleiner.
                De waarde van negatieve getallen 
                                    De getallenlijn 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het grootst?
-10 -15

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het grootst?
-2 -6

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het grootst?
-25 -25,5

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het grootst?
-100 -1

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het kleinst?
-5 -16

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het kleinst?
-7 -35

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het kleinst?
-100 -1

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het kleinst?
-1000 0

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het kleinst?
0 -1000

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de twee getallen is het kleinst?
-100 2

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de getallen op van klein naar groot.
                          -2,  -7,    -9,   -3,   0,  -100

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de getallen op van klein naar groot.
Antwoord    

                           -100,    -9,    -7,   -3,   -2,   0

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met negatieve getallen
Denk aan de getallenlijn. Dan zie je welke kant je op moet rekenen:
min
is naar links (de waarde wordt lager),
plus
is naar rechts (de waarde wordt hoger).
Bijvoorbeeld
-6 + 2 = -4
3  - 5 = -2
  


Slide 22 - Tekstslide

Op dit niveau oefenen de leerlingen nog niet met het optellen en aftrekken van negatieve getallen (bijvoorbeeld
6 - -2 of 6 + -2).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- x - =+                       - x + = -
-3-(-5)=-3+5=2           -3-(+5)= -3-5=-8    
+ x + =+                      + x - = - 
-3+(+5)= -3+5=2         -3+(-5)=-3-5=-8

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15 - 20
A
5
B
-5
C
35
D
-35

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

60 + 20
A
80
B
-80

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-12 + 8
A
4
B
-4
C
-20
D
20

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-50 - 20
A
70
B
-70

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-26 - 4
A
30
B
-30

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-35 + 45
A
10
B
-10

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

50 - 40
A
10
B
-10

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-35 + 15
A
20
B
-20

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-40 + 60
A
20
B
-20

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Optellen negatieve getallen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optellen met negatieve getallen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optellen negatieve getallen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optellen met negatieve getallen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optellen met negatieve getallen.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optellen met negatieve getallen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een lift staat op de −3 verdieping en gaat 2 verdiepingen verder naar beneden. Op welke verdieping is de lift nu?
A
-1
B
5
C
-5
D
3

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is −5∘C in de ochtend. Later zakt de temperatuur met −7∘. Wat is de temperatuur nu?
A
-2
B
-12
C
12
D
2

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De temperatuur buiten is −8∘C , en het wordt 5∘C warmer. Wat is de nieuwe temperatuur?
A
-13
B
3
C
-3
D
0

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik moet rekenen met negatieve getallen
Jazeker!
Een beetje
Niet echt
Helemaal niet

Slide 49 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?
0100

Slide 50 - Poll

Deze slide heeft geen instructies