Feitelijk vs. waarderend → gaat over het soort inhoud van een argument.
Feitelijke argumenten (bewijzen)
"De rente is met 0,5% verhoogd" (feitelijk, dit is een controleerbare gebeurtenis).
"Het percentage werkloze jongeren is vorig jaar met 10% gestegen" (feitelijk, een statistiek die bewezen kan worden).
Waarderende argumenten (mening)
"Het is niet goed dat jongeren minder sporten" (waarderend, omdat 'niet goed' een waardeoordeel is).
"De regering moet meer doen om de woningmarkt te reguleren" (waarderend, 'meer doen' is een wenselijke actie).