Politiek 1, kennismaking

De koning en de koningin regeren Nederland
A
Waar
B
Niet waar
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De koning en de koningin regeren Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quizvraag

Hier zie je
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
De politieke arena
D
De democratie

Slide 2 - Quizvraag

Hier zie je de Senaat. Hoe heet de senaat ook wel?
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
De politieke arena
D
De democratie

Slide 3 - Quizvraag

Mark Rutte is de ......... van Nederland

Slide 4 - Open vraag

Hugo de Jonge is de minister van......

Slide 5 - Open vraag

Op 17 maart 2021 waren er verkiezingen voor....
A
De gemeenteraad
B
De provinciale staten
C
Het Europees parlement
D
De tweede kamer

Slide 6 - Quizvraag

Democratie betekent 'het volk regeert'
A
waar
B
onwaar

Slide 7 - Quizvraag

Grondwet en de koning
De koning was de machtigste man van Nederland
1848 grondwet ingevoerd
De macht van de koning werd beperkt

Slide 8 - Tekstslide

Woordenlijst
Constitutie = grondwet
Monarchie = koninkrijk

Slide 9 - Tekstslide

Woordenlijst
Constitutionele monarchie= Een koninkrijk waar de macht van de koning beperkt is door de grondwet

Slide 10 - Tekstslide

Leesopdracht
Lees de tekst over monarchie
Zoek de schuingedrukte, onderstreepte woorden op
beantwoord de vragen uit de quiz

Slide 11 - Tekstslide

Als er iets wordt gedocumenteerd dan
A
Maken ze er een documentaire van
B
Wordt het beschreven en bewaard
C
Stoppen ze documenten bij elkaar

Slide 12 - Quizvraag

Leg uit wat een 'Vazalstaat' is.

Slide 13 - Open vraag

Een erfelijke vorst is een vorst die
A
Veel geld van zijn ouders erft
B
Een groot erf met dieren om het paleis heeft
C
Zijn titel gekregen heeft omdat zijn ouders ook vorst waren
D
benoemd is door God zelf

Slide 14 - Quizvraag

Nederland heeft een constitutionele monarchie. Dus
A
De koning heeft alle macht
B
Er heerst een vorst die door God is benoemd
C
De koning bepaalt de grondwet
D
De echte macht ligt bij het parlement

Slide 15 - Quizvraag

Het volk regeert
De koning is staatshoofd, geen politieke macht
Verkiezingen om de regering te vormen
Kiezen uit politieke partijen
Elke partij andere ideeën



Slide 16 - Tekstslide

Samenwerken
Stemmen tellen na verkiezingsdag
De meerderheid mag regeren
Samenwerking tussen partijen
Coalitie

Slide 17 - Tekstslide

Kabinet Rutte III was een coalitie van 4 partijen. Met welke partijen regeerde de VVD?
A
CDA, SP, GroenLinks
B
SP, 50+, PVV
C
CU, CDA, D66
D
CU, PvdA, CDA

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel zetels zijn er nodig voor een meerderheid in de tweede kamer?
A
73
B
74
C
75
D
76

Slide 19 - Quizvraag

De eerste kamer
Senaat
Goedkeuren van wetten
Grondwet check

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel stemmen zijn er nodig voor een meerderheid in de eerste kamer?
A
36
B
37
C
38
D
39

Slide 21 - Quizvraag

Werken aan opdrachten
Blz. 125 opdracht 1 (incl filmpje)
blz. 126 opdracht 2 (ganaar.link/d232)
blz. 130 opdracht 7 en 8


Slide 22 - Tekstslide