H5 De macht verschuift
1 / 44
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Sleep de blauwe hokjes/woorden naar de goede rode hokjes/woorden.
Indonesië tot 1942
Indonesië 1942-1945
Indonesië 1949
Nederland
Japan
Onafhankelijk
Slide 3 - Sleepvraag
Sleep de blauwe hokjes/woorden naar de goede rode hokjes/woorden.
Indonesië
Suriname
Curacao
Bonaire
Oorlog om onafhankelkheid
Vreedzame onafhankelijkheid
Nederlandse gemeente
Zelfstandig
Slide 4 - Sleepvraag
Deze foto is genomen in het jaar
A
1943
B
1972
Slide 5 - Quizvraag
Deze foto is genomen in
A
Indonesië
B
Vietnam
Slide 6 - Quizvraag
West-Europa (blauw) Oost-Europa (rood)
A
- Blauw is communistisch
- Sovjet-Unie
B
- Rood is Kapitalistisch
- Democratie
C
- Blauw is kapitalistisch
- Democratie
D
- Rood is communistisch
- Democratie
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin gaat over de Koude Oorlog?
A
De Koude Oorlog duurde 3 jaar
B
In de Koude Oorlog was het gemiddelde weer 5 graden
C
De Koude Oorlog begon na WO 2
D
De Koude Oorlog vond plaats voor WO 2
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin vooral gedreigd wordt
Slide 9 - Quizvraag
Warschaupact
Navo
Communisme
Kapitalisme
Sovjet Unie
VS
Planeconomie
Vrije markteconomie
Westblok
Oostblok
Slide 10 - Sleepvraag
Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 11 - Quizvraag
Geen verschil tussen
arm en rijk
arm en rijk
A
Westen
B
Oosten
Slide 12 - Quizvraag
Dictatuur
A
Westen
B
Oosten
Slide 13 - Quizvraag
Vrije verkiezingen
A
Westen
B
Oosten
Slide 14 - Quizvraag
Welk systeem hebben we in Nederland?
A
Communisme
B
Kapitalisme
Slide 15 - Quizvraag
Juist of onjuist?
De NAVO is een economisch samenwerkingsverband
De NAVO is een economisch samenwerkingsverband
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Hoe wordt de grens genoemd die dwars door Europa liep?
A
Berlijnse muur
B
Ijzeren gordijn
Slide 17 - Quizvraag
Wat was het doel van de militaire
bondgenootschappen als de NAVO en het Warschaupact?
A
Om samen de vijand te kunnen verslaan.
B
Om zoveel mogelijk kernwapens te hebben.
C
Om van alle Europese landen een democratie te maken.
D
Om elkaar te steunen als er een oorlog uitbreekt.
Slide 18 - Quizvraag
Waarom wordt de Koude Oorlog de Koude Oorlog genoemd?
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Geen echte oorlog maar wel veel dreiging en spanning.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een vrijemarkteconomie?
A
Een economie waarin iedereen alleen maar winst maakt
B
Een economie waarin alleen de overheid bedrijven kan opzetten
C
Een economie waarin iedereen zelf een bedrijf kan opstarten.
D
Een economie met alleen Fairtrade producten
Slide 20 - Quizvraag
WIE HEEFT DE KOUDE OORLOG GEWONNEN?
A
Verenigde-Staten
B
Sovjet-Unie
C
Nederland
D
Niemand
Slide 21 - Quizvraag
Wat zijn communicatiemiddelen?
A
Dingen om informatie mee te delen
B
Dingen om nieuws mee te delen
C
Dingen om kennis mee te delen
Slide 22 - Quizvraag
Waardoor krimpt onze wereld?
A
Klimaatsveranderingen
B
Communicatietechnieken
C
Gevolgen Koude Oorlog
Slide 23 - Quizvraag
Welke nadelen van globalisatie ken je?
Slide 24 - Open vraag
Wat betekend het begrip ''globalisering''?
Slide 25 - Open vraag
Waardoor is onze wereld kleiner geworden?
Slide 26 - Open vraag
Hoe noem je handel zonder grenzen?
A
Vrijkoop
B
Vrijhandel
C
Vrijland
D
Vrijheid
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een multinational?
Slide 28 - Open vraag
Welk begrip past bij dit plaatje?
A
Productiehandel
B
Productieschema
C
Productieketen
Slide 29 - Quizvraag
Wat zijn mainports?
A
Locaties die belangrijk zijn voor handel
B
Locaties die belangrijk zijn voor vervoer
C
Locaties die belangrijk zijn voor opslag
D
Locaties die belangrijk zijn voor kennis
Slide 30 - Quizvraag
Wie produceren na de 'global shift' de meeste goederen?
Slide 31 - Open vraag
Hoe noemen we gebieden waar handel niet draait om goederen maar om kennis?
A
Kennishandel
B
Kenniseconomie
C
Kennisquiz
D
Kennisbasis
Slide 32 - Quizvraag
Waarom is het belangrijk dat handelsgrenzen verdwijnen?
Slide 33 - Open vraag
Door digitalisering raken gebieden ... met elkaar verbonden.
Wat moet er op de ... staan?
Wat moet er op de ... staan?
A
meer
B
minder
Slide 34 - Quizvraag
Goederen, informatie en mensen worden over steeds ... afstanden vervoerd.
A
kortere
B
langere
Slide 35 - Quizvraag
Vooral in een ... is het voor bedrijven aantrekkelijk als er vrijhandel mogelijk is.
A
planeconomie
B
vrijemarkteconomie
Slide 36 - Quizvraag
Rond ... ontstaat een kenniseconomie.
A
mainports
B
brainports
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Welke pijl geeft de ‘global shift’ weer?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 39 - Quizvraag
Slide 40 - Tekstslide
Hier komen meerdere brainports voor.
Hier worden vooral grondstoffen gewonnen.
Hier worden veel goederen geproduceerd.
