Immuunsysteem bij zoogdieren

Immuunsysteem bij zoogdieren
Thema 4
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

Immuunsysteem bij zoogdieren
Thema 4

Slide 1 - Tekstslide

immuunsysteem

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Pathogenen

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe noemt men witte bloedcellen nog?
A
leukocyten
B
macrofagen
C
neutrofielen
D
natural killer cells

Slide 10 - Quizvraag

Wat doet histamine?
A
het zorgt voor een allergische reactie
B
openzetten van bloedvaten
C
het "roept" witte bloedcellen
D
het vernietigt pathogenen

Slide 11 - Quizvraag

Wat doen macrofagen?
A
Ze vernietigen cellen die geïnfecteerd zijn door pathogenen.
B
Ze scannen onze cellen of ze geïnfecteerd zijn met pathogenen.
C
Ze produceren antistoffen tegen pathogenen.
D
Ze doen aan fagocytose van onder andere pathogenen.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een antigen?
A
een antistof
B
een pathogeen
C
een stukje van een pathogeen
D
een stukje van een eigen cel

Slide 13 - Quizvraag

Welk type witte bloedcel veroorzaakt apoptose bij een geïnfecteerde cel?
A
B lymfocyt
B
neutrofiel
C
cytotoxische T lymfocyt
D
macrofaag

Slide 14 - Quizvraag

Welk type antistof is mee verantwoordelijk voor allergische reacties?
A
IgA
B
IgE
C
IgG
D
IgM

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Welke 3 functies heeft het lymfatisch systeem?

Slide 20 - Open vraag

Hoe geraakt lymfevloeistof van bijvoorbeeld je been naar je bloedsomloop?
A
door lymfevaten met behulp van kleppen en spieren
B
door je aders met behulp van kleppen en spieren.
C
door lymfevaten met behulp van een pomp, het hart.
D
door je aders met behulp van een pomp, het hart.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Een ontstekingsreactie of inflammatie omvat 5 typische kenmerken. Geef er 3.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Welke witte bloedcel is de link tussen het niet-specifieke en het specifieke immuunsysteem?
A
T helpercel
B
macrofaag
C
natural killer cel
D
B lymfocyt

Slide 35 - Quizvraag

De derde verdelingslinie, het specifieke immuunsysteem, bestaat uit twee delen: de cellulaire afweer en ...
A
de cytotoxische afweer
B
de immunisatie
C
de humorale afweer
D
de cytokinestorm

Slide 36 - Quizvraag

Welke witte bloedcel is de hoofdrolspeler in de humorale afweer?
A
cytotoxische T lymfocyt
B
T helper cel
C
dendritische cel
D
B lymfocyt

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide