Hoofdstuk 5.2 Leefstijl- en infectieziekten

Gezondheid
5.2 Leefstijl- en infectieziektes


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gezondheid
5.2 Leefstijl- en infectieziektes


Slide 1 - Tekstslide

Oorzaken van
 leefstijlziektes:

Snoepen

Slecht bewegen

roken

Alcohol

Felle zon

Slide 2 - Tekstslide

Vraag
Wat is volgens jou het verschil tussen een leefstijlziekte en een infectieziekte?

Slide 3 - Open vraag

Vraag
Wij zitten nu midden in de coronapandemie. Noem nog twee voorbeelden van pandemieën in het verleden.

Slide 4 - Open vraag

Verschil pandemie en epidemie
Een epidemie is een ziekte die normaal gesproken niet vaak voorkomt,  ineens
erg veel voor in een bepaald gebied.
Een pandemie ontstaat als een ziekte zich binnen niet al te
lange tijd over meerdere landen verspreidt. 

Slide 5 - Tekstslide

Incubatietijd
De tijd die zit tussen de besmetting en de eerste  symptomen van de ziekte. Dus als iemand jou besmet heeft, duurt het een bepaalde periode voordat je het zelf merkt.

Slide 6 - Tekstslide

Lees en bekijk daarna het filmpje over je hart op de volgende slide.
De kans op hart- en vaatziekten wordt groter door ongezond eten, roken, te weinig lichaamsbeweging en stress. De oorzaak van hart en vaatziekten is dat de wanden van bloedvaten verstopt zijn geraakt. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Mensen die te zwaar zijn, hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen

Slide 10 - Quizvraag

Wat kun je doen om hart-en vaatziekten te voorkomen?
Meerdere antwoorden mogelijk
A
veel bewegen
B
veel eten
C
niet roken
D
veel verzadigd vet eten

Slide 11 - Quizvraag

Vind jij het belangrijk om goed te zorgen voor je eigen lichaam?
Ja
Nee

Slide 12 - Poll

Wat is kanker precies?
Op de volgende bladzijde vind je een clipphanger over de ziekte kanker. Je lichaam bestaat uit miljarden cellen die voortdurend afsterven en er weer bij komen. Soms heeft je lichaam de celdeling niet meer onder controle.  Sommige soorten kanker ontstaan door roken of door  te lang in de zon of door  teveel alcohol. Dat heeft dan te maken met je leefstijl. Van sommige soorten kanker,  zijn ze er nog niet achter hoe deze ontstaan. Kanker is een vreselijke ziekte waar bijna iedereen wel eens mee te maken heeft gehad. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is een ander woord voor een opeenhoping van cellen?

Slide 15 - Open vraag

Een wratje is een voorbeeld van een goedaardig gezwel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een tumor beschadigt de gezonde weefsels in je lichaam.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 17 - Quizvraag

Roken

Slide 18 - Tekstslide

Dit zit er allemaal in een sigaret.

Slide 19 - Tekstslide

Filmtijd

Bekijk het klokhuis filmpje helemaal en beantwoord dan de vragen

Slide 20 - Tekstslide

Roken en je gezondheid
Als iemand een sigaret aansteekt, ontstaat er tabaksrook. 
In die rook zitten, zoals je in het schema ziet,  allerlei stoffen. 
De drie belangrijkste zijn : teer, nicotine en koolmonoxide. 
Teer: bedekt je luchtwegen met een bruin laagje.
Koolmonoxide:Beschadigt de bloedvaten en 
zorgt voor minder zuurstof in je bloed.
Nicotine: verslavende stof.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Een pakje sigaretten kost gemiddeld €6,00.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Je kunt al na enkele sigaretten verslaafd raken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Fabrikanten voegen smaakjes toe om sigaretten lekkerder te maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Teer zorgt ervoor dat er meer zuurstof in je longen komt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Van meeroken kun je geen kanker krijgen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Teer zorgt ervoor dat er meer zuurstof in je longen komt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Teer zorgt ervoor dat er meer zuurstof in je longen komt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Wist je dat er twee mensen per uur doodgaan door te roken?
Rokers kunnen erg ziek worden. 
Zo ziek dat ze dood gaan. 
De meeste rokers gaan dood aan longkanker. 
Er zijn ook rokers die doodgaan aan andere ziekten, zoals de hart- en vaatziekten. 
Er sterven per jaar wel 19.000 mensen aan ziekten die ze hebben gekregen door te roken. 
Dat zijn meer dan twee mensen per uur!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Roken is asociaal.

Slide 33 - Poll

Roken is stoer.

Slide 34 - Poll

Ouders mogen niet roken waar kinderen bij zijn.

Slide 35 - Poll

Als je goed wilt worden in je sport, moet je zeker niet gaan roken.

Slide 36 - Poll

Je bent stoer als je 'nee' zegt wanneer iemand je een sigaret aanbiedt.

Slide 37 - Poll

Hoe kun jij iemand overtuigen niet te gaan roken? Bedenk 2 manieren.

Slide 38 - Open vraag