1.3 Metamorfose

Metamorfose
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Metamorfose

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Uitleg 1.3
Voorbereiding op het SO
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat metamorfose is
Je kunt de levenscyclus van een koolwitje en van een kikker beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
groei
ontwikkeling
een zaad
levenscyclus

Slide 4 - Tekstslide

Wat is metamorfose?
A
als jonge dieren een andere lichaamsbouw en levenswijze hebben dan volwassen dieren
B
als jonge en volwassen dieren steeds groter en zwaarder worden
C
als bestaande organen hun functie steeds beter gaan vervullen

Slide 5 - Quizvraag

Welk dier heeft GEEN verandering (metamorfose) bij het groter worden?
A
Rups
B
Mier
C
Lieveheersbeestje
D
Kikkervisje

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de ontwikkelingsstadia van een
vlinder?
A
ei-pop-rups-imago
B
imago-pop-rups-ei
C
ei-rups-pop-imago
D
rups-pop-imago-ei

Slide 7 - Quizvraag

Een ander woord voor metamorfose is:
A
verbouwing
B
gedaantewisseling
C
ontwikkelfase
D
levenscyclus

Slide 8 - Quizvraag

Dieren zonder metamorfose hebben geen levenscyclus
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een babygiraffe ziet er hetzelfde uit als haar moeder, maar dan  kleiner. 

Slide 10 - Tekstslide

Een baby van een vlinder, kikker of vlieg  noemen we een 'larve'. Die ziet er heel anders uit dan een volwassen dier!

Slide 11 - Tekstslide

Levenscyclus
Dieren hebben ook een levenscyclus

Lieveheersbeestje 
ei > larve > volwassen lieveheersbeestje

Slide 12 - Tekstslide

Larve
Een larve komt uit een eitje
Een larve ziet er anders uit dan een volwassen dier

Slide 13 - Tekstslide

Metamorfose 
Gedaantewisseling
De lichaamsbouw en leefwijze veranderen

Slide 14 - Tekstslide

Stadium - stadia
Fasen of stappen in het leven bij de metamorfose

Slide 15 - Tekstslide

Stadia bij insecten
ei
larve
pop
imago

Slide 16 - Tekstslide

Vlinders - koolwitje

ei
larve - rups
pop - cocon
imago - volwassen vlinder

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Levenscyclus van een koolwitje
1
2
3
4
Pop
Ei
Larve
Imago
eet niet
eet weinig
eet veel
eet niet

Slide 19 - Sleepvraag

Kikker - bruine kikker

Slide 20 - Tekstslide

Volwassen kikkers
Volwassen kikkers paren

Slide 21 - Tekstslide

Ei
- Eieren worden door het vrouwtje afgezet in sloten als een kluit kikkerdril.
- In één kluit zitten tot wel 3000 eieren
- Elk eitje is een geleiachtig omhulsel. In het omhulsel ontwikkelt zich een larve

Slide 22 - Tekstslide

Pas uitgekomen kikkervisje
- ongeveer 6 mm lang
- uitwendige kieuwen
- neemt zuurstof op uit het water via de kieuwen en de huid
- eet vooral algen

Slide 23 - Tekstslide

Kikkervisje met inwendige kieuwen
- ongeveer 10-13 mm lang
- inwendige kieuwen
- staart groeit
- achterpootjes ontwikkelen

Slide 24 - Tekstslide

Kikkervisje met voor- en achterpoten
- ongeveer 35 mm lang
- voorpoten ontwikkelen
- staart wordt kleiner

Slide 25 - Tekstslide

Jonge kikker
- ongeveer 15 mm lang
- longen ontwikkelen
- kikker neemt zuurstof op door de huid en de longen
- eet insecten

Slide 26 - Tekstslide

Volwassen kikker
- ongeveer 6 - 9 cm lang
- leeft op het land bij poeltjes en sloten
- neemt zuurstof op met longen en door de huid
- eet vooral insecten, maar ook kleine muisjes en andere kikkers
- kan zich voortplanten

Slide 27 - Tekstslide

inwendige
kieuwen
uitwendige kieuwen
ademen huid en longen
kikkereieren
eet algen
eet insecten

Slide 28 - Sleepvraag

SO paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3
Zorg dat je alle dikgedrukte blauwe begrippen kent.
Je moet de 7 levenskenmerken kennen op bladzijde 14 (dit noem ik een 'rijtje' leren).
Je moet weten welke levenskenmerken horen bij stoffen opnemen en afgeven, bij reageren op de omgeving en welke horen bij voortbestaan (bladzijde 15).

Van paragraaf 1.2 moet je afbeelding 2 op bladzijde 20 kennen. Je moet weten welke onderdelen van de boon waar zitten. 
De levenscyclus van een plant op afbeelding 4 moet je ook kennen.

Van paragraaf 1.3 moet je de vier stadia in het leven bij metamorfose kennen (bladzijde 26) (dit is weer een rijtje). Afbeelding 2 op bladzijde 27 legt het duidelijk uit met een plaatje en extra uitleg in tekst. 
Je moet ook de levenscyclus van een kikker kennen, afbeelding 3 op bladzijde 28.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 6-9 op bladzijde 31

Slide 30 - Tekstslide