Les 1: ordenen

Verandering en Continuïteit
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verandering en Continuïteit

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 1: jagers en boeren.

Wat was kenmerkend voor de woonwijze?

A
Sedentair bestaan (vaste woonplek)
B
Nomaden.
C
Domeinen
D
Stadsstaten

Slide 2 - Quizvraag

Tijdvak 1: jagers en boeren

Benoem 2 kenmerken van de godsdienst tijdens de tijd van de jagers en boeren.


Slide 3 - Open vraag

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Wat was kenmerkend voor de woonwijze van de Grieken?

A
Hotels
B
Nomaden
C
Domeinen
D
Stadsstaten

Slide 4 - Quizvraag

Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Benoem 2 kenmerken van de godsdienst uit de tijd van de Romeinen.


Slide 5 - Open vraag

Tijdvak 3: Monniken en Ridders.

Wat was kenmerkende voor het economische systeem?

A
Hofstelsel
B
Leenstelsel
C
Domeinen
D
Heidenen

Slide 6 - Quizvraag

Tijdvak 3: Monniken en Ridders.

Benoem 2 kenmerken van de godsdienst uit de tijd van de Monniken en Ridders.


Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen
1. Leerlingen kunnen uitleggen hoe op basis van continuïteit en verandering de geschiedenis wordt geperiodiseerd.



2. Leerlingen kunnen met behulp van een stappenplan onderscheid maken tussen economische, sociale, politieke of culturele verandering.

Slide 8 - Tekstslide

Continuïteit en verandering
De geschiedenis is heel lang en ingewikkeld. Om het overzichtelijk te maken, verdelen historici het verleden in tijdvakken of periodes. Dat noemen we periodisering. Periodisering geeft dus overzicht!


Maar hoe bepalen historici waar een periode begint of eindigt? Dat doen ze door te kijken naar:


- Verandering: Is er iets belangrijks veranderd in hoe mensen leven, denken of werken?

- Continuïteit: Zijn er dingen die juist hetzelfde blijven, ondanks veranderingen?


Als er een grote verandering plaatsvindt (bijvoorbeeld de overgang van jagen naar landbouw, of van het Romeinse Rijk naar de middeleeuwen), dan zeggen historici: "Hier begint een nieuw tijdvak."


Slide 9 - Tekstslide

Periodegrenzen
Maatschappelijke terreinen

Slide 10 - Tekstslide

1
Economische

Landbouwsamenleving naar landbouw-stedelijke samenleving.

Landbouw als basis van economie. 

Slide 11 - Tekstslide

3
Cultureel

Hoofdzakelijk polytheïstische godsdiensten naar een krachtige monotheïstische (christendom)

Het geloof in een hogere macht.

Slide 12 - Tekstslide

3
Politiek

Centraal bestuur naar feodale stelsel.

Hiërarchische machtsstructuur

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten zijn belangrijke dingen die je helpen om een tijdvak in de geschiedenis beter te begrijpen. Ze laten zien wat typisch was voor die tijd, zoals hoe mensen leefden, werkten of met elkaar omgingen.
Kenmerkende aspecten tijdvak 1 
De levenswijze van jagers-verzamelaars
→ Mensen leefden in kleine groepen, trokken rond en leefden van jagen, vissen en verzamelen.
Het ontstaan van landbouw
→ Mensen gingen zelf voedsel verbouwen en dieren houden, waardoor ze op één plek konden blijven wonen.
Het ontstaan van de eerste dorpen en steden
→ Door de landbouw ontstonden vaste woonplaatsen, en later ook de eerste dorpen en steden.


Tv 1: Jagers en boeren. 
Prehistorie - 3000 v.C.
Sociaal

Van nomadisch naar sedentair bestaan. 
Grote verandering van rondtrekken naar een vaste woonplek. 
Terreinen:
- Economisch
- Sociaal
- Politiek
- Cultureel/mentaal

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten zijn belangrijke dingen die je helpen om een tijdvak in de geschiedenis beter te begrijpen. Ze laten zien wat typisch was voor die tijd, zoals hoe mensen leefden, werkten of met elkaar omgingen.
Kenmerkende aspecten tijdvak 1 
De levenswijze van jagers-verzamelaars
→ Mensen leefden in kleine groepen, trokken rond en leefden van jagen, vissen en verzamelen.
Het ontstaan van landbouw
→ Mensen gingen zelf voedsel verbouwen en dieren houden, waardoor ze op één plek konden blijven wonen.
Het ontstaan van de eerste dorpen en steden
→ Door de landbouw ontstonden vaste woonplaatsen, en later ook de eerste dorpen en steden.


Tv 1: Jagers en boeren. 
Prehistorie - 3000 v.C.
Sociaal

Van nomadisch naar sedentair bestaan. 
Grote verandering van rondtrekken naar een vaste woonplek. 
Terreinen:
- Economisch
- Sociaal
- Politiek
- Cultureel/mentaal

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten zijn belangrijke dingen die je helpen om een tijdvak in de geschiedenis beter te begrijpen. Ze laten zien wat typisch was voor die tijd, zoals hoe mensen leefden, werkten of met elkaar omgingen.
Kenmerkende aspecten tijdvak 1 
De levenswijze van jagers-verzamelaars
→ Mensen leefden in kleine groepen, trokken rond en leefden van jagen, vissen en verzamelen.
Het ontstaan van landbouw
→ Mensen gingen zelf voedsel verbouwen en dieren houden, waardoor ze op één plek konden blijven wonen.
Het ontstaan van de eerste dorpen en steden
→ Door de landbouw ontstonden vaste woonplaatsen, en later ook de eerste dorpen en steden.


Tv 1: Jagers en boeren. 
Prehistorie - 3000 v.C.
In tweetallen:
Analyseer nog een kenmerkend aspect en vul het stappenplan in.
Terreinen:
- Economisch
- Sociaal
- Politiek
- Cultureel/mentaal
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 2 
Wetenschappelijk denken en politiek in de Griekse stadstaat
→ In Griekenland dachten mensen na over wetenschap en democratie ontstond in Athene.
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
→ De Grieken en Romeinen bouwden tempels, beelden en gebouwen die we nu nog herkennen.
De groei van het Romeinse Rijk en de verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
→ Het Romeinse Rijk werd heel groot en hun cultuur verspreidde zich over Europa.
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur
→ Romeinen kwamen in botsing met volken zoals de Germanen, vooral in gebieden zoals Nederland.
De ontwikkeling van het jodendom en christendom als eerste monotheïstische godsdiensten
→ In deze tijd ontstonden het jodendom en christendom, met geloof in één God.


Tv 2:  Grieken en romeinen
     3000 v.C. - 500.

Terreinen
Terreinen:
- Economisch
- Sociaal
- Politiek
- Cultureel/mentaal
In tweetallen:
Analyseer nog een kenmerkend aspect en vul het stappenplan in.
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit waarom de geschiedenis op basis van continuïteit en verandering wordt ingedeeld.

Slide 18 - Open vraag

Continuïteit en verandering
"De geschiedenis is heel lang en ingewikkeld. Daarom verdelen historici het in stukjes, net als hoofdstukken in een boek. Dat noemen we tijdvakken. Ze doen dat door te kijken naar wat er verandert én wat hetzelfde blijft. Als er veel verandert, begint er een nieuw hoofdstuk. Maar als dingen lang hetzelfde blijven, blijft het hoofdstuk nog even doorgaan."

Slide 19 - Tekstslide

Werkblad: continuïteit en verandering. 

- In tweetallen ga je een werkblad maken met vragen over de leerdoelen. Je gebruikt daarbij het stappenplan om kenmerkende aspecten of periodiseringen te onderscheiden. 

- Vraag de docent om hulp. 

- Overleg zachtjes met elkaar.
Leerdoelen:
1. Leerlingen kunnen uitleggen hoe op basis van continuïteit en verandering de geschiedenis wordt geperiodiseerd.

2. Leerlingen kunnen met behulp van een stappenplan onderscheid maken tussen economische, sociale, politieke of culturele verandering.


timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide