les 22 september beknopte bijzin

Lesopzet:               - herhalen formuleerfouten tot nu toe
                               - uitleg formuleerfout: beknopte bijzin
                               - aan de slag met de beknopte bijzin

Lesdoelen:             - Ik weet weer welke formuleerfouten we tot nu toe behandeld hebben. 
                               - Ik kan de formuleerfouten die we tot nu toe behandeld hebben, 
                                  herkennen.
                               - Ik weet wat een foutief beknopte bijzin is. 
                               - Ik kan een foutief beknopte bijzin  herkennen.
                               - Ik kan een foutief beknopte bijzin verbeteren. 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesopzet:               - herhalen formuleerfouten tot nu toe
                               - uitleg formuleerfout: beknopte bijzin
                               - aan de slag met de beknopte bijzin

Lesdoelen:             - Ik weet weer welke formuleerfouten we tot nu toe behandeld hebben. 
                               - Ik kan de formuleerfouten die we tot nu toe behandeld hebben, 
                                  herkennen.
                               - Ik weet wat een foutief beknopte bijzin is. 
                               - Ik kan een foutief beknopte bijzin  herkennen.
                               - Ik kan een foutief beknopte bijzin verbeteren. 

Slide 1 - Tekstslide

formuleerfouten tot nu toe

Slide 2 - Woordweb

Formuleerfouten tot nu toe
- 5x dubbelop: onjuiste herhaling/pleonasme/tautologie/   
   contaminatie/dubbele ontkenning
- verwijsfouten: mannelijk/vrouwelijk/onzijdig/dit/dat/deze/die/wat/wie/
   waarmee/met wie 
- dat/als constructie
- foutieve samentrekking
- incongruentie
- losstaand zinsgedeelte/ zinnen aan elkaar plakken

Slide 3 - Tekstslide

Staat in deze zin een formuleerfout?

De aanwezige dierentuinbezoekers zagen de ijsbeer bijna smelten door de hitte.
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor een formuleerfout staat er in deze zin?

De aanwezige dierentuinbezoekers zagen de ijsbeer bijna smelten door de hitte.
A
pleonasme
B
onjuiste verwijzing
C
contaminatie
D
onjuiste samentrekking

Slide 5 - Quizvraag

Staat in deze zin een formuleerfout?

Het Nederlands elftal heeft zich goed tegen Italië verweerd, wat helaas niet voldoende was.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Staat in deze tekst een formuleerfout?

De prijzen zijn bij deze supermarkt misschien wat hoger, maar de service een stuk beter.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor een formuleerfout staat er in deze zin?

De prijzen zijn bij deze supermarkt misschien wat hoger, maar de service een stuk beter.
A
pleonasme
B
onjuiste verwijzing
C
contaminatie
D
foutieve samentrekking

Slide 8 - Quizvraag

Welke formuleerfout herken je in deze zin?

Je kunt bijvoorbeeld gaan tekenen, plakken, kleuren, enzovoort
A
tautologie
B
contaminatie
C
onjuiste verwijzing
D
onjuiste samentrekking

Slide 9 - Quizvraag

Welke formuleerfout herken je in deze zin?

De spreker beperkte zich uitsluitend tot de feiten
A
tautologie
B
contaminatie
C
pleonasme
D
onjuiste verwijzing

Slide 10 - Quizvraag

Welke formuleerfout herken je in de volgende zin?

De kosten die de reparatie met zich meebrengen, worden vergoed.
A
foutieve samentrekking
B
pleonasme
C
incongruentie
D
onjuiste verwijzing

Slide 11 - Quizvraag

Met welke formuleerfouten wil ik nog oefenen?

Slide 12 - Open vraag

de foutief beknopte bijzin
er zijn 3 soorten beknopte bijzinnen:
1.  met een voltooid deelwoord: Na het proefwerk  op het bureau gelegd, begaf Peter zich naar huis.
2. met een onvoltooid deelwoord (hele ww +d) : Reagerend op het fluitje,  gooide Jansen de bal in het strafschopgebied.
3. met te + het hele ww:   Na antwoord te hebben gegeven, werd het meisje vrijgelaten door de jongens. 

Slide 13 - Tekstslide

(Foutief) beknopte bijzin
Je kan een beknopte bijzin herkennen aan: 
het hele ww met een -d erachter: lopend, fluitend, denkend.
Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp en geen persoonsvorm.

Slide 14 - Tekstslide

foutief beknopte bijzin
Als het onderwerp van de hoofdzin de handeling in de bijzin niet kan uitvoeren (het 'verzwegen' onderwerp), heb je te maken met een foutief beknopte bijzin.

Slide 15 - Tekstslide

Fluitend veegde hij de vloer.
fluitend= beknopte bijzin
hij veegde de vloer= hoofdzin; hij=o
Het onderwerp van de hoofdzin (hij) kan fluiten. Hij fluit terwijl hij de vloer veegde.
Dit is een goede beknopte bijzin

Slide 16 - Tekstslide

Is deze zin goed of fout geformuleerd?

Vrolijke kampliedjes zingend werden de aardappels geschild.

A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Vrolijke kampliedjes zingend werden de aardappels geschild.
Dit noemen we een foutief beknopte bijzin

In de beknopte bijzin ontbreken dus o en pv.  
(=vrolijk kampliedjes zingend)
Dit mag alleen als het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin ook het onderwerp van de hoofdzin is. (hier : de aardappels)
Door een onderwerp toe te voegen en van het ww. in de beknopte bijzin een pv te maken (zingend>>> zongen), verbeter je de zin. 

Slide 18 - Tekstslide

Fout...
Vrolijke kampliedjes zingend werden de aardappels (= o) geschild. 
Zoals het er nu staat, zingen de aardappelen de liedjes.

verbetering: Terwijl de jongeren vrolijke kampliedjes zongen, werden de aardappels geschild.

Slide 19 - Tekstslide

wat is het onderwerp in deze zin?
Luid zingend vertrok de bus van het schoolplein.

Slide 20 - Open vraag

Hoe verbeter je de foutief beknopte bijzin:
Hijgend op het station aangekomen, vertrok de trein net.

Slide 21 - Open vraag

Is de volgende zin goed?

Hijgend op het station aangekomen, vertrok de trein net.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Is deze zin goed of fout?

Scheldend en tierend wasten de broers samen af.

A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Is deze zin goed of fout?

Grazend in de wei, probeerde de boer de koeien te vangen.

A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Verbeter de zin:
Grazend in de wei probeerde de boer de koeien te vangen.

Slide 25 - Open vraag

Hoe verbeter je een foutief beknopte bijzin?
Je voegt een ander onderwerp toe aan de beknopte bijzin en een pv gemaakt van het werkwoord in die bijzin: 
Terwijl de koeien in de wei stonden te grazen/ graasden, probeerde de boer die te vangen.

Slide 26 - Tekstslide

Ik snap wat een foutief beknopte bijzin is en hoe ik die kan verbeteren.
A
eens
B
oneens

Slide 27 - Quizvraag

aan de slag
- Maak in tweetallen opdr.  1 t/m 4 blz. 244/ 245. 

Slide 28 - Tekstslide

Welke lesdoelen heb ik bereikt?
1 Ik weet weer welke formuleerfouten we tot nu toe behandeld hebben.
2 Ik kan de formuleerfouten die we tot nu toe behandeld hebben, herkennen.
3 Ik weet wat een foutief beknopte bijzin is.
4 Ik kan een foutief beknopte bijzin herkennen.
5 Ik kan een foutief beknopte bijzin verbeteren.

A
allemaal
B
meer dan de helft
C
geen een
D
minder dan de helft

Slide 29 - Quizvraag

extra informatie over de beknopte bijzin: 
https://www.youtube.com/watch?v=TATNwdruaf8 

Slide 30 - Tekstslide