Fenotype Voorspellen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ERFELIJKHEID en EVOLUTIE
Fenotype Voorspellen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Periode 3 (ZV3B)
  • Thema: Erfelijkheid & Evolutie en alle eerdere lesstof
  • Benodigde lesmaterialen: BvJ B, later ook A, papier en pen
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
Week 12
Toetsbespreken (Suikerfeest)
5.1 Genotype en fenotype + 5.2 Chromosomen
5.3 Genen en alllelen + 5.8 Dominant en recessief
Vakantie
Vakantie


5.9 Kruisingen
5.5 Evolutietheorie
5.4 Transcriptie
Hemelvaart
Herhaling
Herhaling
Herhaling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  • Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om voorkennis te activeren.
Terugblik opdracht

Slide 7 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Practicum
        Fenotype Voorspellen             
(25-35 minuten)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🎯 Doel
  • In dit practicum gaan we een baby-Reebop maken met behulp van erfelijke eigenschappen. 
  • Je leert hoe het genotype (de genen) bepaalt hoe een Reebop eruitziet (het fenotype).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🧰 Benodigdheden
  • Spekjes voor het hoofd (2 pink ,1 wit )en het lichaam
  • 4 punaises voor de ogen: (4rood, 2 geel)
  • 2 punaises voor de neus (wit): (2platte, 1uitstekende )
  • 12 punaises voor de pootjes: (4 gele, 4blauwe, 4gele )
  • 4 halve satéprikkers voor de voelsprieten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🧠 Belangrijke Begrippen:
  • Genotype: De genetische informatie (bijv. Aa, Bb)
  • Fenotype: Hoe iets eruitziet (bijv. rode ogen, groene poten)
  • Dominant gen: Een sterk gen dat altijd zichtbaar is (bijv. A)
  • Recessief gen: Zwakker gen, alleen zichtbaar als je er twee hebt (bijv. aa)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🟢 Reebop Eigenschappen 
Eigenschap 
Fenotypen 
Genotype 
Overerving
Oogkleur

Rood –Geel
AA-Aa/ aa
Dominant (rood is dominant)
Neusvorm

Plat –Puntig
NN-Na/ nn
Dominant (plat is dominant)
Pootkleur

Blauw –Groen- Geel
BB /Bb / bb
Dominant (Blauw is dominant)
Aantal voelsprieten
1-2-3
DD-Dd / dd
Dominant (1 is dominant)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🧪 Stappenplan
1. Gebruik de gegevens van de ouders: Bekijk de eigenschappen van de Reebop-ouders. Schat op basis van het fenotype welk genotype ze kunnen hebben.
ouder 1  

Genotype 
Fenotype
ouder 2  
Genotype
Fenotype
Oogkleur
Oogkleur
Neusvorm
Neusvorm
Pootkleur
Pootkleur
Aantal voelsprieten
Aantal voelsprieten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Punnett-kwadraat
x

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Maak jouw eigen Reebop-kind

Kies voor elke eigenschap een gen van de vader en een van de moeder.
Bepaal op basis daarvan het genotype en fenotype van jouw Reebop-kind.
Gebruik met het juiste materiaal om jouw Reebop te bouwen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een Punnett-kwadraat voor oogkleur van

  vader en moeder : (Ouder 1: AA (Rood), Ouder 2: aa (Geel)

a ♀ (moeder )
a ♀(moeder )
A ♂ (vader )
A ♂ (vader )

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Vul de eigenschappen van jouw Reebop-kind in
Eigenschap  
Genotype
Fenotype
Oogkleur
Neusvorm
Pootkleur
Aantal voelsprieten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Bespreek de uitkomst

- Ziet jouw Reebop-kind er anders uit dan die van anderen?
- Waarom lijken sommige eigenschappen op elkaar en andere niet?
- Voor welke kenmerken is de nakomeling heterozygoot en voor welke homozygoot?
- Kun je het geslacht van de nakomeling ook voorspellen? Zo ja, wat is het geslacht? Zo nee, waarom niet?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
1.Ja, mijn Reebop-kind ziet er anders uit dan die van anderen, omdat iedereen verschillende genencombinaties heeft gekozen van de ouders.

2.Sommige eigenschappen lijken op elkaar omdat ze bepaald worden door dominante genen. Andere eigenschappen verschillen doordat er recessieve genen zijn doorgegeven of omdat de gencombinaties heterozygoot zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
3.Mijn Reebop-kind is heterozygoot voor oogkleur (Aa), neusvorm (Nn), pootkleur (Bb), en aantal voelsprieten (Dd). Geen enkele eigenschap is homozygoot in dit geval.

4.Nee, het geslacht van de nakomeling kunnen we niet voorspellen, omdat er geen informatie is gegeven over geslachtschromosomen of geslachtsgebonden genen in dit practicum.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies