Lesson 3. 04/09

What are we going to do today? 
- Home work check 
- Grammar E1+ ex. 12 to 15. 
- Words A/B/C

Time left? 
Do ex: 19 to 21 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

What are we going to do today? 
- Home work check 
- Grammar E1+ ex. 12 to 15. 
- Words A/B/C

Time left? 
Do ex: 19 to 21 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Short Answers
In het Engels is alleen met ja/nee antwoord onbeleefd. 
Bijvoorbeeld als de vraag is: 
Can Sara sleep over tonight? is het antwoord: 
- Yes, she can. 
of 
- No, she can't. 

Het werkwoord can van de vraagzin wordt dus herhaald in het antwoord.
Can is ook het eerste werkwoord in de zin. 

Slide 3 - Tekstslide

Did you know I am leaving today? (Ja dat wist ik)

Slide 4 - Open vraag

Hulpwerkwoord


Een hulpwerkwoord staat altijd voor het hoofdwerkwoord.


Een hulpwerkwoord helpt om meer betekenis aan de zin te geven, dus het helpt het hoofdwerkwoord.


I can help you out today. 

Slide 5 - Tekstslide

Modals (hulpwerkwoorden) 
Modals for permission (toestemming) 
Je gebruikt can in een bevestigende zin en can't in een ontkennende zin om te zeggen dat iets wel (can) of niet (can't) mag. Could gebruik je in beleefheidsvorm. 

You can go to the movies tonight. --> Je zegt dat het WEL mag.
You can't go to the bathroom. --> Je zegt dat het NIET mag.
Could I stay over tonight? --> Je vraagt of het mag. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zeg ik: Je mag niet naar huis.

Slide 7 - Open vraag

Hoe zeg je: Mag ik blijven eten? (je vraagt het aan de ouders)
A
Could I stay for diner?
B
Can I stay for diner?
C
Can't I stay for diner?
D
I cannot stay for diner.

Slide 8 - Quizvraag

Modals 
Je gebruikt; to be + allowed to + hele werkwoord om te zeggen dat iets wel/niet toegestaan is VOLGENS DE REGELS. 

You're not allowed to go to the bathroom right now. 
You are allowed to take pictures here. 

Dit zijn regels die vast gesteld zijn door iets of iemand en daarom gebruik je allowed to. Bijvoorbeeld: schoolregels, de wet. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zeg je: Ik mag hier niet parkeren. (am/are/is + allowed to + hele ww).

Slide 10 - Open vraag

Do 
Exercise 12,13,14,15. 


Slide 11 - Tekstslide

Jubileum
A
Anniversary
B
Audience
C
Diversity
D
Cover

Slide 12 - Quizvraag

Ieder voor zich betalen
A
Front row
B
Give rise to
C
to go Dutch
D
Slightly

Slide 13 - Quizvraag

Bouncer
A
Optreden
B
Uitsmijter
C
Rekening
D
Struikelen

Slide 14 - Quizvraag

Bederven
A
Lead
B
Reduction
C
Spoil
D
Edition

Slide 15 - Quizvraag

Mompelen
A
Mutter
B
Flabbergasted
C
Enclosed
D
Mysterious

Slide 16 - Quizvraag

Slightly
A
Hoofdpunten
B
Bestrijken
C
Geheimzinnig
D
Een beetje

Slide 17 - Quizvraag