Poëzie - les 1

Periode 3 - Nederlands
* Poëzie (Laagland cursus 3 en 4) 
* Mondeling over drie boeken en één dichtbundel
* Examenvoorbereiding
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Periode 3 - Nederlands
* Poëzie (Laagland cursus 3 en 4) 
* Mondeling over drie boeken en één dichtbundel
* Examenvoorbereiding

Slide 1 - Tekstslide

Planning P3
Week 5                     Donderdag 4 februari = start periode 3 / poëzie 
Week 6                     Maandag 8 februari = poëzie  EN donderdag 11 februari = poëzie  (=online)  
Week 7                     Voorjaarsvakantie 
Week 8                     Maandag 22 februari = poëzie EN donderdag 25 februari = LESVRIJ 
Week 9                     Maandag  1 maart = poëzie EN donderdag 4 maart (= start examenstof)
Week 10                   Maandag 8 maart (= examenstof) EN donderdag 11 maart  (= examenstof)
Week 11                    Maandag 15 maart  (= examenstof) EN donderdag 18 maart  (= examenstof)
Week 12                   Maandag 22 maart (= examenstof) EN donderdag 25 maart (= examenstof)
Week 13                   Toetsweek 3

Slide 2 - Tekstslide

Poëzie?
Poëzie is overal... binnen, buiten, thuis, op school, in de lucht, op de grond, op de tv en de radio. Je hoeft alleen maar goed te kijken en te luisteren... 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Poëzie vs. proza 
Met de term poëzie worden dichtkunst en gedichten aangeduid. De vraag is hoe je poëzie van proza (= verhalen) kunt onderscheiden. Dat kun je aan de vorm al goed zien. 

We spreken van proza als de zinnen doorlopen tot aan het eind van het blad. De breedte van het papier bepaalt dus het eind van de regel. Proza is meestal ingedeeld in alinea’s die vervolgens uit zinnen bestaan. Van poëzie spreken we als de dichter de lengte van de regel bepaalt. Een gedicht is meestal ingedeeld in strofen, een soort alinea’s, die door een witregel van elkaar zijn gescheiden. De woorden op één regel vormen samen de versregel. Een zin kan dus uit meerdere versregels bestaan. Een strofe bestaat uit een aantal versregels.


Slide 5 - Tekstslide

Poëzie vs. proza 
Een ander opvallend kenmerk van gedichten is de geringe lengte, terwijl je als lezer wel het gevoel hebt, dat er veel in zit. Een dichter probeert met weinig woorden een bepaald gevoel bij de lezer op te roepen. Om dit effect te bereiken zal hij zijn woorden zorgvuldig kiezen en zijn zinnen zorgvuldig formuleren. De dichter zal dus veel aandacht besteden aan de vorm van zijn zinnen. Die aandacht voor de vorm kun je op verschillende niveaus waarnemen. 


In de aankomende lessen gaan we ontdekken hoe je een gedicht moet analyseren en op welke onderdelen je een gedicht kan analyseren. Je leert o.a. wat een traditioneel en wat een modern gedicht is. Daarnaast ga je ontdekken dat er verschillende soorten rijm in een gedicht aanwezig kunnen zijn. Je gaat ook verschillende stijlfiguren en diverse soorten beeldspraak herkennen. En je kan straks zelf een gedicht parafraseren en je mening over een gedicht vormen !! 



Slide 6 - Tekstslide

Klank


Klanken kunnen een bepaald effect hebben in gedichten.

Lange klanken (bijvoorbeeld aa – ee – ie – oo – uu) kunnen een sombere stemming oproepen en vragen om het gedicht langzaam te lezen.
Korte klanken (bijvoorbeeld a – e – i – o – u) kunnen juist een vrolijke sfeer oproepen en een behoorlijk leestempo opleveren. 

Daarnaast onderscheiden we ook “harde” medeklinkers (bijvoorbeeld k – s – t – p) en “zachte” (bijvoorbeeld b – z – w – m). Dichters kiezen vaak woorden waarvan de klankwaarde overeenstemt met de inhoud van de woorden.

Slide 7 - Tekstslide

Rijm
Overeenkomsten in klank noemen we rijm
Rijm hoor je alleen als de overeenkomstige klanken niet te ver van elkaar verwijderd zijn en als de overeenkomstige klanken ook dezelfde klemtoon hebben. De klankovereenkomsten kunnen zich overal in het gedicht bevinden: aan het eind van opeenvolgende regels, maar ook op andere plaatsen in versregels. Er zijn dus nogal wat verschillende soorten rijm. We behandelen de volgende:

1. Halfrijm (assonantie, alliteratie)
2. Volrijm (binnenrijm, eindrijm)
 

Slide 8 - Tekstslide

Rijm
1. Halfrijm 

We kennen twee soorten halfrijm, namelijk assonantie en alliteratie.

1.1. Assonantie
Assonantie ziet louter op klankovereenkomst van de klinkers, zoals weergegeven in het onderstaand voorbeeld. Het is dus een herhaling van klinkers met dezelfde klank.


Vele, brede strepen (= de ee-klank)
Hoge bomen (= de oo-klank)




1.2. Alliteratie

Slide 9 - Tekstslide

Rijm
1. Halfrijm 

We kennen twee soorten halfrijm, namelijk assonantie en alliteratie.

1.2. Alliteratie

Als er sprake is van een telkens herhaalde medeklinker aan het begin van een woord noemen we dat alliteratie. Niet alleen dichters maken er gebruik van, ook reclamemakers:

De dolle dwaze dagen
Heerlijk, helder, Heineken





Slide 10 - Tekstslide

Halfrijm?  
Alliteratie?
Assonantie?                                                                                                             

Slide 11 - Tekstslide

Rijm
Als we over rijm spreken, bedoelen we meestal volrijm. De woorden rijmen echt op elkaar. Als de woorden op elkaar rijmen aan het eind van de versregels, noemen we dit eindrijm.
Denk bijvoorbeeld aan een sinterklaasgedicht.


Sint zat te denken
Wat hij jou nu zou schenken


Als woorden rijmen binnen één versregel spreken we van binnenrijm.
Ik merk, hoe sterk jij bent met al dat werk
.




Slide 12 - Tekstslide

Rijmschema
De manier waarop de rijmwoorden van het eindrijm ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt, bepaalt het rijmschema van het gedicht. Geef de eerste rijmklank de letter A en elke volgende andere rijmklank krijgt de volgende letter uit het alfabet. Veel voorkomende rijmschema’s zijn:



Gepaard rijm: AA    BB     CC 
Gekruist rijm: ABAB    CDCD 
Omarmend rijm: ABBA      CDDC  (etc.)

Slide 13 - Tekstslide

Mont Ventoux

Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,             
waar Tommy Simpson nog is overleden.          
Onder zo tragische omstandigheden                    
werd hier de wereldkampioen doodmoe.           

Op deze col zijn velen losgereden,                         
eerste categorie, sindsdien taboe                          
Het ruikt naar dennengeur, Sunsilk Shampoo,     
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.            

Alles is onuitsprekelijk vermoeiend,                       
de Mont Ventoux op fietsen wel heel erg,             
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.            

Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,           
de top van deze kaalgeslagen berg:                       
ijdelheid en het najagen van wind.                          




Slide 14 - Tekstslide

Noteer het rijmschema van het volgende gedicht.

De titel rekenen we NIET mee  

Slide 15 - Tekstslide


Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk maandag 8 februari 
* Drie boektitels doorgeven voor je mondeling !!! 

Slide 18 - Tekstslide