Clase 29. Herhaling Gramática C2 (LV+MV)

H3. Herhaling Gramática C2.
 Het meewerkend voorwerp
1. Net als in het Nederlands stellen we in het Spaans de vraag: aan wie of voor wie?
2. In het Spaans wordt het MV aangegeven met het voorz. a (in enkele gevallen met para)
3. In het Spaans kan het MV dubbel in de zin staan! In de variatie van het pers. vnw. (verplicht) en de nadruk (optioneel).
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3. Herhaling Gramática C2.
 Het meewerkend voorwerp
1. Net als in het Nederlands stellen we in het Spaans de vraag: aan wie of voor wie?
2. In het Spaans wordt het MV aangegeven met het voorz. a (in enkele gevallen met para)
3. In het Spaans kan het MV dubbel in de zin staan! In de variatie van het pers. vnw. (verplicht) en de nadruk (optioneel).

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Link

Verdubbeling van het MV
1. pers. vnw. van het MV: me - te - le - nos - os - les = verplicht
2. nadruk: a Juan - a mis padres = optioneel

Voorbeeld 1: ¿ Les(MV) has mandado las flores (LV) a tus padres (MV)? - verdubbeling meerw. vwp.
Les - meervoud omdat het verwijst naar tus padres.
De toevoeging van de optionele variant gebruiken we om duidelijk te maken wie die LES zijn (namelijk jouw ouders).


Slide 4 - Tekstslide

Verdubbeling van het MV
Voorbeeld 2: ¿Les (MV) has mandado las flores (LV)? - alleen het pers. vnw. van het meew. vwp.
Dit kan als uit de context duidelijk is voor wie de bloemen bedoeld zijn! 

Voorbeeld 3: ¿Os (MV) han dado el libro (LV)? versus ¿Os (MV) han dado el libro (LV) a vosotros (MV)? - in de zin 2 is de toevoeging a vosotros overbodig omdat we door os al weten dat het om a vosotros moet gaan. In dat geval voldoet zin 1!

Slide 5 - Tekstslide

Pers.vnw. LV en MV
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
me
me
te
te
lo / la
le
nos
nos
os
os
los / las
les

Slide 6 - Tekstslide

Het LV + MV samen in één zin.
1. Zowel het LV als het MV kunnen in één zin voorkomen. 

2. De pers. vnw. van het LV en MV staan in principe allebei voor het vervoegde werkwoord (pv), maar als ze samen in één zin staan is de volgorde: MV - LV


Slide 7 - Tekstslide

Het LV + MV samen in één zin.
3. De pers. vnw. van het MV le/les wordt vervangen door se als er een LV achter staat.
Voorbeeld: ¿Les (MV) has dado las flores (LV) a tus padres?
Ja, ik heb ze gegeven aan hen.
Sí, les las he dado. = Sí, se las he dado.
les = a tus padres
las = las flores

Slide 8 - Tekstslide

Regels:
1. Als we zowel LV als MV vervangen dan is de volgorde altijd:
MV + LV + ww
2. pers.vnw. MV le / les + pers.vnw. LV lo/la/los/las 
→ se + lo/la/los/las

Opdracht: kies het juiste antwoord.

Slide 9 - Tekstslide

¿ ... han dado las notas a vosotros?
A
les
B
os

Slide 10 - Quizvraag

¿Le has dado la revista a Juan?
Sí, ...
A
la he dado
B
le he dado
C
se la he dado
D
se le he dado

Slide 11 - Quizvraag

Vervang MV en LV:
Mis padres dan la paga los domingos (a mí).
A
Mis padres me la dan los domingos.
B
Mis padres me los dan.
C
Mis padres dan me la los domingos.
D
Les me la dan los domingos.

Slide 12 - Quizvraag

¿Les has llevado la comida a tus padres? Sí, ...
A
las he llevado
B
se la he llevado
C
les he llevado
D
se las he llevado

Slide 13 - Quizvraag

Vervang het complemento indirecto (MV) en complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:

"Nessa ha dado el regalo a Sofie."



Slide 14 - Open vraag

Vervang het complemento indirecto (MV)en het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:

"Stef ha entregado su trabajo de español (al señor Collantes)."

Slide 15 - Open vraag

Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord:

"Hero nunca (nooit) decía la verdad a Mateo."

Slide 16 - Open vraag

Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord:

"Sanne ha dado los apuntes de Matemáticas a Raissa."

Slide 17 - Open vraag

Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord:
"Ömer va a comprar unas zapatillas de deportes nuevas (para él).

Slide 18 - Open vraag

Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord:
"Maaike trae la paella para nosotros"

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Link


Ben je klaar voor de toets van Gramática van 9 juni?
1 (No)
2
3
4
5(Sí)

Slide 21 - Poll