Leefstijl _ Les 2

Leefstijl Les 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leefstijl Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom 
Leerdoelen
Stelling
Drie verschillende manieren
Methodisch voorlichting geven
Werken met voorlichtingsmateriaal
Werken aan een opdracht 
Afronding en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen van de les 
- Je kent de drie manieren van het geven van informatie
- Je omschrijft wat voorlichting inhoud.
- Je geeft de aandachtspunten weer bij het geven van voorlichting 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is PREVENTIE?

A
Voorkomen van problemen
B
Alle problemen oplossen
C
Ingrijpen aan het begin van een probleem
D
Evalueren van een probleem

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Universele preventie is gericht op een gezonde bevolking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Preventie dat gericht is op mensen die al ziek zijn of een aandoening of stoornis hebben, noemen we?
A
Geïndiceerde preventie
B
Zorggerelateerde preventie
C
Selectieve preventie
D
Universele preventie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de praktijk zul je vaak ongevraagd advies moeten geven?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

- Wanneer is advies precies ongevraagd?- Heb je zelf weleens ongevraagd advies gekregen (je ouders/verzorgers niet meegerekend)? 
- Geef een voorbeeld.
- Wat vind je van het krijgen van ongevraagd advies? 

Stel je voor: je hebt griep. Een verre vriend van je vader is op visite en vraagt je, terwijl je ziek op de bank hangt, hoe het met je gaat. Voordat je kunt antwoorden komt hij met allerlei tips en trucs om van je griep af te komen. Wat vind je daarvan? 
Introductie
Als begeleider zul je zeer geregeld voorlichting, advies of psycho-educatie geven aan cliënten en hun naastbetrokkenen. Dat heeft als doel de gezondheid van de cliënt te bevorderen of in stand te houden. Je geeft bijvoorbeeld uitleg over bepaald gedrag en de gevolgen daarvan, of vertelt waarom en hoe je specifieke handelingen verricht. Een specifiek advies kan ervoor zorgen dat de cliënt een ongezonde gewoonte verandert. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie verschillende manieren
1) Voorlichting
2) Advies
3) Psycho educatie

Deze les gaan we kijken naar de manier voorlichting geven

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlichting

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van voorlichting (1)
Voorlichting heeft als doel om de cliënt en zijn naastbetrokkenen kennis bij te brengen. Je kunt de cliënt bijvoorbeeld voorlichten over welke handelingen je bij hem verricht of gaat verrichten. Dat is bijvoorbeeld wanneer een cliënt zich niet zelfstandig kan aankleden en jij dit overneemt. Het is dan prettig als je de cliënt precies vertelt wat je gaat doen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van voorlichting (2)
Voorlichting kan ook als doel hebben dat de cliënt, met de aangeboden kennis beter in staat is om voor zijn eigen gezondheid en welzijn te zorgen. Je probeert hem met bepaalde informatie te beïnvloeden. De informatie die je verstrekt helpt de cliënt dan bij het nemen van een besluit ten aanzien van het bevorderen van zijn gezondheid. 
Je legt bijvoorbeeld aan een cliënt met overgewicht uit dat regelmatig bewegen gezond is. Overgewicht vergroot namelijk de kans op allerlei lichamelijke problemen zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Door het geven van dit soort voorlichting kan de cliënt ervoor kiezen om voortaan ander gedrag te laten zien. In dit geval regelmatig gaan bewegen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een nadeel zijn van voorlichting geven?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hoopt dat meer kennis bijdraagt aan het aanpassen van een mening en dat dit zorgt voor een verandering in houding of gedrag. Toch is voorlichting altijd vrijblijvend. De cliënt kan iets met jouw informatie doen en past zijn gedrag aan. Of hij besluit er niks mee te doen en blijft bij zijn huidige gedrag. Het is zijn beslissing. Wanneer een cliënt het gevoel krijgt dat hij zijn gedrag móet veranderen, kan er juist weerstand ontstaan

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch voorlichting geven

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het geven van voorlichting is een methodisch proces. Dit proces heeft drie fasen: 

1) de voorbereidingsfase, 
2) de uitvoeringsfase 
3) de evaluatiefase.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Voorbereidingsfase
Het is van belang dat je weet aan wie je voorlichting geeft. Op die manier kun je passende informatie verstrekken. Een cliënt en naastbetrokkenen leren het meest van je voorlichting, wanneer je je in hun situatie verplaatst. In de voorbereidingsfase verzamel je dan ook de benodigde achtergrondinformatie. Zoals de leeftijd en het begripsniveau van de cliënt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De uitvoeringsfase is de fase waarin je de voorlichting daadwerkelijk geeft. Je zorgt in de eerste plaats voor gunstige omstandigheden

Je kiest bijvoorbeeld een rustige ruimte uit waar je de voorlichting wilt geven. Of je sluit ramen en deuren als je merkt dat achtergrondlawaai de voorlichting verstoren. Vervolgens ga je na of de cliënt en eventueel naastbetrokkenen aandacht hebben voor het onderwerp van de voorlichting. Als een cliënt net een slechtnieuwsgesprek heeft gehad, zal hij bijvoorbeeld minder openstaan voor jouw voorlichting over gezonde voeding.

Geef daarnaast ruimte aan emoties. Emoties spelen een belangrijke rol bij gedragsverandering. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken vanuit de 5B's:

1) Belangrijk: sluit aan bij de voorkennis, interesses, doelen en het begripsniveau van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
2) Bruikbaar: geef concrete informatie en sluit aan bij de leefstijl en het dagelijkse leven van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
3) Begrijpelijk: geef heldere, eenvoudige informatie, gebruik dus geen ingewikkelde termen of beroepsbegrippen. Maar maak het ook niet té simpel.
4) Boeiend: gebruik vergelijkingen, geef herkenbare voorbeelden.
5) Beklijvend: bied structuur in het voorlichtingsgesprek. Vertel eerst het doel van je voorlichting (motivatie), geef daarna de belangrijkste informatie, vervolgens kun je verdiepen. Herhaal tot slot de kernpunten en ga na of de cliënt en eventueel zijn naastbetrokkenen de informatie begrepen hebben.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatiefase
In de evaluatiefase ga je na of de voorlichting nuttig en helder was. Dit doe je samen met de cliënt en eventueel naastbetrokkenen, je wil weten hoe hij jouw voorlichting heeft ervaren en of je doel behaald is. Evalueren is een belangrijk leermoment voor de toekomst. Je kunt namelijk alle verbeterpunten meenemen voor de volgende keer dat je voorlichting geeft.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlichtingsmateriaal

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kan voorkomen dat een goed voorbereid, duidelijk voorlichtingsgesprek genoeg is om de cliënt en naastbetrokkenen te informeren over een bepaald onderwerp. Maar soms zul je ook gebruik willen maken van ondersteunende middelen om de voorlichting begrijpelijker of beter te maken. Als je voorlichtingsmateriaal in wilt zetten, moet dit dus helpen om de informatie te onthouden en te begrijpen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende materialen
Waar kun je aan denken: een geluidsfragment of een podcast, een instructiefilmpje, een videofragment met voorbeelden of een ervaringsverhaal, een infographic, verwijzen naar een website en natuurlijk een folder of brochure. 
Wat je vertelt blijft niet altijd gelijk hangen. Als je de cliënt een folder of brochure meegeeft na afloop of hem verwijst naar een website, met alle informatie (of een samenvatting daarvan) kan hij op een later moment teruglezen wat je verteld hebt. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Boek: Communicatie en gedrag 
Hoofdstuk 8: Psycho educatie, voorlichting en advies geven

Onderdeel 4: Weten en begrijpen
Opdracht 3

Onderdeel 5: Analyseren en toepassen 
Opdracht 6

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen Boek: Communicatie en gedrag
Hoofdstuk 8: Psycho educatie, voorlichting en advies geven
Paragraaf 8.2 Advies 

Openstaande opdrachten uit deze les

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies