herhaling chapitre 5 voca en grammaire klas 2
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf het antwoord op je wisbordje
Vertaal: de koorts
Vertaal: de koorts
Slide 4 - Open vraag
la maison
Slide 5 - Open vraag
goedenavond
Slide 6 - Open vraag
cuisiner
Slide 7 - Open vraag
la main
Slide 8 - Open vraag
de voet
Slide 9 - Open vraag
grammaire: la négation (de ontkenning)
Welke woorden heb je nodig om een zin ontkennend te maken (niet/geen)?
Welke woorden heb je nodig om een zin ontkennend te maken (niet/geen)?
Slide 10 - Open vraag
Maak de zin ontkennend:
Je vais à l'école (niet)
Je vais à l'école (niet)
Slide 11 - Open vraag
Nous regardons le programme de sport (nooit)
Slide 12 - Open vraag
Julie va jouer au tennis. (nog niet)
Slide 13 - Open vraag
Il a mangé des frites
