6.2 Piramiden

6.2 Piramiden
Thema 6 Ecologie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.2 Piramiden
Thema 6 Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe wordt een voedselketen gevormd?
A
Een reeks soorten waarbij elke soort wordt gegeten.
B
Een willekeurige combinatie van planten en dieren.
C
Een groep dieren die samen jagen op prooi.
D
Een verzameling van voedselbronnen in een gebied.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de primaire energiebron voor fotosynthese?
A
Zonlicht
B
Wind
C
Regenwater
D
Maanlicht

Slide 4 - Quizvraag

Waar vindt fotosynthese plaats in een plant?
A
Wortels
B
Stengels
C
Bladgroenkorrels
D
Bloemen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste brandstof bij verbranding in een plant?
A
Glucose
B
Water
C
Koolstofdioxide
D
Zuurstof

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn organismen die energiearme stoffen omzetten in energierijke stoffen?
A
Consumenten
B
Herbivoren
C
Predatoren
D
Producenten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het resultaat van de afbraak door bacteriën en schimmels?
A
Methaan en stikstof.
B
Zuurstof en glucose.
C
Koolstofdioxide, water en mineralen.
D
Zouten en suikers.

Slide 8 - Quizvraag

Begrippen 6.1
  • Alleseters
  • Consumenten
  • Energiearme stoffen
  • Energierijke stoffen
  • Fotosynthese
  • Kringloop
  • Mineraal (voedingszout)

  • Planteneters
  • Producenten
  • Reducenten
  • Stofwisseling
  • Vleeseters
  • Voedselketen
  • Voedselweb

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 6.2
  • Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven.
  • Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt.

Slide 10 - Tekstslide

Piramide van aantallen
  • In een piramide van aantallen wordt weergegeven hoeveel organismen in elke schakel voorkomen.
  • In een voedselketen wordt het aantal organismen meestal in elke volgende schakel kleiner.
  • Maar dat is niet altijd zo.
  • In een bos is het aantal bomen kleiner dan het aantal planteneters.
  • Een piramide van aantallen heeft dus niet altijd de vorm van een piramide.

Slide 11 - Tekstslide

Piramide van biomassa
  • De totale hoeveelheid aan energierijke stoffen in een organisme is de biomassa van dat organisme.
  • In een voedselketen kun je aangeven hoeveel biomassa elke schakel heeft.
  • Dit is de piramide van biomassa.
  • In de piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel altijd kleiner.
  • De piramide van biomassa heeft dus altijd een piramidevorm.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurt er met het aantal organismen in een voedselketen?
A
Meestal wordt het aantal organismen in elke volgende schakel groter.
B
Het aantal organismen blijft constant in elke schakel.
C
Het aantal organismen neemt toe in elke volgende schakel.
D
Meestal wordt het aantal organismen in elke volgende schakel kleiner.

Slide 15 - Quizvraag

Waarom heeft de piramide van biomassa altijd een piramidevorm?
A
Omdat het zo in de natuur is vastgesteld
B
Omdat de biomassa in elke volgende schakel kleiner wordt
C
Omdat het een wiskundige regel volgt
D
Omdat het er visueel aantrekkelijker uitziet

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de definitie van biomassa in een organisme?
A
De totale hoeveelheid aan energierijke stoffen
B
Het aantal cellen in een organisme
C
De hoeveelheid aan water in een organisme
D
De grootte van een organisme

Slide 17 - Quizvraag

Energie in een voedselketen
  • Planten leggen zonne-energie vast in energierijke stoffen. 
  • Deze stoffen worden gebruikt voor groei (biomassa) en voor verbranding.
  • Energie uit de biomassa wordt doorgegeven aan de volgende schakel.
  • Als planten sterven, worden de energierijke stoffen gebruikt door de reducenten en dus niet door de volgende schakel in de voedselpiramide.
  • De biomassa van een producent is dus altijd groter dan die van de consument.
  • Niet alles wat een dier eet wordt omgezet in biomassa, een deel wordt uitgescheiden of verbrand, zo verdwijnt er energie uit de voedselketen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke stoffen worden gebruikt voor groei en verbranding in planten?
A
Koolstofdioxide en water
B
Mineralen uit de bodem
C
Energierijke stoffen
D
Zonne-energie

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de energie uit de biomassa als planten sterven?
A
Het verdwijnt uit de voedselketen.
B
Het wordt gebruikt door de reducenten.
C
Het wordt omgezet in groei (biomassa).
D
Het wordt doorgegeven aan de volgende schakel.

Slide 21 - Quizvraag

Begrippen 6.2
  • Biomassa
  • Piramide van aantallen
  • Piramide van biomassa

Slide 22 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt omschrijven wat piramiden van aantallen en van biomassa weergeven.
  • Je kunt beschrijven op welke manieren energie uit de voedselketen verdwijnt.

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 6.2 : 1 t/m 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 6.2
Veel goed? -> Maken 7+ online extra  6.2 

 

timer
25:00

Slide 24 - Tekstslide