les 3; De Weegschaal

• GWO
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

les 3 de weegschaal

Programma

Terugblik

Theorie

Praktijk

Opdrachten 

Hoeveel zin heb je in deze les?

😒🙁😐🙂😃

Wat weet jij nog van les 2

Hoe wegen we vloeistoffen af?

1. Litermaat
2. Maatcilinder
3. Weegschaal

Uit welke onderdelen bestaat een recept? Noem er minimaal 3.

Zet de inhoudsmaten op de goede volgorde en begin met de grootste inhoudsmaat.

milliliter

deciliter

liter

centiliter

Wat is gelijk aan 3800 g?

1. 3,8 kg
2. 38 kg
3. 0,38 kg
4. 380 kg

Hoeveel milliliter is 15 deciliter?

1. 1,5
2. 150
3. 1500
4. 15000

Je hebt 100 milliliter melk nodig.
Hoeveel deciliter is dat?

1. 0,1 dl
2. 1 dl
3. 10 dl
4. 100 dl

Hoeveel milliliter is 1/4 deciliter?

1. 2,5 ml
2. 25 ml
3. 250 ml

Zet de inhoudsmaten 

in de goede volgorde
van groot naar klein.

0,7 l

71 dl

720 ml

450 cl

345 ml

Welke 2 inhoudsmaten
zijn gelijk aan 0,8 liter?

1. 8 dl en 8000 ml
2. 8 dl en 800 ml
3. 80 cl en 8000 ml
4. 800 cl en 8000 ml

In een glas zit 3 dl sinaasappelsap. Hoeveel liter is dit?

1. 0,03 l
2. 0,3 l
3. 3 l
4. 30 l

De weegschaal

Keukenweegschaal

Digitale weegschaal

Hoe weeg je af?

1. De weegschaal staat op een vlakke ondergrond
2. Je maakt altijd gebruik van een bakje of bord
3. Het gewicht van het bakje of bord weeg je niet mee
4. na afloop maak je de weegschaal schoon met een lichtvochtig doekje

Let op! Weegschaal mag niet in het water!!

Waarom gebruik je altijd een bakje voor het wegen?

Hoe weeg je nu eigenlijk goed af?

Hoeveelheden schatten

Wie goed is in schattend rekenen, kan daarmee eigen berekeningen checken: dit antwoord kan nooit goed zijn, dus ik reken het nog eens na.

Opdrachten 

Magister.Learn

3: de weegschaal -> opdracht de weegschaal