Les 5b: Spieren + PO (2.3) (1vac/1ga)

Nectar 1.1 + H2 Bewegen
Les 5: Spieren
  • Herhaling opbouw spieren (2.3)
  • Uitleg werking spieren (2.3)
  • Start PO Bewegen
  • Nabespreking SO 1.1 + 2.1 + 2.2

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nectar 1.1 + H2 Bewegen
Les 5: Spieren
  • Herhaling opbouw spieren (2.3)
  • Uitleg werking spieren (2.3)
  • Start PO Bewegen
  • Nabespreking SO 1.1 + 2.1 + 2.2

Slide 1 - Tekstslide

2.3 Spieren
  1. Je kunt de bouw van een spier beschrijven en daarbij de verschillende onderdelen benoemen.

  2. Je kunt uitleggen hoe je een arm buigt en strekt.

  3. Je kunt uitleggen wat de functie is lengtespieren, kringspieren en haarspiertjes en van elk een voorbeeld geven.

Slide 2 - Tekstslide

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 3 - Quizvraag

Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 4 - Quizvraag

Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies

Slide 5 - Quizvraag

Door spieren te trainen worden ze langer.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

De pezen van de bicep zitten vast aan de spaakbeen en schouderblad

spaakbeen-------->
<---------opperarmbeen
<------schouderblad

Slide 9 - Tekstslide

Bewegen
Bij elke beweging die je maakt, 
zijn tenminste twee spieren nodig 
die samenwerken. 

Buigspieren en strekspieren
Antagonisten = tegenovergestelde 
functie 

Slide 10 - Tekstslide

Armbuigspier 
Zit  met pezen vast aan het spaakbeen en schouderblad 

Arm buigen: Kort en dikker
Arm strekken: Lang en smaller
armbuigspier
(biceps)

Slide 11 - Tekstslide

Armstrekspier
Zit  met pezen vast aan het ellepijp en schouderblad 

Arm buigen: Lang en dun
Arm strekken: Korter en dikker
armstrekspier
(triceps)

Slide 12 - Tekstslide

Bewegen
Bij elke beweging die je maakt, 
zijn tenminste twee spieren nodig 
die samenwerken. 

Buigspieren en strekspieren
Antagonisten = tegenovergestelde 
functie 

Slide 13 - Tekstslide

Buigen en strekken

  • Een spier die samentrekt, wordt korter en dikker.
  • Een spier die ontspannen is, kan langer en dunner worden.


Slide 14 - Tekstslide

Lengtespieren en kringspieren

Als kringspieren in de wand van de darm samentrekken, wordt de darm nauwer.

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga naar de online methode via Magister
Kies een leerweg (default B)
Maak opdracht 8 t/m 13 van 2.3
Kijk de opdrachten meteen na!

Klaar?
Maak opdracht 15 t/m 18 van 2.3

Slide 16 - Tekstslide

Buigspier
Trekspier

Slide 17 - Sleepvraag

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 19 - Quizvraag

Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..

Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag 2=gestrekt
B
1=omlaag 2=gebogen
C
1=omhoog 2=gebogen
D
1=omhoog 2=gestrekt

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Wat gebeurt er als spier D zich samentrekt?
A
het heupgewricht buigt zich
B
het heupgewricht strekt zich
C
het kniegewricht buigt zich
D
het kniegewricht strekt zich

Slide 21 - Quizvraag

PO Bewegen
  1. Ga met je groepje bij elkaar zitten en lees het document in Classroom
  2. Bedenk een goede onderzoeksvraag en laat dit controleren door de docent
  3. Maak een taakverdeling voor de theorie, hypothese en werkwijze (= huiswerk volgende les!)

Slide 22 - Tekstslide