Pathologie spijsvertering H7 (ondervoeding) 7.1, 7.2

Pathologie H7 7.1 en 7.2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Pathologie H7 7.1 en 7.2

Slide 1 - Tekstslide

BMI
Body Mass Index
Verhouding tussen lengte en gewicht.
regel: KG : lengte in meters (kwadraat)
Spiermassa, zwangeren 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Ondervoeding
Ondervoeding ontstaat als iemand een langere tijd minder energie of voedingsstoffen binnen krijgt, dan nodig is om gezond te blijven.

Onbedoeld gewichtsverlies (>5 procent in de afgelopen maand of >10 procent in een periode van de laatste 6 maanden)

BMI voor 20 - 65 jaar  kleiner dan 18,5
Ouderen > 65 jaar BMI kleiner dan 20.0
Mensen met COPD met een BMI kleiner dan 21.0

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken ondervoeding
  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid (veranderde smaak).
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken (droge mond) of vertering.
  • pijn, vermoeidheid, buikklachten
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie, verdriet. 
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden, verminderde mobiliteit.
  • Chronische ziekte, dementie, verslaving.

Slide 5 - Tekstslide

Risicogroepen
  • Ouderen met beperking
  • Chronische ziekte hartfalen/ COPD
  • Kanker
  • Grote operatie ondergaan
  • problemen met slikken

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen ondervoeding
  • Verminderde afweer (sneller infectie)
  • Vertraagde en slechtere wondgenezing
  • Sneller ontstaan van decubitus
  • Afbraak spierweefsel 
  • Vertraagd herstel na operatie of ziekte
  • Hogere kans op sterfte
  • Grotere kans op vallen
  • verminderde kwaliteit van leven
  • grotere kans op eenzaamheid

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vaak weeg ik een gezond persoon?
A
1x per week
B
dagelijks
C
1x per maand
D
als het uitkomt

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vaak ik een persoon met risico op ondervoeding?
A
1x per week
B
dagelijks
C
1x per maand
D
als diegene dat aangeeft

Slide 9 - Quizvraag

Hoe vaak weeg ik een ondervoed persoon? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
1x per week
B
dagelijks
C
1x per maand
D
voor de afspraak met de diëtiste

Slide 10 - Quizvraag

wegen
  • Gezond persoon: 1x per maand, minimaal 1x per 3 maanden.
  • Risico op ondervoeding: minimaal 1x per maand.
  • Ondervoed persoon: 1x per week, voor de afspraak bij diëtiste.
 

Slide 11 - Tekstslide

Waar kan ik naar kijken bij een persoon thuis of er ondervoeding dreigt?

Slide 12 - Woordweb

Thuis check
  • Kijk in de koelkast naar de inhoud,
  • Versheid van  voeding (houdbaarheid),
  • Hoeveelheid van de voorraad,
  • Kijk/ vraag of de persoon zelf boodschappen kan doen,
  • Kijk/ vraag of de persoon zelf kan koken.
  • Zijn er lichamelijk klachten
  • navraag voedingspatroon

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

SNAQ
Short
Nutritional
Assessment
Questionnaire

Slide 17 - Tekstslide

Behandeling per voedingstoestand

  1. Groen (goede voedingstoestand)
  2. Oranje (risico op ondervoeding)
  3. Rood (ondervoed)

Slide 18 - Tekstslide

Goede voedingstoestand
  • Geen behandeling,
  • Wel alert blijven op ondervoeding,
  • Screening elke 6 maanden

Slide 19 - Tekstslide

Risico op ondervoeding
  • Verstrek tussendoortjes en noteer de intake
  • Uitleg geven over ondervoeding
  • Voedingstips
  •  Verstrek informatiefolders
  • Inschakelen arts en/ of diëtiste als bovenstaande niet werkt

Slide 20 - Tekstslide

Ondervoed
  • Uitleg geven over ondervoeding en  voedingstips
  • Verrijking hoofdmaaltijden
  • Verstrek tussendoortjes en noteer de intake
  • Inschakelen arts en/ of diëtiste en zorg dat deze binnen 3 dagen langs is geweest
  • Start behandeling binnen acht dagen en binnen 5 dagen controle werkzaamheid

Slide 21 - Tekstslide

Tips en adviezen
  • Veel energierijke voeding (eiwitten, suikers, vetten)
  • Kant en klare dieetproducten (poeders en dranken)
  • Maaltijden op vast momenten
  • Betrek de familie/ gezelschap bij de maaltijd(en)
  • Variatie in maaltijden en temperatuur 
  • Beweging
  • Neem de tijd om te eten

Slide 22 - Tekstslide