V4ges - p1 - les 4: vaardigheden toepassen op de bronnen

Les 4: Vaardigheden toepassen
Thema 1
Per. 1
2023-2024
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4: Vaardigheden toepassen
Thema 1
Per. 1
2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer hebben we wat gedaan? en waarom?

Slide 2 - Tekstslide

Otzi
President Ronald Reagan
Van wie zullen we meer (met zekerheid) weten?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Noteer het volgende:
  • Welke uiterlijke kenmerken had de oer-nederlander?
  • Hoe weet jij dat?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat gaan we doen?
  1. Inleiding (al gedaan)
  2. Hoofdvraag
  3. Uitleg
  4. Opdracht
  5. Nabespreking
  6. Afsluiting

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdvraag
Hoe analyseer ik bronnen, zodat ik altijd alleen 'goede bronnen' gebruik? 

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg

Slide 9 - Tekstslide

Als je iets uit het verleden wilt achterhalen zul je bronnen moeten onderzoeken.... Maar dan moet je wel zeker weten dat het juiste bronnen zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Dat doe je door de bron te analyseren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bron onderzoeken
- Maker?
- Tijd?
- Doel van de bron?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Er wordt een documentaire over jouw prestaties in klas 3 gemaakt. Welke bronnen kunnen betrouwbaar zijn?
  1. je moeder / vader
  2. de klasgenoot die jaloers op jou is
  3. je huidige economiedocent
  4. je mentor uit klas 3.
  5. jij

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Er wordt een boek schrijven over jouw eerste drie weken geschiedenislessen in V4. De volgende bronnen worden gebruikt:
  1. je moeder
  2. de klasgenoot die naast je zit.
  3. je trainer op de sportclub (of iets vergelijkbaars)
  4. De klassenfoto waar jij op staat.
  5. je mentor
  6. je huidige geschiedenisdocent
  7. jij
Bruikbaarheid

Slide 17 - Tekstslide

opdracht

Slide 18 - Tekstslide

opdracht
Omschrijf een smurf

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het beeld van een smurf is een blauw mannetje, met een witte muts en een witte broek, inclusief 'schoenen'. 

Slide 23 - Tekstslide

Een smurf is een blauw mannetje, met een witte muts en een witte broek, inclusief 'schoenen'. 

Dit voldoet aan het beeld van de smurf omdat over het algemeen de smurfen: een blauw mannetje, met een.... (          ) zijn. 


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Ieder duo / trio krijgt een bronnenblad. Alle bronnen gaan over hetzelfde onderwerp: Catherine de Medici.

Hoofdvraag: Was de bijnaam, "de zwarte koningin”, van Catherine de Medici terecht?


Slide 28 - Tekstslide

Was de bijnaam, "de zwarte koningin”, van Catherine de Medici terecht?
  1. Welke associatie heeft zwart
  2. Bekijk en lees alle bronnen. 
  3. Maak twee stapeltjes: bruikbaar en niet bruikbaar
  4. Beantwoord de hoofdvraag
  5. Lees de inleiding. 
  6. Is het handelen van Catherina te begrijpen als je naar de tijd waarin het zich afspeelt (de context) kijkt. Veranderd dat jullie conclusie?
  7. Stel dat Catherina een man (Karel) was ..... Wat zou dat betekenen voor de inhoud van de  bronnen?
  8. Wat gebeurt er dan met het beantwoorden van de hoofdvraag.......

Slide 29 - Tekstslide

Hoofdvraag: De zwarte koningin” was de bijnaam
van Catherine de Medici. Is die bijnaam terecht?

Slide 30 - Tekstslide

deel 2
Welke bronnen zijn primair?
Welke bronnen zijn secundair?
Welke bronnen zijn een feit? 
Welke bronnen zijn een mening?


Slide 31 - Tekstslide

Afsluiting
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Zijn er nog vragen?

Slide 32 - Tekstslide