Je kan aan de hand van de branddriehoek uitleggen hoe je een brand moet blussen.
Je weet wat een reagens is.
Je kunt uitleggen hoe je de aanwezigheid van waterstof, zuurstof, water, koolstofdioxide en zwaveldioxide kan aantonen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3HV Scheikunde taak week 2-3
Je kan de voorwaarden benoemen voor verbranding.
Je kan aan de hand van de branddriehoek uitleggen hoe je een brand moet blussen.
Je weet wat een reagens is.
Je kunt uitleggen hoe je de aanwezigheid van waterstof, zuurstof, water, koolstofdioxide en zwaveldioxide kan aantonen.
Slide 1 - Tekstslide
Dit hoort niet in de branddriehoek:
brandstof
zuurstof
temperatuur hoger dan de ontbrandingstemperatuur
voedsel
warmte
koud
smelten
dichtheid
Slide 2 - Sleepvraag
Blussen van een brand
Je weet inmiddels welke drie factoren nodig zijn om een brand te laten ontstaan. Als je een brand wilt blussen, dan moet je één (of meerdere) van deze factoren wegnemen.
Per situatie wordt er bekeken welke factor het makkelijkst weg te nemen is en welke manier van blussen daarvoor ingezet kan worden.
Bij een brand ontstaan door een gaslek, is het bijvoorbeeld verstandig om eerst de gaskraan dicht te draaien (brandstof weghalen).
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk de onderstaande zinnen over blussen.
Sleep de zinnen naar de voorwaarde in de branddriehoek die je wegneemt.
Gaskraan uitdraaien.
Papierbrand blussen met water
Iemand in een branddeken wikkelen.
Aansteker uitblazen.
Deksel op brandende frituurpan doen.
Benzinebrand blussen met schuim
Slide 4 - Sleepvraag
Een reagens is een stof die op een duidelijk waarneembare manier (geluid of kleur) reageert met die stof die je wilt aantonen.
Een reagens heeft twee kenmerken:
Selectief: het reagens reageert maar op één stof
Gevoelig: het reagens reageert al als er een kleine hoeveelheid van de aan te tonen stof aanwezig is.
Er zijn een aantal reagentia die je moet kennen.
Reagens (meervoud: reagentia)
NOTEER
& LEER
Slide 5 - Tekstslide
Neem het schema over in je schrift
(3H : of gebruik p98 van je SK-boek)
aan te tonen stof
reagens of middel
waarneming
water
kalkwater
zwaveldioxide
gloeiende spaander
vlam
je hoort een blafje, kefje, plofje
NOTEER
& LEER
Met behulp van de volgende slides moet je de tabel verder invullen.
Slide 6 - Tekstslide
Bekijk de bovenstaande filmpjes om de tabel verder te kunnen invullen. Succes.
Slide 7 - Tekstslide
Oefenen
Als het goed is is je tabel nu compleet ingevuld.
Maak nu de volgende vragen om te kijken of je kennis over reagentia compleet genoeg is. Verbeter eventueel je schema.
Slide 8 - Tekstslide
Wit kopersulfaat is een ... om ... mee aan te tonen.
A
reagens, koolstofdioxide
B
reagentia, koolstofdioxide
C
reagens, water
D
reagentia, water
Slide 9 - Quizvraag
Een reagens dat maar één of heel weinig verschillende stoffen aantoont noemen we ....
A
gevoelig
B
niet gevoelig
C
selectief
D
niet selectief
Slide 10 - Quizvraag
Welke stellingen zijn waar? 1) Een reagens moet gevoelig zijn en moet daarom reageren met een klein beetje van de stof 2) Een reagens moet selectief zijn en mag daarom alleen reageren met zichzelf
A
A en B zijn waar
B
A is waar, B is niet waar
C
A is niet waar, B is waar
D
A en B zijn niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Zuurstof kun je aantonen door:
A
gas opvangen in een reageerbuis en het bij een vlam houden je hoort een 'blafje'
B
gas opvangen in een reageerbuis en er 'n gloeiende houtspaander bij houden, 't houtje gaat feller gloeien
Slide 12 - Quizvraag
Het 'blafje' of 'plopje' wat je hoort is een bewijs voor het aantonen van
A
koolstofdioxide
B
waterstof
C
zuurstof
D
water
Slide 13 - Quizvraag
In de erlenmeyer zit kalkwater. Er wordt een andere stof ingeblazen. Welke stof kan je aantonen met kalkwater?
A
Water
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Geen van deze antwoorden
Slide 14 - Quizvraag
Je kunt koolstofdioxide aantonen met kalkwater. Wat gebeurt er met het kalkwater als het met koolstofdioxide reageert?
A
Het gaat stollen
B
Het wordt geel troebel
C
Het wordt helder
D
Het wordt wit troebel
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het reagens van SO2?
A
jood oplossing
B
wit kopersulfaat
C
kalkwater
D
zetmeel
Slide 16 - Quizvraag
Welk reagens wordt gebruikt voor het aantonen van:
zuurstof
koolstofdioxide
water
waterstof
zwaveldioxide
helder kalkwater
wit kopersulfaat
gloeiende houtspaander
vlammetje
joodwater
Slide 17 - Sleepvraag
Welke waarneming neem je waar bij het aantonen van:
zuurstof
koolstofdioxide
water
waterstof
zwaveldioxide
helder kleurloze vloeistof wordt wit troebel
witte vaste stof wordt een blauwe vaste stof
gaat feller gloeien
vlammetje
heldere gele vloeistof wordt heldere kleurloze vloeistof
Slide 18 - Sleepvraag
Klaar?!
Lever bij de opdracht in google classroom een foto in van :
3H: je ingevulde schema van je SK-boek op pagina 98.
3T & 3V: je schrift met daarin het schema van de reagentia.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.