1HV tegenwoordig deelwoord en bijvoeglijk naamwoord

Welkom! 
pak je leesboek en ga lezen :) 
Pak je leesboek en ga lezen 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
pak je leesboek en ga lezen :) 
Pak je leesboek en ga lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Spelling: tegenwoordig deelwoord & bijvoeglijk naamwoord
Volgende les taaltoets! 
Oefenen, voorbereiden en vragen stellen! 

Slide 2 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord
  • Handeling is nog niet voorbij 
  • Hoe? infinitief + d

  • Fluitend kwam de postbode voorbij
  • De leerlingen kwamen lachend het lokaal binnen 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vorm je het tegenwoordig deelwoord?
A
persoonsvorm + d
B
infinitief + d
C
voltooid deelwoord + d
D
werkwoordelijk gezegde + d

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'gamen'?
A
gegamed
B
gamet
C
gamend
D
gamen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tegenwoordig deelwoord van 'juichen'?
A
gejuicht
B
gejuichd
C
juichend
D
juichent

Slide 6 - Quizvraag

Vul het tegenwoordig deelwoord in

De leerlingen keken ... (afwachten) naar de docent.

Slide 7 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord 
  • Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
  • Vaak +e: -> rode bal, mooie hond
  • Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden: +en -> houten, zilveren, leren
  • Let op: plastic, aluminium, nylon
  • Te voor het bijvoeglijk naamwoord? -> dan alleen  infinitief -> Het te vieren feest, De te zingen wedstrijd





Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord 
  • Volgt regels van bijvoeglijk naamwoord: zo kort mogelijk

  • De weg is geopend – de geopende weg
  • De hond is geopereerd – de geopereerde hond

  • Eindigt het VD op –en? Dan verandert het niet als BN
  • Het park is gesloten- het gesloten park


Slide 9 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je ...
A
Zo lang mogelijk
B
Zo kort mogelijk

Slide 10 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 11 - Quizvraag

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) De ... broek
A
verslijte
B
versleten
C
verslijten
D
verslete

Slide 12 - Quizvraag

De (besteden, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord) tijd
A
besteedde
B
besteede
C
bestede

Slide 13 - Quizvraag

De (vergroten, voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord) foto ...
A
vergrote
B
vergroote
C
vergrootte

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
museum
B
gesprek
C
beroemde
D
jongen

Slide 15 - Quizvraag

Oefentoets! 
Klaar? Lezen in je leesboek. 

Slide 16 - Tekstslide

HV1N Aan de slag! 
Talent online paragraaf 5.9: opdracht 3 t/m 6

Oefen daarna met wat jij nog moeilijk vindt of ga lezen in je leesboek

Slide 17 - Tekstslide

TV1A Aan de slag! 
Talent online paragraaf 5.9: opdracht 3 t/m 5

Oefen daarna met wat jij nog moeilijk vindt of ga lezen in je leesboek

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide