Formuleren § 6 - foutieve beknopte bijzin

Formuleren § 6 - foutieve beknopte bijzin
Planning:
- Huiswerk
- Gewone en beknopte bijzin (uitleg + oefeningen)
- Fouten met de beknopte bijzin (uitleg + oefeningen)
- Zelfstandig werken
Doel:
Je kan een foutieve beknopte bijzin herkennen en verbeteren.
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Formuleren § 6 - foutieve beknopte bijzin
Planning:
- Huiswerk
- Gewone en beknopte bijzin (uitleg + oefeningen)
- Fouten met de beknopte bijzin (uitleg + oefeningen)
- Zelfstandig werken
Doel:
Je kan een foutieve beknopte bijzin herkennen en verbeteren.

Slide 1 - Tekstslide

Stuur hier een foto/screenshot in van de gemaakte en nagekeken opdrachten van formuleren § 5.

Slide 2 - Open vraag

Met welke foutieve samentrekkingen zou je donderdag extra willen oefenen?
Verschil in: betekenis, vorm, grammaticale functie.

Slide 3 - Open vraag

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin: zin met één persoonsvorm.
Samengestelde zin:
- Zin met meer persoonsvormen.
- Bestaat uit hoofdzinnen en/of bijzinnen.





Hoofdzin
Bijzin
Ond. + pv. naast elkaar
Evt. zinsdeel tussen ond. + pv.
Pv. = 1e of 2e zinsdeel
Pv. vaak achterin de zin

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zin
hoofdzin - bijzin - onderwerp - persoonsvorm

Evelien werkt bij de bakker,  want zij bakt graag koekjes.

Omdat Evelien graag koekjes bakt, werkt zij bij de bakker.

Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes, omdat ze die zo lekker vindt.

Slide 5 - Tekstslide

Als windmolens dicht achter elkaar staan, leveren ze minder stroom.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin

Slide 6 - Quizvraag

Columbus beweerde dat hij in Amerika kannibalisme aantrof.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + bijzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + hoofdzin

Slide 7 - Quizvraag

Wil je extra informatie en oefeningen over hoofd- en bijzinnen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Beknopte bijzin
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken. Bijvoorbeeld:

(hoofdzin - bijzin - beknopte bijzin - onderwerp - persoonsvorm)

  1. Toen hij ontsnapte aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats.
  2. Ontsnapt aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats.

Slide 9 - Tekstslide

Beknopte bijzin
  1. Toen hij ontsnapte aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats.
  2. Ontsnapt aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats.

In zin 1 heeft de bijzin een onderwerp en een persoonsvorm; in zin 2 ontbreken beide. Daarom heet de bijzin in zin 2 een beknopte bijzin. Het denkbeeldig onderwerp van een beknopte bijzin (in zin 2 ‘de inbreker') kun je meestal afleiden uit de hoofdzin.

Slide 10 - Tekstslide

Beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm bevat de beknopte bijzin
- een voltooid deelwoord,
- onvoltooid deelwoord of
- ‘te + infinitief’

Slide 11 - Tekstslide

Beknopte bijzin
  • voltooid deelwoord:
     – [Op het station aangekomen], kocht Ole eerst een saucijzenbroodje.
     (Toen hij op het station aangekomen was, ...)
  • onvoltooid deelwoord:
     – [Rillend van de kou] kwam Yrsa aangefietst bij het voetbalveld.
    (Terwijl ze rilde van de kou, ...)
  • te + infinitief:
     – Amanda deed aangifte bij de politie [na de fraude te hebben ontdekt].
     (..., nadat ze de fraude had ontdekt.)

Slide 12 - Tekstslide

Noteer de beknopte bijzin:
Na een voor- en hoofdgerecht te hebben gegeten, bestelde Bram ook nog een flink nagerecht.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de beknopte bijzin:
Aangekomen op de top van de berg namen de toeristen direct een selfie.

Slide 14 - Open vraag

Wil je extra informatie en oefeningen over beknopte bijzinnen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin
Als het denkbeeldig onderwerp van de beknopte bijzin niet overeenkomt met het onderwerp van de hoofdzin, is de zin ongrammaticaal (*).

Met andere woorden:

Als het onderwerp van de hoofdzin de handeling in de bijzin niet kan uitvoeren, (het 'verzwegen' onderwerp), heb je te maken met een foutieve beknopte bijzin.

Slide 16 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin
*[Na de computer opnieuw opgestart te hebben,] werkte alles gelukkig weer.

De zin is ongrammaticaal, want het onderwerp van de hoofdzin (alles) is niet het denkbeeldig onderwerp van de beknopte bijzin.

Twee manieren om te verbeteren: (kies er één)
1. Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met PV en OND.
2. Verander de hoofdzin door het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin in te vullen.

Slide 17 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin
*[Na de computer opnieuw opgestart te hebben,] werkte alles gelukkig weer.

1. Verander de beknopte bijzin in een gewone bijzin met PV en OND.
Nadat ik de computer opnieuw opgestart had, werkte alles gelukkig weer.
2. Verander de hoofdzin door het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin in te vullen.
[Na de computer opnieuw opgestart te hebben,] zag ik dat alles gelukkig weer werkte.

Slide 18 - Tekstslide

Goed of fout?
'Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder'
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quizvraag

Goed of fout?
'Wachtend op de bus, stonden ze onder een paraplu.'
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quizvraag

Los op met manier 1: beknopte BZ aanpassen.
'Na hun klim in de duinen op het strand aangekomen, bleken alle strandstoelen al verhuurd.'

Slide 21 - Open vraag

Verbetering 1 
Na hun klim in de duinen op het strand aangekomen bleken alle strandstoelen (ow) al verhuurd.

1) Toen de toeristen (ow) na hun klim door de duinen op het strand waren (pw) aangekomen, bleken alle strandstoelen al verhuurd.

Slide 22 - Tekstslide

Los op met manier 2: HZ aanpassen.
'Na hun klim in de duinen op het strand aangekomen, bleken alle strandstoelen al verhuurd.'

Slide 23 - Open vraag

Verbetering 2
Na hun klim in de duinen op het strand aangekomen bleken alle strandstoelen (ow) al verhuurd.

2) Na hun klim door de duinen op het strand aangekomen [zagen (pv) de toeristen (ow)] dat alle strandstoelen al verhuurd waren.

Slide 24 - Tekstslide

Beknopte bijzin
  • voltooid deelwoord:
     – [Op het station aangekomen], kocht Ole eerst een saucijzenbroodje.
     (Toen hij op het station aangekomen was, ...)
  • onvoltooid deelwoord:
     – [Rillend van de kou] kwam Yrsa aangefietst bij het voetbalveld.
    (Terwijl ze rilde van de kou, ...)
  • te + infinitief:
     – Amanda deed aangifte bij de politie [na de fraude te hebben ontdekt].
     (..., nadat ze de fraude had ontdekt.)

Slide 25 - Tekstslide

Herkennen beknopte bijzin
1. Zoek alle persoonsvormen en onderwerpen in de zin.
2. Waar staat geen persoonsvorm en geen onderwerp? Staat daar een voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of te + infinitief?
3. Wat is het denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin? (Wie voert de handeling uit?)
4. Is dat onderwerp (mens/ding/dier) hetzelfde als in de hoofdzin?
Ja --> Goede zin
Nee --> Foutieve zin

Slide 26 - Tekstslide

Foutieve beknopte bijzin verbeteren 
Je kan een foutieve zin op twee manieren verbeteren:

1) Maak van de beknopte. BZ een gewone BZ. Je voegt het onderwerp en de persoonsvorm weer toe.

2) Verander de HZ. Vul daar het verzwegen onderwerp uit de BZ in.

Slide 27 - Tekstslide

Verbetering 1 
Na hun klim in de duinen op het strand aangekomen bleken alle strandstoelen (ow) al verhuurd.

1) Toen de toeristen (ow) na hun klim door de duinen op het strand waren (pw) aangekomen, bleken alle strandstoelen al verhuurd.

Slide 28 - Tekstslide

Verbetering 2
Na hun klim in de duinen op het strand aangekomen bleken alle strandstoelen (ow) al verhuurd.

2) Na hun klim door de duinen op het strand aangekomen [zagen (pv) de toeristen (ow)] dat alle strandstoelen al verhuurd waren.

Slide 29 - Tekstslide

Goed of fout?
Vrolijk zingend werd het eten klaargemaakt.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 30 - Quizvraag

Fout
[Vrolijk zingend] werd het eten klaargemaakt.
                                      PV         OND

Het eten was niet vrolijk aan het zingen.

Slide 31 - Tekstslide

Goed of fout?
Nog mopperend over de verloren wedstrijd, verlieten de sporters de sporthal.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 32 - Quizvraag

Goed
[Nog mopperend over de verloren wedstrijd,] verlieten (PV)
de sporters (OND) de sporthal.

De sporters waren degenen die mopperden.
        

Slide 33 - Tekstslide

Goed of fout?
Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 34 - Quizvraag

Fout
[Bij school aangekomen,] bleken (PV) zijn boeken (OND) nog thuis te liggen.

Zijn boeken zijn niet bij school aangekomen.

        

Slide 35 - Tekstslide

Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutieve beknopte bijzin

Slide 36 - Quizvraag

Fout
[Kijkend uit het raam,] viel plotseling een dakpan naar beneden.
                                                 PV                             OND

Een dakpan kan niet uit het raam kijken.


        

Slide 37 - Tekstslide

Verbeter met manier 1: beknopte bijzin aanpassen.
'Vrolijk zingend werd het eten klaargemaakt.'

Slide 38 - Open vraag

Verbetering manier 1
[Vrolijk zingend] werd het eten klaargemaakt.

Bijvoorbeeld: 
Terwijl de meiden vrolijk aan het zingen waren, werd het eten klaargemaakt.


Slide 39 - Tekstslide

Verbeter met manier 2: hoofdzin aanpassen.
'Vrolijk zingend werd het eten klaargemaakt.'

Slide 40 - Open vraag

Verbetering manier 2
[Vrolijk zingend] werd het eten klaargemaakt.

Bijvoorbeeld:
[Vrolijk zingend] maakten de meiden het eten klaar.



Slide 41 - Tekstslide

Verbeter de zin met manier 1 of 2:
'Bij school aangekomen, bleken de boeken nog thuis te liggen.'

Slide 42 - Open vraag

Verbetering
Bij school aangekomen, bleken de boeken nog thuis te liggen.

1: Toen Hans op school aankwam, bleken de boeken nog thuis te liggen.

2: [Bij school aangekomen,] merkte Hans dat de boeken nog thuis lagen.



Slide 43 - Tekstslide

Verbeter de zin met manier 1 of 2:
'Kijkend uit het raam, viel plotseling een dakpan naar beneden.'

Slide 44 - Open vraag

Verbetering
[Kijkend uit het raam,] viel plotseling een dakpan naar beneden.

1: Toen Annie uit het raam keek, viel plotseling een dakpan naar beneden.

2: [Kijkend uit het raam,} zag Annie een dakpan plotseling vallen. (ook het pleonasme verbeterd)

Slide 45 - Tekstslide

Formuleren § 6 - foutieve beknopte bijzin
Zelfstandig werken:
- Theorie bestuderen
- Opdrachten maken (digitale of papieren boek)

9 februari alle opdrachten af + nagekeken

Slide 46 - Tekstslide