Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Can/Could and Imperative
Can/Could and Imperative
I know the difference between can and could
I know how to use can and could
I know what the imperative is
I know how to form the imperative
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Can/Could and Imperative
I know the difference between can and could
I know how to use can and could
I know what the imperative is
I know how to form the imperative
Slide 1 - Tekstslide
Rules
Je gebruikt
can
om te zeggen dat iemand iets kan.
Can
blijft altijd hetzelfde.
Je gebruikt
can't / cannot
om aan te geven dat iemand iets niet kan.
Je gebruikt
could
om te zeggen dat iemand iets
ZOU KUNNEN
doen.
Could is
OOK
de verleden tijd van can
Om
vragen
te maken zet je can en could
vooraan
in de zin.
Het is
beleefder
om could te gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Can / Could
I can swim
You can swim
She can swim
I can't /cannot swim
You can't/cannot swim
She can't/cannot swim
Can I swim?
Can you swim?
Can she swim?
I could help you.
You could help me.
Could you help me?
Slide 3 - Tekstslide
Imperative/Gebiedende wijs
Als iemand iets moet doen:
begin de zin met het hele werkwoord -> Do your homework.
Je kunt iemand:
een aanwijzing geven -> Turn left.
een bevel geven -> Sit down.
advies geven -> Drink plenty of water.
iemand waarschuwen -> Watch out.
Slide 4 - Tekstslide
Imperative - negative form
Als je tegen iemand wil zeggen dat hij/zij iets niet moet doen, begin je de zin met
DON'T!
- Don't come close to other people.
- Don't listen to them.
- Don't believe everything you hear.
- Don't touch the vase!
Slide 5 - Tekstslide
You ___ drink alcohol in a school. It's illegal.
A
can't
B
couldn't
Slide 6 - Quizvraag
The man was very clever.
He ___ solve any problem.
A
can
B
could
C
can't
D
couldn't
Slide 7 - Quizvraag
In 1850 people ___ watch television.
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't
Slide 8 - Quizvraag
___ (beleefd) you pass me the milk, please?
A
can
B
could
Slide 9 - Quizvraag
We ____ turn left here. The road is closed.
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't
Slide 10 - Quizvraag
You ____ take the Underground. It's faster and cheaper than a taxi.
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't
Slide 11 - Quizvraag
Think of a rule in school and make the imperative e.g. sit down (you are not allowed to use this one ;)
Slide 12 - Open vraag
Think of a rule in negative form and make the imperative for example: Don't open your laptops! (you are not allowed to use this one ;)
Slide 13 - Open vraag
Give yourself a grade from 1-10 on this subject.
Slide 14 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Can/Could and Imperative
Mei 2020
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
Februari 2023
- Les met
17 slides
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Week 5 O18 les 1 Modal verbs + past modals I. 3 U. 3 p. 30-33.
Januari 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Imperative
Januari 2021
- Les met
16 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
Week 2: Passive (8B)
Augustus 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
1thv T6 Th Grammar 17 (Imperative)
Februari 2021
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Much Many 1 VWO
April 2021
- Les met
36 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2