In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Decimalen afronden
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Henk heeft 39,98567 euro op zijn rekening.
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel geld heeft Henk ongeveer op zijn rekening?.
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van de les moet je kunnen:
1. Uitleggen wat afronden is en wanneer je het in het dagelijks leven gebruikt. 2. Decimalen afronden op hele getallen, één en twee decimalen. 3. De afrondingsregel juist toepassen (0–4 naar beneden, 5–9 naar boven). 4. Begrijpen waarom je niet twee keer mag afronden en wat er mis kan gaan bij dubbel afronden.
Slide 6 - Tekstslide
Wanneer gebruik je afronden in het dagelijks leven?
Slide 7 - Tekstslide
Wanneer gebruik je afronden in het dagelijks leven?
Bij geld Bijvoorbeeld prijzen afronden: €4,97 → €5,00. Bij meten Lengte, gewicht of temperatuur afronden: 1,983 m → 1,98 m. Bij afstand Kilometers afronden: 12,36 km → 12,4 km.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Waarom is twee keer afronden fout?
➡️ 12,45 → afgerond op 1 decimaal = 12,5 ➡️ 12,5 → afgerond op een heel getal = 13
Vergelijking – Wat gebeurt er als je meteen afrondt op een heel getal? ➡️ 12,45 → direct op een heel getal = 12