§3.1 De atmosfeer deel 2

§3.1 De atmosfeer deel 2

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.1 De atmosfeer deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt en de hoeveelheid die de atmosfeer weer verlaat. 
Stralingsbalans / energiebalans

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
  • Energiebalans of stralingsbalans: de optelsom van de kortgolvige instraling (zonlicht) op aarde, de naar het heelal teruggekaatste straling en de langgolvige uitstraling (warmte) van de aarde.

  • Ongeveer 30% van de zonne-energie wordt teruggekaatst en ruim 23% wordt geabsorbeerd in de troposfeer.

  • Ongeveer de helft van de kortgolvige straling bereikt het aardoppervlak. Deze wordt omgezet in warmte en door de aarde teruggekaatst als langgolvige straling. Het broeikaseffect vertraagt de terugstraling naar de ruimte.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralingsbalans
  • 47% bereikt aardoppervlak
  • wordt omgezet in warmte
  • en weer uitgestraald 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

20 % zonne-energie wordt weerkaatst door de wolken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stralings-balans

De hoeveelheid straling op een gebied is afhankelijk van:

1) Breedteligging
2) Albedo-effect
3) Oppervlak: land/zee

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) Breedteligging
Waar is het warmer?
Waarom is het hier warmer

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging
Waarom wordt het rond de evenaar niet alsmaar warmer en rond de polen niet alsmaar kouder?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging
De warmte van de evenaar wordt via wind en water getransporteerd (§3.2)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2) Albedo-effect
Weerkaatsing van zonlicht verschilt per gebied.


Wit versus zwart shirt: wie heeft het warmer in de zomer?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3) Oppervlak: Land/zee
Regel: 
Water wordt langzamer warm/koud dan land. 
Ookal is het buiten 35 graden, dan is het zeewater in NL nog steeds koud

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3) Oppervlak: Land/zee
  • Water wordt langzamer warm en koud dan land. Dit heeft vier oorzaken:

  1. Het zonlicht kan dieper in het water doordringen dan in het land
  2. Doordat water in beweging is, wordt de warmte beter verdeeld dan op het land
  3. Het kost meer energie om water een graad in temperatuur te laten stijgen dan land
  4. Bij verdamping van water gaat energie uit het water naar de dampkring 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we hier?
Is dit slecht voor de aarde?

Slide 17 - Tekstslide

Het broeikaseffect. En als de mens extra gassen in de atmosfeer brengt hebben we het over het versterkt broeikaseffect.

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(Stikstof)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaat
Samenspel van:
temperatuurfactoren
neerslagfactoren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Temperatuurfactoren
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging boven zeeniveau
  3. Gesteldheid van het aardoppervlak (land warmt sneller op/koelt sneller af dan water)
  4. Aanlandige en aflandige wind (in relatie tot ligging aan zee)
  5. Aanvoer van warmte/kou door zeestromen 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Hoogteligging
De dampkring wordt van onderaf verwarmd.

Hoe hoger hoe kouder

Elke 1000m --> -6 graden Celsius




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. gesteldheid aardoppervlak
  1. Land wordt warmer dan water, maar ook kouder
  2. Land wordt sneller warm en sneller koud dan water

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Aanlandige / aflandige wind
Invloed windrichting op temperatuur
De windrichting heeft veel invloed op de temperatuur. 
- Bij aanlandige wind (wind die van zee naar het land waait) wordt het in de winter minder koud en in de zomer minder warm
- Bij aflandige wind (wind die van land naar zee waait) wordt het in de zomer warmer en in de winter kouder

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

+. Ligging van gebergten
Invloed gebergten
Een gebergte kan een klimaatscheiding zijn. Een gebergte kan de warme wind die van zee komt (aanlandig) tegenhouden als een soort muur. Aan de andere kant van het gebergte blijft het koud. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. breedteligging
'Hoe verder van de evenaar hoe kouder'

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 neerslagfactoren 
1. Ligging van de grote lage en hoge luchtdrukgebieden op aarde (stijgingsregens en frontale regens)
2. Aanwezigheid gebergte/reliëf (stuwingsregens)
3. Ligging  ten opzichte van zee (zeewind zorgt voor aanvoer vochtige lucht)


Regel
Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht
Gevolg = waterdamp gaat condenseren --> neerslag

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maak van §3.1 opdrachten 3, 4, 5, 7, 8 en 9

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies