13.4 Nieren H5

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.4 Uitscheiding van water en andere stoffen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.4 Uitscheiding van water en andere stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
13.1 Ademen
13.2 Gaswisseling
13.3 Uitscheiding van water en andere stoffen 
13.4 Nieren
13.5 In evenwicht

Daarna nog: H14 Reageren (zenuwstelsel,zintuigen, hormonen)
Herhalen: H6 (Voeding, vertering en gezondheid)

Slide 2 - Tekstslide

Doel en begrippen 13.4

Je leert hoe je nieren de hoeveelheid stoffen en water in je bloed regelen

nierschors, nierbekken, niermerg, urineleiders, urineblaas, urinebuis, nefron, kapsel van Bowman, glomerulus, nierbuisje, verzamelbuisje, voorurine, ultrafiltratie, nierdrempel, lis van Henle, hypofyse, ADH

Slide 3 - Tekstslide

Functie van de nieren
Uit het lichaam (bloed) verwijderen van afvalstoffen (zoals ureum), overtollige zouten, overtollig water en lichaamsvreemde stoffen (afbraakproducten van medicijnen).

Slide 4 - Tekstslide

Bouw van de nieren
In de buikholte, bloedtoevoer door de nierslagader, afvoer door de nierader.
Urineleiders voeren
aangemaakte urine
af naar blaas
Blaas voert urine af
door de urinebuis/ plasbuis


Slide 5 - Tekstslide

Bouw van de nieren
Nier bestaat uit nierschors, 
niermerg en nierbekken.

Een functionele eenheid 
van een nier heet nefron.



Slide 6 - Tekstslide

Bouw van de nieren
Je hebt in elke nier 1,3*106
nefronen.
Nefron begint in de schors, 
lus naar het merg, terug naar
de schors en dan richting 
nierbekken.




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

BINAS 85C

Slide 9 - Tekstslide

Kapsel van Bowman/ glomerulus
In het kapsel van Bowman wordt een deel van het bloedplasma uit de bloedvaten geperst. 

-> voorurine (180 l per dag)

Afvoer via nierbuisje




Slide 10 - Tekstslide

Kapsel van Bowman/ glomerulus
De bloedvaten in het kapsel van Bowman zijn sterk vertakt: glomerulus.

De bloedvatwanden hebben hier poriën-> er kan in korte tijd veel bloedplasma door.

Slide 11 - Tekstslide

Kapsel van Bowman/ glomerulus
Extra hoge bloeddruk in de glomerulus door verschil diameter tussen aan- en afvoerend slagadertje -> ultrafiltratie


Slide 12 - Tekstslide

Kapsel van Bowman/ glomerulus
In het filtraat/ de voorurine zitten: water, glucose en andere voedingsstoffen, zouten, ureum, andere afvalstoffen.

Bloedcellen, bloedplaatjes, plasma-eiwitten, micellen blijven in het bloed.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Voorurine -> urine
In het filtraat/ de voorurine zitten: water, glucose, zouten, ureum, andere afvalstoffen.

1. Glucose en andere voedingsstoffen moet weer terug in de bloedbaan.
2. Water en zouten moeten deels weer terug in de bloedbaan.
3. Ureum en andere afvalstoffen moeten in de voorurine blijven.
4. Extra H+ ionen moeten naar de voorurine (om te voorkomen dat bloed te zuur wordt)

Slide 17 - Tekstslide

Eerste gekronkelde nierbuisje
Glucose, aminozuren, vitamines, hormonen, K+, Na+ en Cl- worden mbv (actief) transport weer terug het bloed in gepompt (terugresorptie/ reabsorptie)
Water volgt door osmose (80%).




Slide 18 - Tekstslide

Eerste gekronkelde nierbuisje
Dit deel van de nieren halen on principe al het glucose uit de voorurine. De maximale hoeveelheid die het kan terughalen = de nierdrempel. Heel vele zoet in eens eten? Nierdrempel overschreden en glucose in de urine.

Structureel teveel glucose in je bloed? Suikerziekte!


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Lis van Henle (dalend)
Cellen in dit deel bevatten veel waterkanalen en geen transportkanalen voor andere stoffen.
Osmose zorgt voor terugresorptie water in de weefselvloeistof
.
Hoe dieper in het niermerg, hoe hoger de osmotische waarde van de omgeving.



Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Lis van Henle (stijgend)
Transport Na+ en Cl-  naar buiten: osmotische waarde weefselvloeistof stijgt.





Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Tweede gekronkelde nierbuisje
NaCl en HCO3- gaan terug naar het bloed. Water volgt door osmose.

Opname H+ in voorurine en afgifte van HCO3- reguleren pH van het bloed







Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Waterkanalen zorgen voor terugstromen water in het bloed.

Hormoongereguleerd
ADH (hypofyse) zorgt voor toename van het aantal waterkanalen in de celmembranen van de cellen in het verzamelbuisje (zie BINAS 89)

Slide 27 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Dus: 
Veel waterverlies -> bloed met hoge osmotische waarde -> aanmaak AHD door hypofyse -> veel waterkanalen in het verzamelbuisje beschikbaar -> veel water terugresorberen uit de voorurine -> minder urine productie (geconcentreerde urine).

Slide 28 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Alcohol remt de aanmaak van ADH door de hypofyse.

Dus............

Slide 29 - Tekstslide

Verzamelbuisje
Maar ook andersom:
Veel water opname -> bloed met lage osmotische waarde -> geen aanmaak ADH door hypofyse -> weinig waterkanalen in het verzamelbuisje beschikbaar -> weinig water terugresorberen uit de voorurine -> veel urine productie (verdunde urine).

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Doel en begrippen 13.4

Je leert hoe je nieren de hoeveelheid stoffen en water in je bloed regelen

nierschors, nierbekken, niermerg, urineleiders, urineblaas, urinebuis, nefron, kapsel van Bowman, glomerulus, nierbuisje, verzamelbuisje, voorurine, ultrafiltratie, nierdrempel, lis van Henle, hypofyse, ADH

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
In je boek.
Maak de opdrachten van 
13.4: 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9


Slide 33 - Tekstslide