Voedingsleer 3 - Les 6 (supplementen)

Voedingsleer 3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingsleerMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer 3

Slide 1 - Tekstslide

Weekplanning
  • Les 1: Gezondheid en trends
  • Les 2: Diëten 1
  • Les 3: Diëten 2
  • Les 4: Diëten 1 & 2 bespreken/herhaling
  • Les 5: Sportvoeding
  • Les 6: Supplementen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Jij:
- Kunt uitleggen wat supplementen zijn
- Kunt de werking van de veelgebruikte supplementen vitamine D, vitamine B12, foliumzuur en calcium benoemen
- Kunt benoemen welke doelgroepen kans lopen op tekorten van vitamine D, vitamine B12, foliumzuur en calcium en waarom
- Kunt voor vitamine D, vitamine B12, foliumzuur en calcium een suppletieadvies geven aan risicogroepen
- Weet wat het begrip Aanvaardbare Bovengrens betekent
 





Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn supplementen?

Slide 4 - Open vraag

Supplementen
Voedingssupplementen zijn producten met een of meerdere vitamines, mineralen of bioactieve stoffen. Ze zijn bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding.

Wat zijn bioactieve stoffen?

Slide 5 - Tekstslide

Bioactieve stoffen
Stoffen die een fysiologische functie hebben in het lichaam. 

Het gaat meestal om stoffen in voedingsmiddelen of supplementen die een gezondheidsbevorderend effect hebben, maar waarvoor geen behoefte is vastgesteld

Slide 6 - Tekstslide

Ga op zoek naar voorbeelden van bioactieve stoffen, noem er minstens 3

Slide 7 - Woordweb

Voorbeelden van bioactieve stoffen
  • Fyto-oestrogenen (isoflavonen) die de botontkalking bij vrouwen na de overgang zou vertragen
  • Glucosinolaten
  • Polyfenolen (flavonoïden): flavonolen, flavanonen, flavanolen en isoflavonen
  • Prebiotica
  • Taurine
  • Flavonoïden
  • Cafeïne
  • Carotenoïden: bètacaroteen, luteïne en lycopeen
  • Carnitine
  • Choline
  • Co-enzym Q
  • Creatine
  • Dithiolthionen
  • Fytosterolen (plantensterolen) die aan margarine mogen worden toegevoegd om het cholesterolgehalte in bloed te verlagen

Slide 8 - Tekstslide

Wie hebben er supplementen nodig?

Slide 9 - Open vraag

Suppletie
  • De meeste mensen hebben geen voedingssupplementen nodig, want ze krijgen al voldoende voedingsstoffen binnen door gevarieerd te eten. Mits je gezond en gevarieerd eet volgens de Schijf van Vijf
  • Ze zijn bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding, niet als vervanging!

Slide 10 - Tekstslide

Welke supplementen worden vaak bijgeslikt?

Slide 11 - Open vraag

Veelgebruikte supplementen
  • Vitamine D
  • Vitamine B12
  • Foliumzuur
  • Calcium

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht 1:Maak een tabel voor de belangrijkste supplementen, doe het zo:

Micronutriënt
Werking
Risicogroep 
Advies
Vitamine D
Vitamine B12
Foliumzuur
Calcium

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht 2: Zoek uit waarom de risicogroepen een risico lopen op een tekort

Slide 14 - Tekstslide

Ook belangrijke groepen!
  • Ouderen die weinig eten
  • Mensen die eenzijdig eten (dit kan onder andere voorkomen bij alcoholisten)
  • Mensen die een extreem afvaldieet volgen  
  • Mensen (vaak ouderen) met maag- of darminfecties. Zij kunnen soms niet genoeg vitamine B12 uit hun voeding opnemen. Voor hen kan een vitamine B12-supplement nuttig zijn, omdat dit wel goed wordt opgenomen. 


Slide 15 - Tekstslide

Ook belangrijke groepen!
  • Ouderen die weinig eten
  • Mensen die eenzijdig eten (dit kan onder andere voorkomen bij alcoholisten)
  • Mensen die een extreem afvaldieet volgen  
  • Mensen (vaak ouderen) met maag- of darminfecties. Zij kunnen soms niet genoeg vitamine B12 uit hun voeding opnemen. Voor hen kan een vitamine B12-supplement nuttig zijn, omdat dit wel goed wordt opgenomen. 

Nóg wenselijker is dat zij hun voedingspatroon aanpassen. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een supplement?
A
Een pil
B
Een capsule
C
Een poeder
D
Een drankje

Slide 17 - Quizvraag

Soorten supplementen
Voedingssupplementen kun je via 3 soorten indelen:

  1. Supplementen met 1 vitamine of mineraal, bijvoorbeeld een vitamine C-supplement.
  2. Supplementen met een combinatie van meerdere vitamines en/of mineralen, bijvoorbeeld een multivitamine of vitamine B-complex.
  3. Supplementen met een of meerdere bioactieve stoffen, ook wel nutraceuticals genoemd.

Slide 18 - Tekstslide

Supplementen vs. voeding
  • In supplementen zitten meestal synthetische of industrieel geproduceerde vitamines, mineralen of bioactieve stoffen. Deze werken hetzelfde als de natuurlijke variant. 
  • Wel neemt het lichaam de stoffen uit supplementen beter op dan uit eten en drinken. De opname van foliumzuur (vitamine B11) uit eten is bijvoorbeeld 30 tot 50% lager dan die van synthetisch foliumzuur (PMG).   

Slide 19 - Tekstslide

Hoe weet je of je niet te veel suppleert?

Slide 20 - Open vraag

Aanvaardbare bovengrens
  • Als je lange tijd een supplement neemt met een grote hoeveelheid van een vitamine of mineraal kan dat schadelijk zijn. 
  • Voor vitamines en mineralen die bij grote hoeveelheden schadelijk kunnen zijn, heeft de Europese Voedselveiligheid Autoriteit (EFSA) een aanvaardbare bovengrens of veilig niveau van inname vastgesteld. Dit is de hoogste inname waarbij er geen schadelijke gevolgen te verwachten zijn. 
  • In supplementen zit soms meer dan deze maximale hoeveelheid.

Slide 21 - Tekstslide

Zoek uit
Zoek uit wat de aanvaardbare bovengrens (AB) is van vitamine D, vitamine B12, foliumzuur en calcium. 

Slide 22 - Tekstslide