M&A - Tafeldekken

Horeca
Bij de horeca horen alle bedrijven die zich bezighouden met het verkopen van eten, drinken en overnachtingen. 

Het is een sector waar regelmatig vernieuwingen en trends te zien zijn. 


Wie weet waar deze afkorting voor staat? 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
horecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Horeca
Bij de horeca horen alle bedrijven die zich bezighouden met het verkopen van eten, drinken en overnachtingen. 

Het is een sector waar regelmatig vernieuwingen en trends te zien zijn. 


Wie weet waar deze afkorting voor staat? 

Slide 1 - Tekstslide


Wat betekent het woord 'etiquette'?
A
plaksticker
B
regels over wat beleefd is en wat niet
C
naam van de radioshow

Slide 2 - Quizvraag

Wat is uit onderzoek de grootste tafel ergernis?
A
Slurpen, smakken of boeren
B
Gebruik smartphone
C
Met volle mond praten
D
Met open mond kauwen

Slide 3 - Quizvraag

Geef een voorbeeld(-en)
van goede tafelmanieren?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Tafel dekken 
Waar leg je wat neer, en waarom....? 

Slide 8 - Tekstslide


Vorken leg je ..... van het bord
A
Rechts
B
Links
C
Boven
D
Onder

Slide 9 - Quizvraag


Waar moet de dessertlepel liggen?
A
Boven aan het bord
B
Links van het bord
C
Rechts van het bord
D
Onderaan het bord

Slide 10 - Quizvraag


Messen leg je ....... van het bord
A
Rechts
B
Links

Slide 11 - Quizvraag


Waar leg je een servet?
A
Links naast het bestek
B
Rechts naast het bestek
C
Op het bord
D
Boven het bord

Slide 12 - Quizvraag

Glazen zet je boven ....
A
De vork
B
Het mes

Slide 13 - Quizvraag

Waar staat het wijn of waterglas?
A
Linksboven
B
Rechtsonder
C
Rechtsboven
D
Linksonder

Slide 14 - Quizvraag

Wat ligt hier fout?
A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D

Slide 15 - Quizvraag

Wat ligt hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Mes en vork

Slide 16 - Quizvraag

Wat ligt hier fout?
A
Mes, vork en soeplepel
B
Soepkom
C
Alles staat goed
D
Al het bestek ligt fout

Slide 17 - Quizvraag

Wat ligt hier fout?


A
Soeplepel
B
Vork
C
Mes
D
Alles ligt goed

Slide 18 - Quizvraag

Ork ork ork, soep eet je met een
A
Vork
B
Lepel
C
Mes
D
Soepkop

Slide 19 - Quizvraag

Bestek knippen 

Van de docent ontvang je een A4 met daarop diverse 
soorten bestek. 
Knip deze uit. 
Je gaat nu 3 x indekken voor 
3 verschillende menu's 

Slide 20 - Tekstslide

Menu 1
Leg het uitgeknipte bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
• Voorgerecht: tomatensoep
• Hoofdgerecht: aardappels – groente – vlees
• Nagerecht: vla met slagroom



Slide 21 - Tekstslide

Menu 2
Leg het uitgeknipte bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
Voorgerecht: carpaccio
Voorgerecht: groentesoep 
Hoofdgerecht: zalm - frites - salade 
Nagerecht: wafel met ijs en warme kersen 



Slide 22 - Tekstslide

Menu 3
Leg het uitgeknipte bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
Voorgerecht: salade krokante kip
Hoofdgerecht: Nasi met saté en kroepoek 
Nagerecht: dame blanche (ijs met chocolade saus)



Slide 23 - Tekstslide

Menu 4
Leg het uitgeknipte bestek op de juiste plaats 
voor dit menu: 
Voorgerecht: Italiaanse groente soep
Hoofdgerecht: Pizza Margherita  
Nagerecht: Tiramisu 



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

  • Zelf oefenen met servetten vouwen
  • Bekijk het filmpje en doe het na.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video