17-1-2023
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Waar koop je een kaartje?
A
bakker
B
slager
C
politie
D
supermarkt
Slide 2 - Quizvraag
Waar koop je stiften?
A
Aktion
B
C & A
C
de dokter
D
in huis
Slide 3 - Quizvraag
Waar koop je een rugtas?
A
de bakker
B
de gemeente
C
Hema
D
het ROC
Slide 4 - Quizvraag
Waar koop je een potlood?
A
het ROC
B
Hema
C
de bakker
D
de apotheek
Slide 5 - Quizvraag
Linda is jarig.
Je schrijft op de kaart:
Je schrijft op de kaart:
A
Beterschap!
B
Gefeliciteerd!
C
Tot ziens!
D
Sterkte
Slide 6 - Quizvraag
Bram is ziek.
Wat schrijf je op de kaart?
Wat schrijf je op de kaart?
A
Veel plezier!
B
Tot morgen!
C
Beterschap.
D
Bedankt.
Slide 7 - Quizvraag
Abeer krijgt een baby.
Wat schrijf je op de kaart?
Wat schrijf je op de kaart?
A
Bedankt.
B
Tot volgende week.
C
Veel geluk.
D
Beterschap.
Slide 8 - Quizvraag
Je kan niet op school komen.
Wat doe je?
Wat doe je?
A
niks
B
Je gaat naar school.
C
Je appt de docent.
D
Je appt een cursist.
Slide 9 - Quizvraag
Faour is niet geslaagd voor zijn rijbewijs.
Wat zeg je?
Wat zeg je?
A
Beterschap.
B
Jammer!
C
Gaat goed.
D
Tot ziens.
