Thema 6 - basisstof 2 en 3

Thema 6: stevigheid en beweging
Basisstof 2 - Botten/ basisstof 3 - beenverbindingen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 6: stevigheid en beweging
Basisstof 2 - Botten/ basisstof 3 - beenverbindingen

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  • Een korte terugblik op het skelet
  • Uitleg over de botten in ons skelet
  • Opdrachten
  • Verder in Biologie voor Jou

Slide 2 - Tekstslide

Welke delen van je lichaam worden ook wel ledematen genoemd?
A
Je hoofd
B
Je romp
C
Je armen en benen
D
Je rug

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heten de botten in je rug?
A
Botjes
B
Wervels
C
Kraakbeen
D
Stuitje

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de vier functies van het skelet? Noem er zoveel mogelijk op.

Slide 5 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken van bot en van kraakbeen noemen.
  • Je kunt beschrijven hoe botten veranderen als mensen ouder worden.
  • Je kunt benoemen op welke manieren je botten aan elkaar zitten en waar deze beenverbindingen zich in je lichaam bevinden. 

Slide 6 - Tekstslide

Twee stoffen in bot
  • Kalk
  • Lijmstof

Slide 7 - Tekstslide

Beenweefsel
Bot / been:
- Veel kalk
- Weinig lijmstof
- Hard


Een weefsel is een andere naam voor een groep cellen met dezelfde vorm en functie (taak). Botcellen zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit en hebben dezelfde taak: het bot stevig houden.

Slide 8 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel
Kraakbeen:
- Weinig kalk
- Veel lijmstof
- Buigzaam

Slide 9 - Tekstslide

Kraakbeen in je lijf
  • Je oorschelp
  • Je neus
  • Tussen je ribben en borstbeen
  • Tussen de wervels in je rug
  • In je gewrichten (bijvoorbeeld je knie)

Slide 10 - Tekstslide

Welk soort bot zorgt voor stevigheid in je skelet?
timer
0:30
A
Bot / been
B
Kraakbeen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de taak van lijmstof in je botten?
timer
0:30
A
Je botten harder maken
B
Je botten wat flexibeler maken
C
Lijmstof zit niet in je botten

Slide 12 - Quizvraag

Van baby tot oudere
Botten veranderen

Baby: 
- Veel lijmstof in de botten, weinig kalk
- Op veel plekken kraakbeen

Oudere:
- Veel kalk in de botten, weinig lijmstof
-Minder kraakbeen in het skelet
Door de grote hoeveelheid lijmstof in de botten van babies zijn ze heel flexibel. Tot en met ongeveer je 15e heb je meer lijmstof in je botten dan kalk: hierdoor breken (jonge) kinderen veel minder snel hun botten.
Naarmate je ouder wordt, gaat de hoeveelheid lijmstof in je botten omlaag. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat oudere mensen sneller hun botten breken als ze vallen.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is een baby heel flexibel?
A
Omdat een baby meer kalk in de botten heeft
B
Omdat een baby meer lijmstof in de botten heeft
C
Omdat een baby meer bot heeft
D
Omdat een baby meer kraakbeen heeft

Slide 14 - Quizvraag

1

Slide 15 - Video

02:55
Welke beenverbinding is nog geen verbinding als je een baby bent?
A
Vergroeiing in je heiligbeen
B
Naadverbinding in je schedel
C
Kraakbeenverbinding in je rug

Slide 16 - Quizvraag

4

Slide 17 - Video

04:30
Welk soort gewricht zit er in je knie?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 18 - Quizvraag

05:51
Welk onderdeel wordt aangegeven bij 1?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtskom
C
Gewrichtskogel
D
Gewrichtskapsel

Slide 19 - Quizvraag

De bouw van een gewricht
(als je het nog even rustig na wil lezen)
De gewrichtskogel heeft een bolle vorm. Op de kop ligt een laagje kraakbeen. Dit is om het tegen elkaar schuren van de botten te voorkomen. 

De gewrichtskom heeft een holle vorm. In de kom ligt een laagje kraakbeen. Dit is om het tegen elkaar schuren van de botten te voorkomen. 
Door het laagje kraakbeen op beide botten, slijten de botten niet zo snel en kunnen ze soepel over elkaar heen bewegen.
Het gewrichtssmeer wordt gemaakt door het gewrichtskapsel en is een stroperige vloeistof. Denk maar aan het smeren van een piepend scharnier: daar doe je olie tussen. 
De kapselbanden zorgen ervoor dat de botten op hun plek blijven zitten. Kapselbanden zitten vaak op grotere gewrichten waar je veel kracht op moet zetten, bijvoorbeeld je heupen en je knieën.
Het gewrichtskapsel zorgt ervoor dat de botten aan elkaar blijven zitten. Daarnaast maakt het gewrichtskapsel ook gewrichtssmeer waardoor het gewricht soepel beweegt.

Slide 20 - Tekstslide

Zet de 4 verschillende beenverbindingen onder elkaar. Schrijf erachter hoe goed je ze kunt bewegen.

Slide 21 - Open vraag

Sleep het onderdeel naar het juiste nummer
Kraakbeenlaagje
Gewrichtskom
Kapselband
Gewrichtskapsel
Gewrichtssmeer
Gewrichtskogel

Slide 22 - Sleepvraag

05:51
Met welk nummer wordt het onderdeel aangegeven dat gewrichtssmeer maakt?
A
Nummer 2
B
Nummer 3
C
Nummer 4
D
Nummer 5

Slide 23 - Quizvraag

05:51
Met welk nummer wordt het onderdeel aangegeven dat grote gewrichten bij elkaar houdt?
A
Nummer 2
B
Nummer 3
C
Nummer 4
D
Nummer 5

Slide 24 - Quizvraag

Je weet nu...
  • Wat bot en kraakbeen is
  • Waaruit bot en kraakbeen zijn opgebouwd
  • Wat er gebeurt met je botten als je ouder wordt 
  • Hoe de botten in je lijf aan elkaar zitten en kunnen bewegen. 

Slide 25 - Tekstslide

Einde van deze uitleg
Aan de slag!
  • 6.2: Opdracht 8c,d,e,f, 9, 10 en 11 maken
  • 6.3: Opdracht 14, 17 en 19
  • Werkblad skelet maken

Slide 26 - Tekstslide

Volgende les:
Spieren, pezen en lichaamshouding

Afhebben opdrachten vandaag opgegeven (zie Magister)

Toets stevigheid & beweging 1 juni 1e uur

Slide 27 - Tekstslide